Waarom linkshandigen (nog) niet zijn uitgestorven
Vrijwel alle mensen hebben een voorkeurshand. Eén hand die systematisch wordt verkozen boven de andere hand voor het uitvoeren van allerlei taken, gaande van je jas dichtknopen tot een berichtje intikken. In bijna 90 procent van alle mensen is die voorkeurshand de rechterhand en deze rechtervoorkeur komt over heel de wereld en in alle culturen voor. Slechts 10 tot 15% van de wereldbevolking geeft de voorkeur aan de linkerhand, een duidelijke minderheid van linkshandigen dus. Net zoals de mens hebben ook de meeste dieren een voorkeurshand/poot/klauw. Maar anders dan bij mensen zijn er op populatieniveau bijvoorbeeld evenveel rechts- als linkshandige chimpansees.
Een evolutionair perspectief
Het asymmetrisch (i.e., niet volgens een 50/50 verdeling) voorkomen van een bepaalde eigenschap wijst erop dat dit geen neutrale trek is maar dat de ene vorm een evolutionair voordeel heeft op de andere vorm. Als beide verschijningsvormen geen verschillen in biologische fitheid vertonen zouden ze immers evenveel moeten voorkomen. Om een tot hiertoe nog onbekende reden leidt de ontwikkeling van een menselijk individu doorgaans tot de rechtshandige variant. Archeologisch onderzoek van stenen gebruiksvoorwerpen en rotstekeningen wijst erop dat van bij het ontstaan van de mens er steeds een kleine minderheid van linkshandigen heeft bestaan, en dit is ook vandaag nog het geval. Het gegeven dat linkshandigheid lijkt te blijven voortbestaan in onze soort impliceert misschien dat een linkerhandvoorkeur ook een (evolutionair) voordeel heeft.
De voordelen van linkshandigen: de vechthypothese
Een populaire theorie die het voordeel van linkshandigen in termen van biologische fitheid wil verklaren is de ‘vechthypothese’. Deze theorie stelt dat in een fysiek treffen (een gevecht, zeg maar) een linkshandige een verrassingsvoordeel heeft ten aanzien van de rechtshandige omdat deze laatste gewend is het te moeten opnemen tegen andere rechtshandigen, maar niet tegen de zeldzamere linkshandige.
Voorstanders van het verrassingsvoordeel wijzen op het feit dat bij topsporters van interactieve sporten zoals boksen en schermen, maar ook tennis en baseball, het aantal linkshandigen proportioneel veel hoger ligt dan in de algemene bevolking. De vechthypothese voorspelt tevens dat linkshandigen hun verrassingsvoordeel enkel behouden wanneer ze een minderheid vormen. Anderzijds is deze theorie moeilijk empirisch te bewijzen, en is het ook zo dat we al enige tijd niet meer regelmatig fysiek voor ons leven hoeven te vechten al kan deze periode nog te kort zijn om een volledige eliminatie van linkshandigheid te bewerkstelligen.
Referentie
- Llaurens, V., Raymond, M., Faurie, C., 2009. Why are some people left-handed? An evolutionary perspective. Philosophical Transactions of the Royal Society B-Biological Sciences 364, 881-894.
Auteur: Guy Vingerhoets
Guy Vingerhoets (persoonlijke website) is neuropsycholoog en doet onderzoek naar de relatie tussen hersenen en gedrag. Zijn interessegebieden zijn neuropsychologie, functionele lateralisatie en motorische cognitie. Zijn voornaamste onderzoeksmethodes zijn functionele beeldvorming en gedragsonderzoek. Hij doceert neuropsychologische vakken aan verschillende faculteiten van de Universiteit Gent en is momenteel president van de Federation of the European Societies of Neuropsychology (FESN).