Browse Tag: therapie

Online therapie: misschien toch niet zo ‘chill’ als het lijkt?

We reizen even terug naar 2020. Volle coronacrisis. U zit achter uw computer voor de zoveelste zoommeeting van de dag. U wrijft in uw ogen en zucht wanneer u eindelijk het beeldscherm kan uitzetten. Gelukkig kunnen we vandaag elkaar weer face-to-face ontmoeten. Toch is een dag vol videogesprekken voor een groeiend aantal therapeuten de dagelijkse realiteit. Sinds de COVID-19 pandemie is het gebruik van videobellen voor therapie namelijk gestegen.


Recente bevindingen tonen aan dat deze vorm even effectief kan zijn als traditionele therapie. Studies laten echter de beleving van therapeuten grotendeels onderbelicht. De motivatie en het welzijn van deze groep is nochtans belangrijk voor de kwaliteit van psychotherapie.


Zei er iemand Zoom Fatigue?
In interviews met negen psychologen gingen we dieper in op hun ervaringen met online therapie. Naast een aantal praktische voordelen, zoals tijdsbesparing en het comfort van de eigen thuisomgeving, kwam tijdens het onderzoek de vraag op of online werken wel even goede werkomstandigheden toelaat als traditionele therapie. De werkomstandigheden blijken voornamelijk een uitdaging wanneer ze therapie van thuis uit geven, maar beperkt zich hier niet toe.


Het online medium heeft karakteristieken die ideale werkomstandigheden bemoeilijken. Zo geven de therapeuten aan minder te bewegen, minder rond te kijken en een stijvere houding aan te nemen bij therapie via videobellen. Ze rapporten hierbij ook meer vermoeidheid en/of meer afleiding tijdens die online sessies.


Daarnaast blijkt de privé-werkgrens ook moeilijker te bewaken bij therapie van thuis uit. Sommige therapeuten laten zich sneller verleiden tot avondwerk, anderen geven aan dat je thuis minder controle hebt over wat je toont van jezelf. Zo vergeten ze een partnerfoto weg te halen of komt bol.com net op het verkeerde moment.


“Het is een beetje een vergiftigd geschenk en niet zo gezond. Je moet ergens wel grenzen stellen. Ik werk al twee avonden in de week hier, dus als je dan nog een avond ook thuis werkt, dan ben je al drie avonden van de week aan het werken. Hoeveel tijd heb je dan nog voor jezelf?”


Ik zie je toch liever in het echt.
Zoals reeds aangehaald blijkt dat online therapie even goed werkt als traditionele therapie. Ook de therapeuten uit deze studie geven aan dat ze verbeteringen zagen bij hun cliënten. Toch verkiezen de meesten hun cliënten in levenden lijven te zien. Een handdruk aan de deur, babbeltje terwijl men naar de therapiekamer wandelt, geur of klederdracht zijn slechts een deel van de menselijkheid die therapeuten missen online.


“Wij zijn sociale wezens en we zijn nooit anders gewoon geweest dan bij elkaar te komen. Dus ook al zijn die gesprekken online even goed, toch verkies ik nog altijd van mensen te zien. Zeker als ze persoonlijke dingen komen vertellen.”


Daarnaast gaat via het beeldscherm ook een deel non-verbale communicatie verloren, zoals handgebaren, houding en zelfs voetbewegingen. Waar stiltes in traditionele therapie een belangrijk moment kunnen zijn, ervaren therapeuten die anders online. Ze geven aan dat ze bij online stiltes meer kilte en afstand ervaren en deze sneller doorbreken.


Heb je mij goed gehoord?
Ten slotte brengt online therapie meer zorgen en onzekerheid met zich mee. Zo zijn sommige therapeuten onzeker wanneer ze met online therapie beginnen. Ze weten niet of het therapieproces op dezelfde manier verloopt, hoe de cliënten het beleven en of het dezelfde verandering teweeg kan brengen.


“Ik merkte dat ik in het begin veel meer de neiging had om de gesprekken voor te bereiden om wat richting te geven en wat te kunnen sturen. Terwijl dat eigenlijk een beetje mijn onzekerheid was voor het proces. Ik vroeg me af of het op dezelfde manier ging verlopen of niet.”


