Browse Tag: publiek

Virtueel aangestaard: de invloed van een virtueel publiek op taakprestatie, leren en stress

Het is eindelijk zo ver: na maanden repeteren speelt het theatergezelschap voor een uitverkochte zaal. Dennis voelt meteen de kick wanneer hij in de schijnwerpers staat en overtreft zichzelf. Kim daarentegen verstijft bij het zien van de volle zaal en struikelt over zowat elke zin. Herkenbaar? Hoe denk je dat je zelf zou reageren wanneer alle ogen op jou zijn gericht? En maakt het verschil of je ‘in het echt’ op een podium staat, of op een virtuele manier met behulp van de nieuwste technologie?

Al meer dan een eeuw geleden stelden wetenschappers vast dat mensen beïnvloed worden door de aanwezigheid van toeschouwers wanneer ze een taak uitvoeren. Doorgaans stijgt onze stress in het bijzijn van een publiek. Ook worden we over het algemeen beter in het uitvoeren van makkelijke taken, maar slechter in het uitvoeren van moeilijke en nieuwe taken wanneer we deze uitvoeren voor een publiek.

Een interessant verschil met 100 jaar geleden is echter dat de opkomst van nieuwe technologie zoals virtual reality (VR) het mogelijk maakt om taken te oefenen en uit te voeren in een virtuele wereld met virtuele toeschouwers. In plaats van elke avond in de keuken teksten te herhalen, zouden Dennis en Kim bijvoorbeeld een VR-bril kunnen opzetten en zich in een uitverkocht theater kunnen wanen. Maar zouden deze virtuele toeschouwers ook een gelijkaardig effect hebben in vergelijking met een echt publiek? Dat wilden we testen in onze studie.

De impact van het horen en zien van een virtueel publiek

In onze studie kregen de deelnemers acht bollen te zien in VR. Deze bollen lichtten een voor een op, en de taak was om de oplichtende bol zo snel en juist mogelijk aan te raken met een van de controllers. Aangezien de bollen steeds in terugkerende patronen oplichtten, konden deelnemers de volgordes aanleren. Taakprestatie maten we op basis van reactiesnelheid en het aantal fouten, en het aanleren maten we door naar de evolutie in reactiesnelheid en het aantal fouten doorheen de taak te kijken.

Ook het ervaren van stress brachten we in kaart via zelfrapportage en fysiologische metingen (namelijk pupilgrootte en hartslag). De deelnemers voerden de taak uit in een lege virtuele ruimte of in de aanwezigheid van een virtueel publiek. We verwachtten dat mensen meer stress zouden ervaren en dat ze het moeilijker zouden hebben met het leren en uitvoeren van de nieuwe taak in de aanwezigheid van het virtuele publiek. Verder waren er tijdens de taak ofwel omgevingsgeluiden (bv. een printer) ofwel menselijke geluiden (bv. hoesten) te horen. Aangezien de menselijke geluiden zorgen voor een extra hint naar de aanwezigheid van het virtuele publiek, vermoedden we dat het effect van een virtueel publiek op taakprestatie, leren en stress meer uitgesproken zou zijn bij het horen van de menselijke geluiden.

In tegenstelling tot voorgaand onderzoek met een echt publiek, werden taakprestatie en leren niet beïnvloed door de aanwezigheid van het virtuele publiek. Deelnemers gaven wel aan meer stress te ervaren wanneer ze de taak moesten uitvoeren voor een virtueel publiek. De fysiologische stressmetingen ondersteunden deze bevinding slechts gedeeltelijk. Waar hartslag niet beïnvloed werd door het virtuele publiek, was de pupil groter in het bijzijn van de virtuele toeschouwers. Een belangrijke kanttekening is echter dat een vergroting van de pupil niet enkel veroorzaakt kan worden door hogere stressniveaus, maar ook door een donkerdere omgeving. Vervolgonderzoek moet daarom uitwijzen of dergelijke veranderingen in pupilgrootte ook terug te vinden zijn onder gecontroleerde lichtomstandigheden. Tot slot had het laten horen van omgevingsgeluiden of menselijke geluiden geen invloed op de resultaten.

