Open brief aan Dirk Bryssinck van Villa Voortman
Open brief aan Dirk Bryssinck, laureaat van de Acco prijs psycholoog van het jaar 2017 – Gentse Alumni Psychologie
Beste Dirk,
Dat we in een prestatiemaatschappij leven waarbij mensen hun gevoel van zelfwaarde in sterke mate samenhangt met hun gepercipieerde marktwaarde, hoef ik niet meer te vertellen. We weten dat al. Mensen gedragen zich als de marketeers van hun eigen leven. Ze hopen zichzelf en anderen de boodschap te verkopen dat ze geslaagd zijn. We willen streefdoelen halen, presteren op niveau en genieten zoals enkel kan in de glamour van onze verbeelding. Om dat te realiseren, beschouwen we onszelf en anderen als een te managen project met ‘potentials’, ‘targets’ en een ‘timing’. Echter, als onze mentale afvinklijst met verwezenlijkte targets niet zo gevuld is, worden we moedeloos. We worden zelf ‘target’ van een boemerang die in ons gezicht terugkeert. Dat hoef ik niet meer te vertellen, dat weten we al.
Friedrich Nietschze die wist ook iets, met name dat de mens een ziek dier is. Waar dieren met de evidentie van een instinct door het leven gaan, draait ons menselijk functioneren structureel in de soep. We ploeteren om te vinden hoe we goed kunnen leven, en best kunnen omgaan met anderen. Hoe minder we de evidenties van de maatschappij voor waar aannemen, of voor waar hebben kunnen ervaren, hoe meer we voor de opdracht staan om eigenhandig uit te zoeken op welke manier we er mee door gaan. Dit zieke-dier-gehalte – of zoals Jacques Lacan zou stellen: dit gebrek-aan-zijn – maakt ons als mens intiem kwetsbaar. Het vormt onze psychische kwetsbaarheid. Ingrijpende gebeurtenissen, of uitdagende leefomstandigheden kunnen deze kwetsbaarheid actualiseren en een wonde slaan die tot diep in onze vezels doordringt.
De mainstream hulpverlening biedt hierop vaak geen afdoend antwoord omdat ze zich ent op de evidenties van de maatschappij, en deze evidenties op kleinere schaal herhaalt. Mensen met psychische problemen worden dan onderwerp of voorwerp van allerlei professionele assessments. Die geven vervolgens aanleiding tot het formuleren van targets of ‘outcomes’ die we liefst zo efficiënt en effectief mogelijk bereiken. Wat dan centraal staat, is verandering of genezing in functie van een maatschappelijk ideaal van normaliteit. Groot onderhoud, nieuwe banden en terug de baan op.
Die aanpak werkt voor sommigen. Dit leidt er toe dat ze de draad opnieuw kunnen oppikken op de plek waar die hen eerder ontglipte. We weten echter ook, en ik ben blij dat jij dit sinds jaar en dag hebt aangestipt, dat die aanpak niet werkt voor een substantiële groep mensen die acuut of chronisch geconfronteerd worden met hun psychische kwetsbaarheid. Daardoor dreigen ze dubbel uit de boot te vallen: een eerste keer omdat ze hun draai niet vinden in de maatschappelijke tredmolen, en een tweede keer omdat ze de outcasts worden van de mainstream hulpverlening. Ofwel hebben ze binnen de DSM-logica meerdere diagnoses tegelijk, waardoor ze maar moeilijk een plek vinden binnen de keurig in hokjes opgedeelde zorg. Ofwel is hun probleem niet voldoende medisch of psychologisch voor de psy-werkers omdat ze vooral kampen met barre leefomstandigheden en sociaal isolement.
Plekken als Villa Voortman zorgen voor een alternatief; een alternatief dat maar bestaat bij gratie van de ‘ezelse’ koppigheid van sommigen om anders om te gaan met psychische kwetsbaarheid. Maar over deze karaktertrek zal ik nu niet uitweiden.
Het lopend doctoraatsonderzoek van Clara De Ruysscher binnen Villa Voortman leert dat een van de meest cruciale componenten van jullie werking bestaat uit het realiseren van een asielfunctie. Wellicht is dat geen verrassing. Toch iets meer daarover. De Brusselse psychoanalyticus Alfredo Zenoni maakt in zijn werk over het functioneren van instellingen een belangrijk onderscheid tussen de asielfunctie en de therapeutische functie. Meer en meer profileren GGZ initiatieven zich eenzijdig vanuit hun therapeutische functie: ze spitsen zich toe op het detecteren en verhelpen van psychische problemen. Een instelling, zo hoort men wel eens, is immers geen hotel, maar een plek waar moeilijkheden daadkrachtig worden aangepakt. Dergelijke daadkracht schrijft zich in binnen de logica van verandering of genezing in functie van een normaliteitsideaal. De asielfunctie staat daar diametraal tegenover en bestaat uit het aanbieden van vrije ruimte en tijd. Etymologisch stamt de term ‘asiel’ van het oud-Griekse woord ‘asylon’. Letterlijk betekent dat ‘vrijplaats’: het is een plek waar men niet gevat kan worden en waar men veilig is voor geweld. Een instelling realiseert deze functie als ze fungeert als toevluchtsoord waar mensen gewoon mogen ‘zijn’, waar ze veiligheid vinden tegen de onrust van de straat of andere gekmakende krachten. Een plek waar ze niet om hun oren worden geslagen met normatieve verwachtingen van buitenaf.
Wanneer de zorgzaamheid voor dergelijke vrijplaats wordt gecombineerd met het aanbieden van mogelijkheden tot individuele expressie en exploratie, zoals op echte ‘Villa-Voortman-momenten’ het geval is, kan iets anders ontstaan. Wat dan ontstaat, is een sociaal laboratorium en een plek voor expressie waar mensen elementen kunnen vinden of hervinden die houvast geven om te leven. Zo’n plek is zowel kwetsbaar als sterk. Ze is kwetsbaar omdat ze maar bestaat bij gratie van de ontmoetingen die hopelijk telkens opnieuw plaatsvinden; kwetsbaar omdat ze slechts functioneert in een aaneenschakeling van zorgzaam te benaderen momenten: Villa-Voortman-momenten. Daarnaast is ze ook sterk omdat ze heel concreet in haar werking toont dat de tegenstroom perspectieven tot leven biedt die de mainstream helemaal niet geeft.
Bedankt Dirk, om samen met alle andere bezoekers en bezielers van jullie initiatief ons te leren dat dergelijke Villa-Voortman-momenten geen pure utopie zijn. Ze bieden ons wel degelijk een houvast en een kritisch perspectief voor onze omgang met psychische kwetsbaarheid.
Gent, 23 mei 2017,
Big Hug,
Stijn
Auteur
Prof. Stijn Vanheule
Universiteit Gent
Vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie