Investeren in Rekrutering en Selectie: Waarom de kostprijs relatief is?
Creatieve rekruteringskanalen (e.g. een postkaart) kunnen effectiever zijn dan de klassieke rekruteringskanalen (e.g. een mail). Hoewel de kost van deze creatieve aanpak kan oplopen, berekende Saartje dat deze creatieve investering uiteindelijk veel meer oplevert. Maar hoe bereken je dit nu precies, vroegen veel van onze lezers zich af. In deze blogpost maakt Saartje ons wegwijs in het bereken van de ROI van rekruteringsactiviteiten op basis van de utiliteitsformule:
ΔU= rxy x SDy x ΔZx x T x N – ΔC
Laten we uitgaan van het voorbeeld uit de vorige blogpost waarbij een organisatie rekruteerde via enerzijds een postkaart en anderzijds een e-mail.
Uitkomst van de utiliteitsformule
Het doel van een utiliteitsformule is het uitdrukken van het verschil tussen twee rekruteringsactiviteiten of selectieprocedures in geld (ΔU). Eenvoudig zal u denken. We laten als organisatie 1000 postkaartjes drukken, via een niet nader te noemen website, en dat kost ons ongeveer 80 euro. Daarenboven komt nog eens 650 euro voor de postzegels. In totaal zal de postkaart ons dus ongeveer 730 euro kosten. Voor de e-mail daarentegen gebruiken we onze eigen databank van potentiële sollicitanten en sturen hen gratis de vacature door. De postkaart is dus duidelijk duurder dan de e-mail. Wel, dit is een goed begin, maar levert ons slecht het laatste element van de utiliteitsformule op. De ΔC of het verschil tussen de twee procedures uitgedrukt in euro’s.
Kwaliteit en aantal sollicitanten
Bij selectie wordt er steeds gewerkt met bepaalde criteria of tools die toelaten om de kwaliteit van sollicitanten op een objectieve manier te vergelijken. In ons voorbeeld werd de opleiding gebruikt (zie tabel voor enkele ander indicatoren). Nu willen we weten in welke mate deze indicator een voorspeller is van latere prestaties in de job (rxy). Onderzoek toonde aan dat deze waarde voor opleiding 0,10 bedraagt, uiteraard hoe hoger deze waarde hoe beter de selectie.
Indicator |
Voorspellende kracht |
Criteria | |
Werkervaring |
0,18 |
Opleiding |
0,10 |
Tools | |
Gestructureerde interviews |
0,51 |
Assessment Center |
0,37 |
Referenties |
0,26 |
Echter, dit laat ons nog niet toe om een vergelijking te maken tussen de twee media. Hiervoor berekenen we het verschil in de gemiddelde gestandaardiseerde[1] waarde van opleiding in beide groepen (ΔZx):0,2912 = 0.8367 voor de postkaart – 0.5455 voor de e-mail. Met betrekking tot de prestaties willen we ook weten wat een goede kandidaat nu eigenlijk opbrengt voor een organisatie (SDy). Uit onderzoek blijkt dat deze meerwaarde ongeveer gelijk is aan 40% van het bruto jaarsalaris. De organisatie in ons voorbeeld was op zoek naar ingenieurs met ongeveer 10 jaar werkervaring. In een recente rondvraag blijkt dat deze doelgroep gemiddeld ongeveer 41.352 euro per jaar verdient; 40% hiervan is 16.540 euro. Ten slotte blijven er nog 2 indicatoren over: het aantal jaar dat iemand de functie zal uitoefenen (T) en het aantal nieuwe werknemers die de organisatie wil aannemen (N). Aangezien het hier gaat om één managementfunctie verwachten we dat de nieuwe werknemer ongeveer 5 jaar zijn/haar functie zal blijven uitoefenen.
Het resultaat
ΔU= 0,10 x 16.540 euro x 0,2912 x 5 x 1 -730 euro
Wanneer we alle indicatoren invullen in de formule zien we dat er een verschil is in utiliteit tussen de postkaart en de e-mail van 1.678,22 euro, in het voordeel van de postkaart. Een uitkomst die we op het eerste zicht niet hadden verwacht aangezien de kosten van de postkaart veel hoger zijn dan die van de e-mail. Dit positieve verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de betere kwaliteit van de kandidaten in de postkaart conditie. Echt interessant wordt het als we met deze procedure meerdere mensen zouden aanwerven. Bij 3 kandidaten creëren we al een meerwaarde van 6.494,67 euro. Hoe meer mensen we aanwerven, hoe meer profit! Indien de organisatie een andere indicator had gebruikt, met een hogere voorspellende waarde, dan was het resultaat waarschijnlijk nog beter geweest.
Aantal aanwervingen |
Utiliteit |
1 |
1.678,22 euro |
2 |
4.086,45 euro |
3 |
6.494,67 euro |
4 |
8.902,90 euro |
5 |
11.311,12 euro |
Conclusie
Zo zie je maar dat een op het eerste zicht duur rekruteringsmedium een groter ROI oplevert dan een goedkoper medium. Om te bepalen of een rekruteringsprocedure of selectieproces efficiënt is moeten we zowel de kostprijs als indicatoren over de kwaliteit en het aantal sollicitanten in rekening brengen. Enkel op deze manier kunnen we een volledig en correct inzicht krijgen in de utiliteit van de volledige procedure.
Referenties
- Boudreau, J. W. & Rynes, S. L. (1985). Role of recruitment in staffing utility analysis. Journal of Applied Psychology, 70, 354-366.
- Carlson, K. D., Connerley, M. L., & Mecham, R. L. (2002). Recruitment evaluation: The case for assessing the quality of applicants attracted. Personnel Psychology, 55, 461-490.
- Cromheecke, S., Van Hoye, G., & Lievens, F. (in press). Changing things up in recruitment: Effects of a “strange” recruitment medium on applicant pool quantity and quality. Journal of Occupational and Organizational Psychology.
Auteur: Saartje Cromheecke
Saartje Cromheecke is assistent en doctoraatstudent aan de vakgroep Personeelsbeleid, Arbeids-, en Organisatiepsychologie van de Universiteit Gent. Haar onderzoek focust op employer branding en hoe organisaties zich door middel van rekrutering kunnen differentiëren.
[1] Deze waarde kan berekend worden met een statistisch programma en laat ons toe om waarden met elkaar te vergelijken.