Daarnaast brengen storingen in de verbinding twijfel met zich mee. Het is soms onduidelijk of een cliënt iets niet goed begrepen heeft omdat er ruis op de verbinding zit of omdat die door zijn moeilijkheden de vraag niet goed kan begrijpen. Verder weet een therapeut soms niet of er een stilte valt of dat de verbinding blijft hangen.


Als laatste zijn de fysieke afstand en de beperkte non-verbale communicatie een bron van onzekerheid. Therapeuten weten niet of de cliënt wel in een veilige situatie zit, of die wel alleen is in de kamer en of die niet iets anders doet tijdens de therapie. Daarbij komt dat ze het moeilijker vinden om aan te voelen hoe hun cliënt zich voelt en in welke staat ze deze achterlaten wanneer ze de sessie afsluiten. Tot slot hebben therapeuten het lastig om het effect van hun online interventies in te schatten.


Waarom zijn deze bevindingen belangrijk?
Therapeuten die online diensten aanbieden, kunnen uit deze studie lessen trekken. Zo lijkt het beter om online therapie toch vanuit een therapieruimte te geven, online sessies af te wisselen met face-to-face sessies en een opleiding te volgen rond online therapie om onzekerheid weg te nemen. Onze aanbevelingen kunnen de klinische praktijk en de vormgeving van opleidingen informeren. Dit om zowel de kwaliteit van online therapie als het welzijn van de therapeuten te verbeteren. Want zeg nu zelf, iemand moet toch ook eens aan de therapeut vragen: “En? Hoe voelt u zich daarbij?”.


Auteur
Hanne Peeters behaalde een Masterdiploma in de Klinische Psychologie aan de Universiteit Gent. Ze won met haar onderzoek de Mensenkennis Trofee van de Gentse Alumni Psychologie voor beste vertaling van een masterproef in de Psychologie naar een populairwetenschappelijk artikel.


Referenties
Peeters, H. (2022). Mijn scherm en ik. Een kwalitatief onderzoek naar de ervaring van therapeuten met online therapie. [Ongepubliceerde master’s thesis]. University of Ghent.


Thomas, N., McDonald, C., de Boer, K., Brand, R. M., Nedeljkovic, M. & Seabrook, L. (2021). Review of the current empirical literature on using videoconferencing to deliver individual psychotherapies to adults with mental health problems. Psychology and Psychotherapy: Theory Research and Practice, 94(3), 854-883. DOI: 10.1111/papt.12332

 

De kracht van een crisis

Heb je het gevoel dat je niet echt uitgerust maar eerder uitgeblust gestart bent aan dit nieuwe jaar? Of voelt je borstkas regelmatig gevuld met angst, alsof er onderhuids een trein vol emoties blijft razen die amper te stoppen valt? Crises zijn katalysators. Ze leggen ons bloot. We weten dan meestal niet goed wat we met deze kwetsbaarheid moeten doen en zoeken naar controle. Over onszelf en over anderen. Maar die krijgen we niet. In de plaats daarvan zijn we verkrampt bezig met overleven, heftig heen en weer schommelend, van een hyper- naar een zombietoestand, en terug. En hoe meer we van hetzelfde doen, hoe meer we van hetzelfde krijgen, met nog meer onrust als gevolg.


Er wordt ons zelden geleerd hoe we met onrust kunnen omgaan. Alsof het Leven ons niet te veel mag raken. De meesten van ons hebben ook niet geleerd om ongemak gewoon uit te zitten of erover te spreken. Eerder hoe ervan af te komen of te doen alsof het niet gebeurd is. Emoties ontsnappen aan onze controle, ze komen gewoon zomaar op. We vinden dat meestal onprettig en weten niet goed wat we moeten met het ongemak dat ze met zich meebrengen. We zoeken opnieuw controle, zetten anderen snel in hokjes maar hebben er zelf een hekel aan als wij diegenen zijn die in zo’n hokje worden weggezet. Wat als we vol vuur van mening mogen verschillen en tegelijk ook zoeken naar wat ons innig verbindt? Want we delen meer overeenkomsten dan verschillen.