Hoe realistisch is VR?

Waarom worden effecten van een echt publiek op taakprestatie en leren niet teruggevonden met een virtueel publiek? Een mogelijke verklaring is dat mensen zich ervan bewust zijn dat de virtuele toeschouwers hen toch niet kunnen beoordelen. Anderzijds kan het zijn dat de kwaliteit van de virtuele omgeving niet overtuigend genoeg was. Voorgaand onderzoek vond namelijk enkel een invloed op taakprestatie wanneer deelnemers het virtuele publiek realistisch vonden. Deelnemers aan de huidige studie beoordeelden het virtuele publiek echter als slechts matig realistisch. Gezien de continue verbeteringen in de kwaliteit van VR, is het dus mogelijk dat effecten van een virtueel publiek op taakprestatie en leren wel gevonden worden in toekomstige studies die een meer realistische VR-ervaring kunnen bieden.

Wordt vervolgd?

Deelnemers aan onze huidige studie gaven aan meer stress te ervaren wanneer ze een taak uitvoerden voor een virtueel publiek. Dit was echter niet het geval voor alle fysiologische stressmetingen: de pupilgrootte nam toe maar de hartslag niet. Verder vonden we geen verschillen in taakprestatie of leren wanneer de taak uitgevoerd werd met of zonder een virtueel publiek. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of een meer realistisch virtueel publiek wel een invloed kan hebben op taakprestatie en leren. En jij, hoe denk je dat je zelf zou reageren wanneer alle virtuele ogen op jou zijn gericht?

Auteur

Lune Coorevits behaalde haar diploma Theoretische en Experimentele Psychologie aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (UGent). Ze ontving de Best Internship Award voor het onderzoek dat ze uitvoerde tijdens haar stage bij imec-mict-UGent.

Bronnen


Bond, C. F., & Titus, L. J. (1983). Social facilitation: A meta-analysis of 241 studies. Psychological Bulletin, 94(2), 265–292. https://doi.org/10.1037/0033-2909.94.2.265
Durnez, W., Bombeke, K., Joundi, J., Zheleva, A., Cracco, E., Copman, F., Brass, M., Saldien, J., & De Marez, L. (2020). Fake people, real effects: The presence of virtual onlookers can impair performance and learning. In J. Y. C. Chen & G. Fragomeni (Eds.), Virtual, augmented and mixed reality. Design and interaction (pp. 440–452). Springer. https://doi.org/10.1007/978-3-030-49695-1_29
Strojny, P. M., Dużmańska-Misiarczyk, N., Lipp, N., & Strojny, A. (2020). Moderators of social facilitation effect in virtual reality: Co-presence and realism of virtual agents. Frontiers in Psychology, 11, Article 1252. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2020.01252

 

De psychologie bij het nemen van een penalty

In een voetbalmatch is een penalty de ultieme kans om een goal te scoren. Eender welke speler van het team mag vanaf 11 meter zijn kans wagen en hoeft enkel de keeper te passeren. Diezelfde speler heeft al van veel moeilijker posities kunnen scoren en zo’n penalty kan dus geen al te grote uitdaging zijn… in theorie. In de praktijk zien we dat een penalty scoren toch geen vanzelfsprekendheid is, zelfs al ben je regerend landskampioen. Supporters hebben hier vaak weinig begrip voor. Wetenschappers hebben een verklaring gezocht voor dit fenomeen.

Psychologie

Zij stelden vast dat er een aantal factoren meespelen bij het nemen van een penalty: geluk (bijvoorbeeld de keeper die naar de verkeerde hoek duikt), conditie (bijvoorbeeld hoe goed de geleverde inspanningen verteerd zijn door de speler), vaardigheden en ervaring (bijvoorbeeld een goeie traptechniek hebben) en de psychologische factoren (bijvoorbeeld stressbestendig zijn). Het zal je misschien niet verbazen dat de psychologische factoren de grootste invloed hebben.

