Omgaan met een kind met diabetes: ‘mind full’ of ‘mindful’?

Een kind opvoeden kan een hele uitdaging zijn. Maar wat als je kind ook nog eens een chronische ziekte heeft, zoals diabetes? Vooral bij jonge kinderen dragen ouders een grote verantwoordelijkheid over de dagelijkse diabetesbehandeling, wat kan zorgen voor gevoelens van stress en angst. Onderzoek toont bovendien aan dat dit in sommige gezinnen kan samengaan met een lager welzijn bij het kind. Maar hoe kunnen we tegengewicht bieden aan zo’n negatieve cirkel? Zijn er bepaalde kenmerken of vaardigheden die ouders kunnen ontwikkelen om op een andere manier om te gaan met dagelijkse spanningen? Vanuit de onderzoeksliteratuur krijgt mindfulness steeds meer aandacht. Echter, in de context van diabetes is dit concept nog maar weinig bestudeerd.

Wereldwijd neemt het aantal mensen met diabetes mellitus, ‘suikerziekte’ in de volksmond, toe. Diabetes is een chronische aandoening die gekenmerkt wordt door een verhoogd suikergehalte in het bloed, ofwel doordat het lichaam geen insuline kan aanmaken (type 1), ofwel doordat de aangemaakte insuline onvoldoende werkzaam is (type 2). Tot op heden is deze ziekte ongeneesbaar en enkel onder controle te houden mits het volgen van een strikt behandelschema. Diabetes kan reeds ontstaan op kinderleeftijd, wat doorgaans het geval is bij type 1. Naarmate kinderen ouder worden, kunnen zij steeds meer taken in de diabeteszorg op zich nemen. Tot de leeftijd van ongeveer 8 jaar, ligt deze verantwoordelijkheid doorgaans bijna volledig in handen van de ouders. Dit kan heel wat stress en angsten met zich meebrengen, wat op hun beurt een negatieve invloed kan hebben op het kind zelf.

Vermijdingsgedrag heeft vaak ook negatieve gevolgen

Wanneer mensen stress en/of angst ervaren, zijn zij vaak geneigd om in ‘automatische piloot’-modus te gaan. Een eenvoudig voorbeeld: wanneer iemand met een spinnenfobie geconfronteerd wordt met een exemplaar van dit achtpotige beestje, zal hij of zij hoogstwaarschijnlijk zo snel mogelijk de benen nemen. Maar iedereen die enige psychologische achtergrond heeft, weet dat herhaaldelijke vermijding het probleem niet zal oplossen. Wat wel soelaas kan bieden, is op een nieuwe manier leren omgaan met de situatie (bijvoorbeeld: de spin naar buiten helpen). In de context van diabetes rapporteren ouders vaak als grootste angst een hypoglycemie of te lage bloedsuikerspiegel bij hun kind. De symptomen van deze complicatie kunnen zeer beangstigend zijn (verwardheid, moeite met spreken, zweten, trillen…) en tijdig ingrijpen is noodzakelijk om erger te voorkomen. Sommige ouders kunnen hiervoor zodanig angstig zijn, dat ze bepaalde vermijdende gedragingen gaan stellen (bv. de bloedsuikerspiegel bewust te hoog zetten, hun kind altijd dicht bij hen in de buurt houden). Hoewel een hypoglycemie hierdoor op korte termijn wordt voorkomen, kunnen deze maatregelen een negatief effect hebben op lange termijn (gezondheidscomplicaties) en op de levenskwaliteit van hun kind (bv. zich ‘anders’ voelen dan leeftijdsgenootjes).

Niet op automatische piloot

Een mogelijke tegenhanger voor deze ‘automatische piloot’-modus is mindfulness, een soort ‘state of mind’ waarin mensen met hun volle aandacht in het hier en nu zijn en op een niet-oordelende manier naar zichzelf, anderen en de wereld kijken. Mindfulness zorgt ervoor dat je meer kan loskomen van automatische gedachten, gevoelens en gedragingen, waardoor je op een nieuwe manier kan leren omgaan met bepaalde situaties. We kunnen mindfulness zien als een kenmerk dat de ene persoon van nature meer bezit dan de ander, maar eveneens verder kan ontwikkeld en verfijnd worden. Interventies gebaseerd op mindfulness toonden reeds in andere contexten veelbelovende resultaten, bijvoorbeeld bij volwassenen met depressieve klachten. In het domein van diabetes bij kinderen is onderzoek naar mindfulness bij ouders tot op heden schaars. Enkele voorgaande onderzoeken tonen wel reeds positieve effecten, zoals een hogere levenskwaliteit van het kind en een beter geregelde diabetes.

Werkt mindful opvoeden nu echt?

In een recente studie van de Universiteit Gent werd aan 103 ouders (moeders en vaders) met een kind met diabetes type 1 (2-12 jaar) gevraagd om een aantal vragenlijsten in te vullen. De onderzoekers peilden naar opvoedingsstress, angst voor hypoglycemie en mindful opvoeden. De ouders vulden ook een vragenlijst in over de levenskwaliteit van hun kind met diabetes. Indien het kind ouder dan 7 jaar was, vulde hij of zij bovendien deze laatste vragenlijst ook zelf in.

De resultaten wijzen uit dat ouders die meer stress ervoeren gerelateerd aan het opvoeden van hun kind met diabetes, gemiddeld genomen een lagere levenskwaliteit rapporteerden bij hun kind. Ook ouders die angstiger waren voor hypoglycemieën rapporteerden een lagere levenskwaliteit bij hun kind dan minder angstige ouders. Tegen de verwachtingen in, vonden de onderzoekers geen verband tussen de mate van mindful opvoeden en de levenskwaliteit van de kinderen.

Samengevat kunnen we stellen dat stress- en angstklachten niet enkel een last zijn voor de ouder zelf, maar ook vaak samengaan met een lagere levenskwaliteit bij hun jonge kind met diabetes. Dit wijst op het belang van een goede begeleiding van ouders en op de nood aan gerichte interventies. De mogelijke positieve rol van een mindful opvoedingsstijl kon niet worden aangetoond. Toch moeten we het kind daarom niet zomaar met het badwater weggooien. Meer onderzoek hierover is nodig. In de toekomst kan bijvoorbeeld nagegaan worden hoe het precies komt dat ouderlijke stress en angsten samenhangen met een lagere levenskwaliteit bij het kind en welke positieve factoren deze vicieuze cirkel zouden kunnen doorbreken.

Auteur

Kim Debbaut studeerde in 2018 af als Master of Science in de Klinische Psychologie aan de Universiteit Gent. Ze schreef de Masterproef Mindful omgaan met een kind met diabetes: Een vragenlijststudie bij ouders en hun kinderen met diabetes type 1.