Alles in het universum bestaat uit tegenpolen: warm en koud, pijn en plezier, licht en donker. Tegenpolen hebben elkaar nodig, ze houden elkaar in stand als twee uitersten op hetzelfde continuüm. Hoe zouden we weten of het goed met ons gaat als het nooit slecht met ons gaat? Hoe weten we wat we belangrijk vinden als we nooit meer ergens bang voor zouden zijn? De tegenpool van controle is dus niet loslaten maar nieuwsgierigheid, naar binnen en naar buiten. Het is de bereidheid om open te staan voor wat er is. Met een open, onderzoekende geest die met interesse reageert op onrust. Wat als we onszelf wat vaker het voordeel van de twijfel gunnen en niet meteen alles geloven wat we denken?

Met gemengde gevoelens leren omgaan
En als het gaat over het omgaan met pijn stuiten we opnieuw op een schijnbare tegenstelling: hoe beter we ons slecht durven voelen, hoe eerder we ons beter kunnen voelen. Pijn die je niet mag voelen, blijft namelijk langer hangen dan pijn die er wel mag zijn. Het gaat erom dit te kunnen ervaren zonder er volledig in op te gaan, om met gepaste aandacht niet te blijven vechten, vluchten of bevriezen, maar voelen. De oplossing is dat er vaak op dat moment geen oplossing is maar dat die vanzelf groeit, doordat we onszelf toestaan over tegenstrijdige dingen na te denken. Met gemengde gevoelens. Wat als we meer durven voelen wat er te voelen valt, ook als dat verwarrend of oncomfortabel is? Negatieve emoties houden niet op met bestaan als we ze onderdrukken. Ze vinden gewoon een andere manier om zich te uiten. En littekens zijn gevoelig maar ook sterker dan gewone huid.

Wat we accepteren, transformeert. Dat geldt voor een crisis, voor onrust, en voor onszelf. Veerkracht verwijst naar het tijdelijk verliezen van onze vorm én het herstel daarna. Naar het zo flexibel mogelijk omgaan met vaak verpletterende omstandigheden. In dat proces zit eveneens de enorme kracht van een metamorfose verborgen: wie zullen we zijn als we uit deze pijn tevoorschijn komen? Wat ons eerst achtervolgt, kan later kracht geven. Als acceptatie daarvan moeilijk is, is dat vaak omdat ons hoofd vertelt dat we de situatie niet aankunnen. Of het niet durven loslaten. De situatie kan ons echter pas loslaten als we zeggen: ‘Het is zoals het is, het raakt me enorm, maar ik kan daar nu niets aan veranderen.’ Dan pas komt er ruimte voor iets anders. Als een reservetank die we kunnen aanboren. Vooral als we denken dat we aan het einde van onze krachten zijn. En we krijgen niet wat we aankunnen maar we kunnen aan wat we krijgen. Beloofd.

Vertel jouw verhaal
En eigenlijk weten we diep vanbinnen best wel dat we goed genoeg zijn. Meer nog, we zijn de som van al onze schijnbare tegenstrijdigheden. We zijn aarzelend, rommelig, onvoorspelbaar, bang, gewoontjes, nonchalant, chaotisch, egoïstisch, twijfelend en kwetsbaar. Maar ook magisch. Moedig. Vernieuwend. Uniek. Met ruimte om te ontwikkelen. En sowieso genoeg.
Schommel dus liever even uit.
Ontspan je kaken.
Ontspan je geest.
Haal diep adem.
Wees stil.
Ga naar je binnenste binnen.
Zoek zin om je te verdiepen in je eigen verhaal.
Vanaf het begin.
Luister naar wat je jezelf te vertellen hebt.
Wat wil je?
Geef jezelf nu wat je vroeger gemist hebt.
Wees nu wie jij toen nodig had.
Deel deze ervaring met mensen die het gewicht van je verhaal kunnen dragen. Niet de critici die aan de zijlijn met de vinger wijzen als je struikelt. En elk verhaal doet ertoe. Ook dat van jou. En alles wat we tegen elkaar vertellen, drijft op een nog veel grotere stroom van woordeloze verbondenheid. Vanuit intimiteit. En een gedeelde menselijkheid. Want gedeelde verhalen tellen dubbel.

