Browse Tag: onderzoek

Creatief rekruteren: Stuur eens een postkaart!

Onlangs kopte Jobat over een Talent Motivation Study bij 878 ingenieurs: Jobinhoud en loon komen op de eerste plaats voor ingenieurs. Weten wat werknemers verwachten van een werkgever heeft zo zijn voordelen, maar is dit de dag van vandaag nog voldoende om het nodige talent aan te trekken?

Rekruteren = een uitdaging

De krimpende arbeidsmarkt betekent niet dat de “War for talent” voorbij is. Integendeel, ondanks de vele ontslagen blijft het voor veel organisaties moeilijk om vacatures in te vullen. Voornamelijk om profielen die passen binnen “knelpunt beroepen” zoals IT’ers, verpleegkundigen en ingenieurs wordt nog steeds een felle strijd uitgevochten.

Efficiënt rekruteren vormt dan ook voor vele organisaties een grote uitdaging. Daarenboven is rekrutering van cruciaal belang voor de continuïteit van de organisatie. Immers, hoe kleiner de groep mensen die interesse toont in de organisatie als werkgever, hoe kleiner de effectieve pool van sollicitanten en hoe kleiner de kans dat de functie wordt ingevuld. Om rekrutering te doen slagen zal met gelijke middelen in dezelfde vijver vissen niet volstaan. Organisaties moeten iets anders doen.

Rekruteren = opvallen

Organisaties moeten zich tijdens rekrutering meer en meer gaan differentiëren van hun concurrenten op de arbeidsmarkt. Ze staan voor de uitdaging om een “unieke saus” te creëren. Een mix van imagokenmerken en arbeidsvoorwaarden die moeilijk te imiteren vallen door concurrenten maar wel in de smaak vallen bij de huidige en toekomstige werknemers. Kortom, om talent aan te werven moeten organisaties opvallen bij potentiële sollicitanten. Maar hoe kan je dit dan concreet gaan doen tijdens rekrutering?

Creatief rekruteren

Recent rekruteringsonderzoek ging na of een ongewoon en creatief rekruteringsmedium een positieve invloed had op het aantal en de kwaliteit van de effectieve sollicitanten. 1997 ingenieurs werden aangeschreven, de ene helft kreeg een e-mail de andere helft ontving thuis een postkaart met hetzelfde uitzicht als de e-mail. In totaal solliciteerden 62 ingenieurs effectief voor de functie.

Niet veel zal u denken, maar wanneer we kijken naar het verschil tussen het traditionele rekruteringsmedium en de ongewone postkaart valt iets op: 51 (82%) van de effectieve sollicitanten solliciteerde na het ontvangen van de postkaart en slechts 11 (18%) deden dit na het ontvangen van de e-mail. Nog opvallender is dat sollicitanten die reageerden op de postkaart hoger opgeleid waren, en zo beter in het gezochte profiel pasten dan sollicitanten die een e-mail ontvingen. We kunnen dus concluderen dat de postkaart een grotere en kwalitatief beter sollicitantenpool genereerde dan de e-mail.

Creatief rekruteren = duur?

Zijn meer en betere sollicitanten wel voldoende om te kunnen spreken van een efficiënt rekruteringsproces? Wat met de kosten die verbonden zijn aan de postkaart in vergelijking met de e-mail die gratis kan verstuurd worden. Op basis van een utiliteitsformule die verschillende indicatoren in acht neemt kwamen de onderzoekers tot de volgende conclusie : Indien de organisatie 10 mensen zou aannemen, die ongeveer 5 jaar in de organisatie blijven werken dan zal de postkaart, zelfs met een extra kost van 730 euro, nog steeds 23.352 euro méér opbrengen voor de organisatie dan de e-mail. Deze uitkomst wordt vooral verklaard door het verschil in opleidingsniveau tussen de twee groepen. Creatief rekruteren is dus op lange termijn zeker niet duurder dan traditionele vormen van rekrutering.

Conclusie

Creatief rekruteren kan voordelen bieden voor organisaties in hun strijd om talent. Niet alleen kunnen ze zich zo onderscheiden van hun concurrenten, maar door creatief te rekruteren kunnen ze de aandacht trekken van potentiële sollicitanten. Dit kan resulteren in een grotere en betere sollicitantenpool. Kortom, als je rekruteert moet je opvallen en creatief zijn!

Referenties

  • Cromheecke, S., Van Hoye, G., & Lievens, F. (in press). Changing things up in recruitment: Effects of a “strange” recruitment medium on applicant pool quantity and quality. Journal of Occupational and Organizational Psychology.

Deze studie kwam tot stand in samenwerking met Stepstone. http://www.stepstone.com/?pid=visibility-products.

Auteur: Saartje Cromheecke

Saartje Cromheecke is assistent en doctoraatstudent aan de vakgroep Personeelsbeleid, Arbeids-, en Organisatiepsychologie van de Universiteit Gent. Haar onderzoek focust op employer branding en hoe organisaties zich door middel van rekrutering kunnen differentiëren.

