Browse Tag: werkgever

Een roze T-shirt of niet? Homo of lesbisch bij de Vlaamse overheid.

De Vlaamse overheid investeert al geruime tijd in een inclusieve werkomgeving met aandacht voor minderheidsgroepen. Daartoe zetten ze de voorbije jaren in op het uitgebreid bevragen van hun werknemers. Recent verzamelden medewerkers van de dienst Diversiteitsbeleid van de Vlaamse overheid gegevens bij meer dan 4.000 werknemers, waarvan 265 zich identificeerden als homo of lesbisch. Onderzoekers van de UGent gingen met deze data aan de slag en besteedden daarbij bijzondere aandacht aan ‘zichtbaarheidsmanagement’: strategieën die holebi’s hanteren om hun seksuele oriëntatie kenbaar te maken (door bv. iets te zeggen over je partner of door te verwijzen naar de gay bar die je vorig weekend bezocht). Hoe open of gesloten zijn ze? Dat was de centrale vraag.

De Vlaamse overheid: een holebivriendelijke werkgever?
De meeste deelnemers aan het onderzoek omschrijven diverse diensten binnen de Vlaamse overheid als een holebi-vriendelijke werkomgeving. Ze geven hun werkomgeving daarbij gemiddeld een score van vier op vijf. Vier op vijf van alle deelnemers geeft ook aan dat ze holebi’s op het werk kennen. Toch tonen sommige gegevens ook aan dat homonegativiteit in bepaalde uitingsvormen vrij courant is: zestig procent geeft aan wel eens grapjes te horen over holebi’s en transgenders op het werk, 28% was getuige van het gebruik van scheldwoorden zoals janet of flikker. Eén op vijf van de deelnemers zegt dat er wel eens wordt geroddeld over holebi collega’s. Ongeveer één op tien van de deelnemers verwijst naar seksueel ongepaste opmerkingen. Verbale intimidatie en fysiek geweld zijn gelukkig eerder zeldzaam (respectievelijk 4% en 0,3%). Onze steekproef was wel niet representatief. Deelnemers boden zich immers vrijwillig aan. Dat maakt dat er bijvoorbeeld meer hoger opgeleiden deelnamen dan lager opgeleiden.

Het belang van rolmodellen of de kracht van het getal?
De studie toont aan dat ‘rolmodellen’ een positieve impact kunnen uitoefenen op holebi werknemers. Zij die holebi collega’s hebben zijn immers meer open over hun seksuele oriëntatie op de werkvloer. Toch is er misschien ook een andere verklaring: size matters? Grotere aantallen van seksuele minderheden op het werk zorgen voor sterkere sociale netwerken, meer sociale steun en sterken individuen in het maken van specifieke persoonlijke keuzes. Verder zien we dat werknemers die in het verleden getuige waren van homonegatieve incidenten, vaker een onderscheid maken tussen privé en werk. Zij zijn wel open over hun seksuele oriëntatie in een vertrouwde maar niet in een professionele omgeving. Verrassend: zij die zelf ooit geconfronteerd werden met homonegativiteit (bv. seksueel ongepaste mopjes of scheldwoorden), bleken meer open te zijn over hun seksuele oriëntatie. Dit toont aan dat openheid ook een zekere kwetsbaarheid met zich meebrengt: als anderen je kunnen herkennen als holebi dan verhoog je ook de kans dat je het mikpunt wordt van homonegativiteit.

Spelen de kenmerken van de job een rol?
De kenmerken van de job kunnen een gevoel van veiligheid geven. Iemand met een vast contract heeft bijvoorbeeld minder te verliezen in vergelijking met iemand met een tijdelijke aanstelling. Voor hen met een vast contract zou het veilig moeten zijn om zich als holebi kenbaar te maken. Het omgekeerde zou gelden voor iemand met een hoge functie (bv. hoger kader of management): zij hebben veel te verliezen op vlak van loon, prestige en autoriteit en nemen dus best niet al te veel risico’s. Deze studie toont echter aan dat geen van beide kenmerken samenging met zichtbaarheidsmanagement van holebi werknemers.

Besluit
Binnen een relatief holebivriendelijke werkomgeving zijn er specifieke factoren (zichtbaarheid van andere holebi’s, homonegatieve ervaringen) die samengaan met zichtbaarheidsmanagement bij holebi’s. Toekomstige studies moeten ook aandacht besteden aan oorzaak-gevolg relaties en streven naar een meer representatief beeld binnen overheden. Ook in andere werkomgevingen, waar men minder inspanningen levert om diversiteit te waarderen en mogelijk te maken, is er nood aan meer kennis.

Bron
Dewaele, A., Van Houtte, M., Buysse, A., Lyubayeva, A.,Trippas, M., and Baeken, A. (2019). What Predicts Visibility Management at Work? A Study of Gay, Lesbian, and Bisexual Flemish Government Employees. Psychologica Belgica, 59, 1, 78–95.

 

Kan jobhopping uw carrière schaden?