Auteursinfo
Dr. Els Heene is klinisch psycholoog en psychotherapeut, en auteur van het pas uitgebrachte boek “Binnenin beginnen: waar gebeurde verhalen over wat therapie met je doet”. Ze werkt in een klinische praktijk (Mentaal Beter) in Zeeland, en is sinds 1996 als docent en coördinator verbonden aan de Universiteit Gent.

“Binnenin beginnen: waar gebeurde verhalen over wat therapie met je doet.” Uitgeverij Manteau / Standaard Uitgeverij nv, vanaf 8 februari verkrijgbaar.

Referenties
Grant, A. (2021). Weten wat je niet weet. A.W. Bruna Uitgevers B.V, Amsterdam
Hayes, S.C., & Smith, S. (2005). Get out of your mind & into your life: the New Acceptance & Commitment Therapy. New Harbinger, Oakland.
Tallis, F. (2020). Leven. Wat de grootste psychologen ons vertellen over geluk, onbehagen en zingeving. Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen.

 

Waarom valt roodkapje voor de wolf? De valkuilen van narcistische relaties

Hoe is dit kunnen gebeuren? Hoe kan iemand zo blind en goedgelovig zijn? Hoe kan iemand plots zoveel macht hebben? Voor je het weet zit je vast in een relatie met een narcist. Een verborgen narcist nog wel, die zich voordoet als een kwetsbare, charmante, tedere en ontwapenende man. Sommige criteria kunnen je extra gevoelig maken om in de narcistische ban verstrikt te geraken. Om er als een schim van jezelf uit tevoorschijn te komen.

De wolf zonder schaapskleren: achter de façade van de narcist

Narcisten kunnen enkel bewondering en geen echte authentieke liefde voelen. Hierdoor ervaren ze een grote leegte. Achter de charmante liefdevolle façade zit vaak een heel onzekere persoon, die handelt vanuit de behoefte alles te controleren. Diep van binnen voelen ze zich onbemind, vernederd en hebben ze een afschuw van zichzelf. Als overcompensatie zullen ze buitensporig naar erkenning en waardering van anderen streven.

Ze zijn enorm gevoelig voor kritiek van anderen. Elk klein meningsverschil of opmerking zal de narcist als een enorme vernedering en afwijzing ervaren. Ze voelen zich continu te kort schieten en zullen bijgevolg compenseren door de ander naar beneden te halen of de ander weg te duwen i.p.v. open te communiceren. Dit zal hun minderwaardigheidsgevoelens en gevoelens van tekortkoming en eenzaamheid uiteindelijk enkel nog versterken

Heel vaak zullen deze gevoelens ook aanleiding geven tot symptomen van depressie en angst. Om deze pijnlijke gevoelens te vermijden zullen veel narcisten zich apathisch afsluiten door solitaire verslavingsvormen (alcohol, drugs, tv, gamen), dwangmatig compulsief gedrag of het najagen van prikkels (zoals seksuele uitspattingen). Een belangrijk misverstand is dat mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis wel degelijk empathisch kunnen zijn, maar dit vermogen verliezen als ze in hun overcompenserende of vermijdende modus zitten. Het is dus belangrijk dat om het dieperliggende probleem dat achter het destructieve gedrag schuilgaat, te herkennen.

Heel vaak kiezen narcisten daarenboven een partner die zelf emotioneel afstandelijk is, waardoor het gevoel emotioneel tekort te komen nog versterkt wordt. Indien ze echter wel een partner kiezen die emotioneel toegankelijk is, dan zullen ze de neiging hebben om te blijven nemen zonder iets terug te geven. Hierdoor zal een toxische dynamiek ontstaan, waardoor de partner die onvoorwaardelijke liefde wil geven uiteindelijk leeggezogen wordt. In therapie is het dus cruciaal dat er op de houding van de narcist in intieme relaties gefocust wordt, zodanig dat gezondere gelijkwaardige relaties kunnen ontstaan.