 

Vooroordelen en racisme bij ouders en kinderen: De appel valt niet ver van de boom

Vooroordelen in al hun vormen lijken helaas aan een opmars bezig te zijn, zowel in West-Europa als daarbuiten. Verhalen over sexisme, gay-bashing, en aanslagen tegen mensen op basis van religieuze of etnische achtergrond halen meer dan geregeld de pers en wijzen erop dat er mogelijks een toenemend maatschappelijk probleem van onverdraagzaamheid is.

Hoe meer vooroordelen bij ouders, hoe meer vooroordelen bij kinderen

Om de vraag naar hoe vooroordelen zich ontwikkelen te beantwoorden hebben ontwikkelingspsychologen het verband onderzocht tussen vooroordelen bij ouders en vooroordelen bij hun kinderen. In een recente meta-analyse werd de stand van zaken van dit onderzoek opgemaakt. Tot nu toe werden over dit thema 131 studies uitgevoerd, goed voor gegevens over meer dan 45000 ouder-kind relaties. De meta-analyse brengt al deze resultaten samen, en bekijkt de effecten over de studies heen.

De conclusie van de studie was duidelijk. Er bestaat inderdaad een robuust verband tussen de vooroordelen van ouders en die van kinderen. Bovendien werd dit verband gevonden over diverse vormen van vooroordelen en verschillende manieren om vooroordelen te meten heen. Hoe meer vooroordelen bij ouders, hoe meer vooroordelen bij kinderen. De spreekwoordelijke appel lijkt dus inderdaad niet ver van de boom te vallen.

Onderzoek naar vooroordelen in Vlaanderen

Onderzoek in Vlaanderen (bijvoorbeeld Duriez, 2011; Duriez, Soenens, & Vansteenkiste, 2008; Duriez, Vansteenkiste, Soenens, & De Witte, 2007) suggereert dat ouders met een neiging tot vooroordelen bepaalde doelen meer centraal stellen in opvoeding: ze beklemtonen bijvoorbeeld vaker het belang van materialisme en financieel succes of het belang van conformisme en behoudsgezindheid. Naarmate deze doelen sterker in de opvoeding beklemtoond worden vertonen adolescenten ook een grotere neiging tot vooroordelen.

  • Wanneer materialisme beklemtoond wordt ontwikkelen adolescenten meer bepaald een ‘dog-eat-dog’ overtuiging waarbij zij het grootste deel van de koek willen en anderen als te bekampen en misprezen concurrenten zien.
  • Wanneer conformisme en conservatisme worden beklemtoond ontwikkelen adolescenten de overtuiging dat de wereld een gevaarlijke plek is waarin sommige mensen en groepen weigeren om zich conform de regels van de meerderheid te gedragen. Deze gevoelens van bedreiging kunnen zich dan manifesteren in vooroordelen.

Dit is een bevinding die tot nadenken stemt in een maatschappij waarin, als we de recente verkiezingsuitslagen mogen geloven, conservatisme aan een opmars lijkt bezig te zijn.

Referenties

  • Degner, J., & Dalege, J. (in press). The apple does not fall far from the tree, or does it? A meta-analysis of parent-child similarity in intergroup attitudes. Psychological Bulletin.
  • Duriez, B. (2011). Adolescent ethnic prejudice: Understanding the effects of parental extrinsic versus intrinsic goal promotion. Journal of Social Psychology, 151, 441-454.
  • Duriez, B., Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2008). The intergenerational transmission of authoritarianism: The mediating role of parental goal promotion. Journal of Research in Personality, 42, 622-642.
  • Duriez, B., Vansteenkiste, M., Soenens, B., & De Witte, H. (2007). The social costs of extrinsic relative to intrinsic goal pursuits: Their relation with social dominance and racial and ethnic prejudice. Journal of Personality, 75, 757-782.

Auteurs: Bart Soenens en Kristof Dhont

Bart Soenens is docent in de Vakgroep Ontwikkelings-, Sociale, en Persoonlijkheidspsychologie. Hij doceert inleidende vakken ontwikkelingspsychologie. Zijn onderzoek handelt voornamelijk over de ouder-kind relatie tijdens de adolescentie. Een centraal thema in zijn onderzoek is de rol van controlerend en autonomie-ondersteunend opvoeden in de persoonlijkheidsontwikkeling, motivatie, en aanpassing van kinderen en adolescenten. Hij doet ook onderzoek over identiteitsontwikkeling, hechting, vooroordelen, perfectionisme, en processen van intergenerationale transmissie.

Kristof Dhont is postdoctoraal onderzoeker bij het FWO en verbonden aan de vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie van de Universiteit Gent. Zijn onderzoek situeert zich in het domein van de sociale en politieke psychologie en focust op de situationele en dispositionele oorzaken van vooroordelen en racisme. Hij bestudeert onder andere de invloed van intergroepscontact en de maatschappelijke groepscontext, alsook de rol van sociaal-ideologische attitudes en cognitieve stijl.