Seksuele gezondheid in Vlaanderen: de cijfers
Wetenschappers van de UGent, KU Leuven en het UZGent hebben voor het eerst representatieve cijfers verzameld over seksuele gezondheid in Vlaanderen. Dit lijkt misschien niet zo bijzonder maar dat is het wel. Het is immers de eerste wetenschappelijk studie die bij een representatieve groep van de Vlaamse bevolking op een uitgebreide manier betrouwbare gegevens verzamelt over allerhande thema’s gerelateerd aan seksuele gezondheid. De ‘Sexpert-studie’ wil bovendien ook een beleid inspireren, gericht op seksuele gezondheid.
De studie
De Sexpert-studie is gebaseerd op een representatieve steekproef van 1832 Vlamingen met een leeftijd tussen 14 en 80 jaar. Op toevallige basis selecteerden we adressen die we via het Rijksregister verkregen. De respondenten werden thuis bezocht door een interviewer die een uitgebreide vragenlijst afnam. Om zoveel als mogelijk sociaal wenselijke antwoorden te vermijden, vulden de respondenten alle gevoelige gegevens zelf in op een laptop zonder tussenkomst van de interviewer. De Sexpert-studie omvatte behalve een klassieke vragenlijst, tevens ook het verzamelen van speekselstalen. Op basis van die speekselstalen kunnen we op termijn ook nagaan in welke mate hormoonwaarden (testosteron, cortisol en androsteendione) en hormoongevoeligheid samenhangen met seksuele gezondheid.
De seksuele gezondheid van de Vlaming: een overwegend positief verhaal
Praten over seks
De meeste respondenten ervaren hun gezinsklimaat als eerder open met betrekking tot seks en relaties. Jongeren praten meer over seks en relaties in hun gezin dan dat ze daar behoefte aan hebben. Dit gaat een beetje in tegen de idee dat er weinig in het gezin kan gepraat worden over seks en relaties. Binnen de groep ouder dan 26 jaar geeft wel ongeveer 40% aan dat ze in hun gezin van herkomst met niemand hierover konden praten.
Tevredenheid met seksleven
Vlamingen zijn gemiddeld tevreden over hun seksleven. Er is ook een aanzienlijke groep die wel eens seksgerelateerde problemen ervaart (met betrekking tot zwangerschap, seksuele disfuncties,…) maar toch tevreden is over het seksleven. Soa’s komen verder relatief weinig voor en ook tienerzwangerschappen zijn heel erg zeldzaam. Wilde verhalen die mensen daaromtrent oppikken in de media blijken dus zeker niet erg gangbaar te zijn. Vlamingen hebben gemiddeld één keer per week seks maar achter dit gemiddelde schuilt nog heel wat variatie. Zo heeft ongeveer één op vijf de voorbije zes maanden geen seks gehad, een even groot deel twee keer per week en nog eens één op vijf heeft drie keer of meer seks per week.
De eerste keer
De meeste respondenten hebben hun ‘eerste keer’ seks als positief ervaren. De huidige generatie jongvolwassenen start vroeger met seks, maar ze zijn er daarom niet minder klaar voor: de leeftijd waarop men de eerste keer geslachtsgemeenschap had, is gedaald. Bij 65-plussers was dat op 21-jarige leeftijd. Bij de jongvolwassenen (18-29 jaar) is dat gemiddeld op 17 jaar. Maar gemiddeld genomen duurt het traject van de eerste tongzoen tot aan de eerste keer geslachtsgemeenschap, even lang bij alle leeftijdsgroepen. Ook hier dus geen doembeeld over een losgeslagen generatie jongeren.
Knelpunten?
Toch zijn er ook een aantal knelpunten die uit het onderzoek naar voor komen en die de aandacht verdienen. Dit is in het bijzonder het geval wat betreft seksuele disfuncties en ervaringen met grensoverschrijdend gedrag.
Seksuele disfuncties
Vrouwen rapporteren meer seksuele disfuncties dan mannen: 8% van de mannen, 20% van de vrouwen. Mannen hebben daarbij vooral last van ‘te veel zin in seks’, ‘te snel klaarkomen’, of ‘het niet kunnen krijgen/aanhouden van een erectie’. Vrouwen hebben vooral last van ‘geen orgasme kunnen krijgen’, ‘te weinig zin in seks’, ‘niet vochtig worden of het onvoldoende vochtig blijven van de vagina’. Het is ook een jammerlijke zaak dat weinig mensen hulp zoeken voor seksuele problemen: slechts één op tien mannen en één op vijf vrouwen. Het taboe met betrekking tot seksuele problemen speelt hier ongetwijfeld een rol. Sexpert wil samen met belanghebbende organisaties verkennen in welke mate laagdrempelige initiatieven genomen kunnen worden.
Grensoverschrijdend gedrag
In de Sexpert-studie werden ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag (i.e. SGG) uitgebreid in kaart gebracht. Zowel de minder ernstige (bv. ongewenste seksuele aanrakingen) tot de meer ernstige vormen (poging tot verkrachting en verkrachting) namen we op in dit onderzoek. Ook op dit vlak zijn vrouwen meer kwetsbaar dan mannen. 22% van de vrouwen rapporteren vóór de leeftijd van 18 jaar ervaringen met SGG, bij mannen is dat 11%. Na de leeftijd van 18 jaar betreft het 14% van de vrouwen en 2% van de mannen. Ongeveer één op tien van de vrouwen meldt zowel voor als na de leeftijd van 18 jaar een ervaring met verkrachting of poging tot verkrachting. Hoewel deze cijfers vergelijkbaar zijn met de beschikbare gegevens in de ons omringende landen blijven deze cijfers erg onrustwekkend.
Seksuele gezondheid in Vlaanderen: Een blik op de toekomst…
De Sexpert-studie wordt afgesloten eind oktober 2013. Opdat de onderzoeksresultaten ook effectief een impact zouden hebben, gaat het Sexpert-team in het voorjaar van 2013 contact opnemen met heel wat stakeholders (bv. Sensoa) om een insteek te kunnen leveren voor een beleid dat zich richt op een betere seksuele gezondheid in Vlaanderen. Daarnaast zullen er ook nog resultaten bekend worden gemaakt van een studie naar de seksuele gezondheid van holebi’s en van personen van Turkse en Marokkaanse origine.
Auteur: Alexis Dewaele
Alexis Dewaele behaalde een master in de psychologie en een doctoraat in de sociologie. Gedurende acht jaar werkte hij voor het Steunpunt Gelijkekansenbeleid (Universiteit Antwerpen – Universiteit Hasselt) waar hij onderzoek deed naar de maatschappelijke context van seksuele minderheden in Vlaanderen. Momenteel werkt hij aan de faculteit psychologie van de Universiteit Gent waar hij coördinator is van een grootschalige studie naar seksuele gezondheid in Vlaanderen (Sexpert). Zijn meest centrale onderzoeksthema’s zijn (seksuele) identiteit, sociale netwerken, minderheidsstress, mentaal welbevinden en seksuele gezondheid.