De valkuilen

Een relatie met een narcist is dus niet aan te raden. Toch kan iedereen kan in een relatie met een narcist belanden. Sommige mensen zijn hier echter vatbaarder voor. Verschillende valkuilen verklaren hoe een relatie met een narcist kan ontstaan en blijven duren.

De valkuil van passionele romantiek
De passionele hartstochtelijke liefde wordt door de maatschappij geïdealiseerd en geromantiseerd. Het verlangen naar passionele liefde wordt ons via sprookjes, liedjes en romantische films al met de paplepel meegegeven, waardoor het romantisch charmeoffensief van narcisten heel geloofwaardig kan overkomen.

De valkuil van loyaliteit.
Hij vertelt geheimen die hij nog nooit met iemand heeft gedeeld om jou loyaal te houden en jou aan hem te binden. Je voelt je vereerd omdat jij de enige bent die zijn geheimen kent. Je zou dan ook nooit zijn vertrouwen willen schenden.

De valkuil van empathie.
Jij wil geven, zijn pijn proberen verzachten, de liefde geven die hij nooit heeft gekregen. Je wil zijn leegte opvullen omdat hij dat verdient, maar deze leegte zal een bodemloze put blijken te zijn, waarin je enkel jouw energie, vrolijkheid en uiteindelijk ook je eigen identiteit zal verliezen.

De valkuil van naïviteit en onbezonnenheid.
Je ziet altijd het goede en het groeipotentieel in anderen, waardoor je je niet bewust bent van mogelijk gevaar. Omdat je zelf het goede voor anderen wil, kan je je niet inbeelden dat anderen vanuit andere motieven handelen.

De valkuil van gewenning door een onveilige jeugd.
Als je zelf een narcistische vader hebt kan je extra gevoelig worden voor dit soort mannen. Als je onveiligheid en stemmingswisselingen van kleins af aan hebt gekend voelt dit vertrouwd aan. Het voelt vertrouwd om jezelf weg te cijferen en de ander te behagen om te overleven. Als je gewend bent om continu op eieren te lopen, dan ben je gewend om continu een verhoogde aanmaak van het stresshormoon te hebben. Zo zal er ook meer kans zijn dat je in het latere leven, die kick van spanning gaat opzoeken in destructieve relaties als een verslavende gewenning die nog doorspeelt vanuit jouw onveilige jeugd.

De valkuil van de sterke onafhankelijke vrouw – die verlangt naar het eindelijk eens mogen loslaten van controle en verzorgd te worden.
Als je altijd sterk en zelfstandig bent geweest kan je de behoefte hebben om eindelijk eens alle controle te mogen loslaten. Het voelt als een last die van je schouders valt om de verantwoordelijkheid en kracht te mogen loslaten en eens klein en afhankelijk te mogen zijn. Zo hebben sterke vrouwen die een dominante controlerende functie hebben op professioneel gebied vaak het verlangen om zich te onderwerpen in de relatie als overcompensatie.

Narcist van generatie op generatie

Heel veel narcisten zijn als kind zelf misbruikt of gemanipuleerd door een narcistische ouder. Deze ouder idealiseerde het ‘wonder’ kind, maar had terzelfdertijd ook enorm hoge verwachtingen. De behoeftes van het kind zijn telkens verwaarloosd omdat ze zich moesten onderwerpen aan de behoeftes van de ouder die hen manipuleerde en controleerde. Heel vaak zal de narcist vanuit zijn eigen opvoedingstrauma een angstig-vermijdende hechtingstijl hebben ontwikkeld die de bipolaire liefde met hoge toppen van intense liefde en diepe dalen van haat activeert. Gevoelens van eenzaamheid en leegte motiveren hen om dichter bij de ander te komen, maar het continue gevoel tekort te schieten zorgt er terzelfdertijd ook voor dat ze de ander gaan wegduwen. Narcisten zullen ze de partner bijgevolg continu gaan aantrekken en afstoten. Ze kunnen niet met, maar ook niet zonder de ander. Hechtingsstijlen zijn intergenerationeel overdraagbaar. Dit toont aan dat het zo van belang is om dit patroon te herkennen en te doorbreken om kinderen te beschermen en te voorkomen dat persoonlijkheidsstoornissen van generatie op generatie worden overgedragen.

