Vooroordelen en racisme bij ouders en kinderen: De appel valt niet ver van de boom

Vooroordelen in al hun vormen lijken helaas aan een opmars bezig te zijn, zowel in West-Europa als daarbuiten. Verhalen over sexisme, gay-bashing, en aanslagen tegen mensen op basis van religieuze of etnische achtergrond halen meer dan geregeld de pers en wijzen erop dat er mogelijks een toenemend maatschappelijk probleem van onverdraagzaamheid is.

Hoe meer vooroordelen bij ouders, hoe meer vooroordelen bij kinderen

Om de vraag naar hoe vooroordelen zich ontwikkelen te beantwoorden hebben ontwikkelingspsychologen het verband onderzocht tussen vooroordelen bij ouders en vooroordelen bij hun kinderen. In een recente meta-analyse werd de stand van zaken van dit onderzoek opgemaakt. Tot nu toe werden over dit thema 131 studies uitgevoerd, goed voor gegevens over meer dan 45000 ouder-kind relaties. De meta-analyse brengt al deze resultaten samen, en bekijkt de effecten over de studies heen.

De conclusie van de studie was duidelijk. Er bestaat inderdaad een robuust verband tussen de vooroordelen van ouders en die van kinderen. Bovendien werd dit verband gevonden over diverse vormen van vooroordelen en verschillende manieren om vooroordelen te meten heen. Hoe meer vooroordelen bij ouders, hoe meer vooroordelen bij kinderen. De spreekwoordelijke appel lijkt dus inderdaad niet ver van de boom te vallen.

Onderzoek naar vooroordelen in Vlaanderen

Onderzoek in Vlaanderen (bijvoorbeeld Duriez, 2011; Duriez, Soenens, & Vansteenkiste, 2008; Duriez, Vansteenkiste, Soenens, & De Witte, 2007) suggereert dat ouders met een neiging tot vooroordelen bepaalde doelen meer centraal stellen in opvoeding: ze beklemtonen bijvoorbeeld vaker het belang van materialisme en financieel succes of het belang van conformisme en behoudsgezindheid. Naarmate deze doelen sterker in de opvoeding beklemtoond worden vertonen adolescenten ook een grotere neiging tot vooroordelen.

  • Wanneer materialisme beklemtoond wordt ontwikkelen adolescenten meer bepaald een ‘dog-eat-dog’ overtuiging waarbij zij het grootste deel van de koek willen en anderen als te bekampen en misprezen concurrenten zien.
  • Wanneer conformisme en conservatisme worden beklemtoond ontwikkelen adolescenten de overtuiging dat de wereld een gevaarlijke plek is waarin sommige mensen en groepen weigeren om zich conform de regels van de meerderheid te gedragen. Deze gevoelens van bedreiging kunnen zich dan manifesteren in vooroordelen.

Dit is een bevinding die tot nadenken stemt in een maatschappij waarin, als we de recente verkiezingsuitslagen mogen geloven, conservatisme aan een opmars lijkt bezig te zijn.

Referenties

  • Degner, J., & Dalege, J. (in press). The apple does not fall far from the tree, or does it? A meta-analysis of parent-child similarity in intergroup attitudes. Psychological Bulletin.
  • Duriez, B. (2011). Adolescent ethnic prejudice: Understanding the effects of parental extrinsic versus intrinsic goal promotion. Journal of Social Psychology, 151, 441-454.
  • Duriez, B., Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2008). The intergenerational transmission of authoritarianism: The mediating role of parental goal promotion. Journal of Research in Personality, 42, 622-642.
  • Duriez, B., Vansteenkiste, M., Soenens, B., & De Witte, H. (2007). The social costs of extrinsic relative to intrinsic goal pursuits: Their relation with social dominance and racial and ethnic prejudice. Journal of Personality, 75, 757-782.

Auteurs: Bart Soenens en Kristof Dhont

Bart Soenens is docent in de Vakgroep Ontwikkelings-, Sociale, en Persoonlijkheidspsychologie. Hij doceert inleidende vakken ontwikkelingspsychologie. Zijn onderzoek handelt voornamelijk over de ouder-kind relatie tijdens de adolescentie. Een centraal thema in zijn onderzoek is de rol van controlerend en autonomie-ondersteunend opvoeden in de persoonlijkheidsontwikkeling, motivatie, en aanpassing van kinderen en adolescenten. Hij doet ook onderzoek over identiteitsontwikkeling, hechting, vooroordelen, perfectionisme, en processen van intergenerationale transmissie.

Kristof Dhont is postdoctoraal onderzoeker bij het FWO en verbonden aan de vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie van de Universiteit Gent. Zijn onderzoek situeert zich in het domein van de sociale en politieke psychologie en focust op de situationele en dispositionele oorzaken van vooroordelen en racisme. Hij bestudeert onder andere de invloed van intergroepscontact en de maatschappelijke groepscontext, alsook de rol van sociaal-ideologische attitudes en cognitieve stijl.