Browse Tag: diagnose

Diagnose van het proces-Kim De Gelder

Wanneer het noodlot toeslaat zoeken wij verklaringen die soelaas bieden. Vroeger bij religie, vandaag in de wetenschap. Vandaag wordt de psychiatrie ter hulp geroepen, vooreerst om daders zoals Breivik, Van Themse en De Gelder als gek en gestoord te benoemen (‘Een normaal mens doet zoiets toch niet’); en vervolgens willen we van dezelfde psychiatrie horen dat de dader niet gek is, zodat we hem kunnen straffen.

De Gelder is geen psychopaat in de hedendaagse, forensische betekenis van het woord

Al vrij snel na het drama in Dendermonde, en op grond van de eerste informatie in de pers, was het duidelijk dat Kim De Gelder geen psychopaat is in de hedendaagse, forensische betekenis van het woord, zoals beschreven door Robert Hare. Alle essentiële kenmerken ontbreken, De Gelder is geen Dutroux.

Aanwijzingen voor paranoïde schizofrenie

In de daarop volgende periode kwam er geleidelijk verdere informatie, zowel over de voorgeschiedenis als over het drama zelf, en die bevatte meer en meer aanwijzingen in de richting van paranoïde schizofrenie. Binnen professionele kringen kon je dat toen zowel bij psychiaters als bij klinische psychologen horen, vaak genoeg met een profetische voorspelling – “Ze zullen dat niet naar voor durven schuiven, hij moet nu eenmaal hangen.”

Vandaag, op grond van het degelijk onderbouwd expertiseverslag door twee klinisch psychologen (Nathalie Laceur en Geert Hoornaert, die optraden namens de verdediging) ben ik er vrij zeker van dat dit de juiste diagnose is.

Systeem voor gerechtspsychiatrie ontbreekt

Betekent dit dat Kim De Gelder op grond van een dergelijke diagnose niet gestraft moet worden, dat hij ontoerekeningsvatbaar is? Het al of niet bestraffen is een discussie die nog gevoerd moet worden, ook en zelfs vooral na het stellen van een onderbouwde diagnose. Er zijn ethische grenzen aan de waanzin; psychose leidt slechts zelden tot dergelijke daden, en een diagnose op zichzelf kan nooit een vrijbrief zijn. Alleen komt die discussie er niet, op grond van de naïeve gedachte dat een psychiatrische diagnose meteen ontoerekeningsvatbaarheid impliceert en het ontbreken van een dergelijke diagnose regelrecht tot een veroordeling leidt. Dit soort naïviteit is alleen mogelijk omdat wij geen systeem voor gerechtspsychiatrie hebben dat die naam waardig is.

Vijf diagnoses

Ondertussen – en los van de uitspraak, die op het ogenblik van dit schrijven nog niet bekend is – kunnen we ook een aantal andere diagnoses maken.

  1. Het traumatische rouwproces bij de ouders, waarvan woede en wraaklust een normaal onderdeel vormen. Hier past een omgekeerde redenering in vergelijking met de vraag naar het al dan niet ziek zijn van de dader. Het is niet omdat dergelijke wraaklust en agressie normaal zijn, dat wij hen daarin moeten volgen. Eerder integendeel. Juist om dergelijke reacties te vermijden heeft elke beschaafde maatschappij een juridisch systeem ontwikkeld.
  2. Het evenzeer traumatische rouwproces bij die andere ouders, die in tegenstelling tot de vorige, geen steun vanuit de gemeenschap krijgen, met als treurige climax dat ze op een gegeven ogenblik de zittingen niet meer mochten bijwonen. Moreel zijn zij veroordeeld tot levenslang, zonder kans op respijt.
  3. De collectieve hysterie van het publiek in de zaal dat de tragiek afzwakt tot goedkoop sentiment en meegaat in de wraaklust, vermomd onder een roep naar gerechtigheid. Het is geen toeval dat de eed die getuigen moeten afleggen, begint met: “Ik zweer te spreken zonder haat en zonder vrees”.
  4. Het narcisme van de volksmenner, die het manipuleerbare karakter van de hysterische groep aangrijpt ter vermeerdering van de eigen eer en glorie. Dat het opgevoerde spektakel in naam van de waarheid en de gerechtigheid zou gebeuren, is een illusie. Goedkoop sentiment wordt altijd duur betaald, en dat zal hier vermoedelijk ook letterlijk het geval zijn.
  5. Ten slotte de belangrijkste diagnose: deze van het juridische systeem op zich. Een assisenproces met een volksjury onder het oog van de camera’s. Nogal wat juristen pleiten voor de afschaffing, dit zou niet meer passen in een modern rechtssysteem. Mijn kennis is te beperkt om daarover een gefundeerd oordeel te vellen. Wel zie ik dat dergelijke opzet de deuren wagenwijd openzet voor demagogie en groepsdruk, en bijgevolg niet bevorderlijk is voor gerechtigheid.

Sowieso naar de gevangenis

De aandacht die besteed werd aan de discussie over ofwel internering ofwel bestraffing is omgekeerd evenredig met het belang ervan. Zowel in het geval van internering als in het geval van bestraffing verdwijnt Kim De Gelder in de gevangenis. In beide gevallen wordt hij volgestouwd met medicijnen, in beide gevallen krijgt hij geen behandeling. De ironie is dat hij in geval van een veroordeling een reële kans maakt om ooit vrij te komen, bij internering is die kans nagenoeg nul. Een gevangenisstraf is dus in zijn voordeel. En ongetwijfeld gaan de cipiers straks weer staken, waarna zij met de vinger gewezen worden omdat ze hun werk niet doen. Dat is zo ongeveer hetzelfde als beweren dat de schuld van de economische crisis bij de doppers ligt. Ons gevangenissysteem werkt al jaren niet meer, en een beleid voor geïnterneerden hebben we al helemaal niet, getuige de herhaaldelijke veroordelingen van de Belgische staat door het hof van Straatsburg.

Als burger moet ik dit wel ervaren als een bankroet van de autoriteit, want blijkbaar is er niemand binnen het systeem zelf in staat deze jarenlange ontsporing te stoppen. De ontsporing van een falend gevangenisbeleid, van een falend interneringsbeleid, van een falend juridisch beleid. Iedereen weet dat, over die diagnose bestaat er geen enkele twijfel. Ons juridisch systeem is ongeneeslijk ziek, brengt de maatschappij ernstige schade toe en moet zo snel mogelijk geïnterneerd worden.

Referentie

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in De Morgen (24/03/2013).

Auteur: Paul Verhaeghe

Paul Verhaeghe is als gewoon hoogleraar verbonden aan de Vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie van de Universiteit Gent. Hij is auteur van onder andere ‘Identiteit’ en ‘Liefde in tijden van eenzaamheid’.