Referenties

Stern, R. (2018). Het gaslighteffect: Verborgen narcisme. AnkhHermes, Uitgeverij.
Kotyanaya, M. (2020). Bridging the evidence-based gap: From pathological narcissism to narcissism survivors. The Science of Psychotherapy.
Young, J., Klosko, J., & Weishaar, M. (2004). Schemagerichte therapie: handboek voor therapeuten.[Scheme based therapy: Manual for therapists]. Houten, the Netherlands: Bohn Stafleu van Loghum.

Auteurs

Eowyn Van de Putte (1990) werkt als postdoctoraal onderzoeker aan de faculteit psychologie van de UGent. Daarnaast werkt zo ook als klinisch psychologe in de huisartsenpraktijk Bijloke. Ze behaalde een doctoraat in de cognitieve neurowetenschappen.
Elif Stepman (1992) is projectleider bij de consumentenorganisatie foodwatch. Ze studeerde Moraalwetenschappen.

 

Protocol of maatwerk? Wetenschappelijke protocollen geen garantie voor succes in therapie

Zet vier willekeurige Belgen aan een tafel, en minstens één van hen zal bekend zijn met psychische klachten: ruim een kwart van de mensen krijgt er in het leven mee te maken. Wie hulp zoekt, komt steeds vaker in aanraking met zogenaamde ‘geprotocolleerde’ behandelplannen. Zeg maar: een strikt stappenplan. Zo’n stappenplan is afgestemd op specifieke diagnoses, zoals depressie, angst of burn-out, en geeft de therapeut een overzicht van specifieke interventies om dergelijke klachten mee aan te pakken. Het komt voort uit wetenschappelijk onderzoek en wordt dus ‘evidence-based’ genoemd. Continue Reading

 

Pas op voor die hond! Hoe we angst leren via traumatische ervaring, sociale observatie en waarschuwingen

Angst is een basisemotie die mensen universeel herkennen en ook al bij heel jonge kinderen voorkomt. Het vertonen van angst is ook functioneel. We zijn angstig in het bijzijn van een grommende hond waardoor ons lichaam zich gaat voorbereiden om een aangepast gedrag te stellen (de ‘vecht-of-vlucht-reactie’).  In een bepaalde situatie is dat ook verstandig: je rent best weg van een misschien gevaarlijke hond.

Angst kan echter ook onaangepast zijn, zoals wanneer iemand stottert en beeft wanneer hij of zij een presentatie moet geven voor een groep van mensen of wanneer iemand begint te gillen bij het zien van een spin. Angst maakt in dat geval je leven onnodig lastig. In sommige gevallen zien we het dan ook als een stoornis. Angststoornissen komen heel vaak voor: 14% tot 29% van de mensen in het Westen heeft er tijdens zijn of haar leven last van. Daarom is het voor psychologen en psychiaters belangrijk om te weten waar angst vandaan komt en hoe zij (pathologische) angst kunnen behandelen.

Continue Reading

 

Agorafoob

Therapie zit soms in kleine dingen…

Auteur: Maarten Van Praet

Maarten Van Praet is bedrijfspsycholoog en huiscartoonist van Mensenkennis.be. Hij werkt momenteel als analyst & marketing consultant bij Synthetron.

 

 

Beter slapen zonder pillen: 10 tips uit de psychologie

Elf procent van de Belgen heeft het afgelopen jaar vaak slaap- of kalmeermiddelen gebruikt. Dat blijkt uit een onderzoek van TestAankoop bij meer dan 3.000 mensen. Slaapproblemen en ingrijpende levensgebeurtenissen zijn meestal de aanleiding om te starten met medicatie. Mensenkennis.be deed beroep op een hoofdstuk van de American Psychological Association om enkele psychologische tips voor een betere slaapkwaliteit mee te geven. Hoe kunnen we beter slapen zonder pillen?