Jobhopportunisme

“Zorg er voor dat je minstens twee jaar bij je huidige werkgever blijft en liefst geen al te lange periodes tussen twee jobs.”  Dit is het advies die we sinds jaar en dag meekrijgen over hoe een goed CV er moet uitzien. Het is nog maar de vraag of dergelijke opvattingen over hoe we aan carrièreplanning moeten doen, vandaag de dag nog steeds gelden. Onze wispelturige economie en de daaropvolgende innovatiedrang doen de jobmarkt regelmatig op zijn grondvesten daveren en zowel bij werkgevers als werknemers is er een mentaliteitswijziging merkbaar.

Werknemers zijn minder honkvast en voor bedrijven is het uiteraard nog steeds belangrijk om zoveel mogelijk jaren uit de carrière van hun meest waardevolle talenten te halen, maar dit hoeft niet meer per se over één aansluitende periode gaan.

Verschillende korte jobepisodes op een CV van jobkandidaten vormen steeds minder een probleem voor bedrijven en de regel van twee jaar lijkt op weinig gebaseerd. Vanuit het standpunt van werknemers wordt de keuze om van job te veranderen vooral beïnvloed door de levens-en carrière fase waarin men zich bevindt. Evidentie wijst uit dat indien men aan het begin van een carrière staat, mobiliteit (zowel binnen als tussen organisaties) enkele belangrijke voordelen kan opleveren. Het biedt net-afgestudeerden bijvoorbeeld een grotere verscheidenheid aan leerervaringen om broodnodige praktische vaardigheden te ontwikkelen. Het is eveneens een  uitgelezen kans om verschillende carrièrepaden uit te proberen en om een stevig netwerk uit te bouwen. In deze context, moet ‘jobhoppen’ vooral worden gezien als een investering in een carrière waar de klemtoon ligt op leren, exploratie, inhoud en autonomie. Voor werknemers die zich reeds in het midden van hun carrière bevinden, is het veranderen van job minder evident. In de eerste plaats wegens de grotere verantwoordelijkheden op persoonlijk vlak (bv. het hebben van een familie of afbetalen van een hypotheek) waarmee er rekening moet worden gehouden. Bovendien vereist een professionele heroriëntatie in deze fase van een carrière een veel grotere inspanning. Desalniettemin kunnen meer ervaren werknemers een jobverandering overwegen maar dan vooral met het oog op het verbeteren van de huidige levensstandaard of om carrière stagnatie te vermijden.

Worden jobhoppers als minder loyale werknemers gezien?

Ook bedrijven dragen een grote verantwoordelijkheid om na te denken over welke strategieën ze kunnen hanteren om werknemers langer aan zich te binden.  Zo is het niet aan te raden om systematisch loonsverhogingen toe te kennen aan werknemers die ergens anders een jobaanbieding hebben afgedwongen en dus een tegenbod verwachten van hun werkgever. Deze onderhandelings-praktijk vormt in de eerste plaats een krachtig signaal voor werknemers dat ze actief op zoek moeten gaan naar externe opportuniteiten om hun positie in hun huidig bedrijf te versterken. Nochtans wijst onderzoek uit dat actief jobhunten de kans vergroot dat werknemers effectief van werk zullen veranderen en dat de beste werkkrachten doorgaans ook de beste externe aanbiedingen ontvangen. Bovendien kunnen werknemers zich zelfs verplicht voelen om te veranderen van werk, zelfs als men niet helemaal enthousiast is over een externe jobaanbieding, om geen gezichtsverlies te lijden wanneer ze geen tegenbod ontvangen van hun huidige werkgever. Daarom is het cruciaal om  ruimte te laten voor open en eerlijke communicatie over de verwachtingen die werknemers hebben over de duur en aard van hun samenwerking. Indien werknemers alsnog beslissen om te vertrekken, hoeft de deur niet definitief gesloten te blijven. Integendeel, organisaties hebben er belang bij dat werknemers in goede verstandhouding het bedrijf kunnen verlaten. Zo stemmen steeds organisaties hun HR-strategie af op de verhoogde mobiliteit van werknemers en voorzien zelfs programma’s om terugkerende personeelsleden aan te werven.

Ondanks de potentiële voordelen van jobmobiliteit, vergt de opstartfase in een nieuwe job en het constant uitkijken naar opportuniteiten veel energie en kan als stresserend worden ervaren. Op termijn is het dus niet houdbaar om frequent te blijven veranderen van job. Helaas kunnen we u geen sluitend antwoord geven over de wenselijkheid van een jobverandering aangezien het van heel wat factoren afhangt die telkens weer moeten worden afgewogen. Jobhoppen mag geen doel op zich zijn maar lijkt dus wel een geschikt hulpmiddel, vooral voor jonge professionals, om te voldoen aan hun behoefte aan meer ontwikkelingsmogelijkheden en aan uitdagende jobinhoud.

Auteur: Toon Devloo

Toon Devloo behaalde zijn doctoraat in de bedrijfspsychologie aan de Universiteit Gent. Hij werkt momenteel als Training & Development Architect bij Technisys in Argentinië.