Psychologische therapie werkt beter dan medicatie tegen slapeloosheid

Medicatie wordt vaak gezien als een ‘quick win’, een snelle een gemakkelijke oplossing voor slaapproblemen. Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat psychologische therapie (nl., cognitieve gedragstherapie) meer effectief is tegen slapeloosheid en meer langdurige positieve effecten heeft dan een vaak gebruikte slaappil, Ambien. De mensen die cognitieve gedragstherapie volgden, kregen dagelijkse oefeningen om stresserende gedachten te herkennen en veranderen. Technieken die ze aangeleerd kregen waren bv. het uitstellen van bedtijd, of opstaan om te lezen als ze niet in slaap konden vallen na 20 minuten. Deze technieken bleken dus effectiever tegen slapeloosheid dan medicatie.

Cognitieve gedragstherapie heeft een succesgraad van 70-80% om mensen te helpen die last hebben van chronische slapeloosheid. Een derde van de mensen die deze therapie volgen bereiken terug normale slaap, en bij de meesten verminderen hun symptomen met 50% en slapen ze 45-60 extra minuten per nacht.

Beter slapen zonder pillen: 10 concrete tips

  1.  Probeer steeds op hetzelfde uur te gaan slapen.
  2.  Probeer een constant aantal uren te slapen (bv. steeds 8 uur per nacht).
  3.  Drink of eet geen caffeïne 4 tot 6 uur voor je gaat slapen en minimaliseer het gebruik ervan overdag.
  4. Vermijd alcohol en zware maaltijden voor je gaat slapen.
  5. Rook niet, zeker niet vlak voor je gaat slapen of wanneer je ’s nachts wakker bent.
  6. Probeer regelmatig wat te bewegen/sporten (maar niet vlak voor je gaat slapen).
  7. Vermijd lawaai, licht, en overdreven warme en koude temperaturen in de slaapkamer.
  8. Probeer wakker te worden zonder een alarmklok.
  9. Als je toch een alarmklok gebruikt, gebruik niet de ‘snooze’ functie maar sta onmiddellijk op.
  10. Werk niet tot vlak voor je gaat slapen, of doe dan ook geen andere belastende mentale activiteiten. Constant ‘online’ zijn (Twitter, Facebook, e-mail) behoort dus ook tot deze categorie van activiteiten.

Hoewel veel van deze tips misschien evident lijken, zijn ze wel degelijk effectief. Bovendien zijn er toch enkele verrassingen. Zo zal ik bv. mijn snooze-gewoonte moeten herzien vanaf nu. Dit deelt je slaap op in deeltjes die minder verkwikkend zijn. Bovendien verkort snoozing je REM-slaap.

Extra weetjes

  • Sommige medicijnen voor hoge bloeddruk, astma, of depressie kunnen slaapproblemen veroorzaken als bijwerking.
  • De behoefte aan slaap vermindert niet met de leeftijd (dus die mythe blijkt niet te kloppen). De mogelijkheid om 6 tot 8 uur aan een stuk te slapen kan wel verminderen met de leeftijd.
  • Als je met een slaapprobleem zit dat steeds terugkeert of al langer dan enkele weken duurt, is het een goed idee om te gaan praten met een dokter of een psycholoog.

Referenties

  • Artikel ‘Een Belg op de negen gebruikt slaap- of kalmeermiddelen’: deredactie.be.
  • Website American Psychological Association: APA.

Auteur: Michiel Crommelinck

Michiel Crommelinck is doctoraatsstudent in de Bedrijfspsychologie aan de Universiteit Gent (FPPW) en is verbonden aan de VIGOR Innovation Research Group. Zijn onderzoek focust zich op de rol van feedback in creativiteit, innovatie en ondernemerschap. Als onderdeel van zijn doctoraat deed hij zes maanden onderzoek in de VS (Rice University). Hij is tevens initiatiefnemer van Get Recruited (jobbeurs), medeoprichter van de Gentse Alumni Psychologie (GAP) en deze blog, Mensenkennis.be.