Wanneer we kijken naar alle penalties die genomen zijn in de wereldbeker, de Europese kampioenschappen en de Copa America tussen 1976 en 2004, zien we duidelijk dat er meer penalties gemist worden naar het einde van het kampioenschap toe dan in het begin, wanneer er meer op het spel staat. Ook in het algemeen legt een wereldkampioenschap meer druk op de spelers dan in hun nationale competitie: gemiddeld 71% van de penalties wordt gescoord tegenover 85%. Waarom speelt de stress nu zo’n grote rol?

Stress

Het is niet zo dat een mens bij definitie slecht presteert onder druk. In tegendeel, er is een stabiele relatie gevonden tussen prestatie (zowel fysiek als mentaal) en arousal die de vorm van een omgekeerde U aanneemt: bij een ‘gemiddelde arousal’ wordt onze prestatie zelfs naar een hoger niveau getilt. Arousal kan geïnterpreteerd worden als de energie die je krijgt door bijvoorbeeld een deadline. Je kan een bepaald niveau van stress omzetten in positieve energie die een boost geeft aan je prestatie. Wanneer de druk en de arousal te groot worden, klappen we dicht, gaan we vermijdingsgedrag vertonen of geven we op. Het spreekt voor zich dat de prestatie daaronder zal lijden. Onderstaande figuur illustreert dit fenomeen.

Waarom tast een teveel aan stress waarschijnlijk onze prestatie aan? Enerzijds weten we dat spanning een effect heeft op lichaam en geest. We kunnen ons niet zo goed concentreren als we zouden willen en stress kan verlammend werken. Dit zijn twee zaken die voor een penaltynemer fataal zijn. Anderzijds zorgt stress ervoor dat we ons oncomfortabel voelen in een situatie en dat we die liefst zo snel mogelijk willen beëindigen. Op WK’s, EK’s en Champions Leagues van de voorbije jaren zagen we dat hoe sneller een speler naar de bal toeloopt na het fluitsignaal van de scheidsrechter, hoe groter zijn kans op falen was. Spelers die in minder dan 200 miliseconden reageerden, scoorden slechts in 57% van de gevallen. Bij spelers die meer dan 1 seconde de tijd namen, raakt de bal in 80% van de gevallen de netten. Naast de hoger omschreven effecten van stress, heeft het hier dus nog een bijkomende invloed: hoe belangrijker de penalty, hoe meer spanning op de schouders van de speler rust, hoe groter zijn onbehaaglijk gevoel zal zijn en hoe groter dus ook de impuls om de penalty zo snel mogelijk te zetten om er vanaf te zijn.

Je aandacht richten op wat je wil bereiken

Dus, louter wat meer tijd nemen is het geheim voor een goeie penalty? Niet echt. Het is niet puur het verstrijken van tijd dat het positieve effect lijkt te hebben. We zien namelijk ook dat het nadelig is wanneer de scheidsrechter de reden is voor uitstel van het trappen en niet de speler – zelfs als de totale vertreken tijd even lang is. Het causale verband ligt vermoedelijk andersom: meer tijd zorgt niet voor een betere penalty, een betere penalty zetten vereist waarschijnlijk iets meer tijd.

Onderzoekers vonden dat er meer kans is op een penaltygoal als de speler even bewust focust op de plaats in de goal waar hij de bal wil schieten. Logisch, zegt u? In tegendeel: in de praktijk kijken spelers naar de bal of, vaker, naar de keeper. Dit zorgt ervoor dat je je acties ook onbewust naar de keeper zal richten, en niet naar de vrije ruimte in de goal. Daarom geeft men bijvoorbeeld bij slip- en rijvaardigheidscursussen ook de raad altijd te fixeren op het punt waar je auto moet belanden, en niet op de boom of het ongeval voor je. Eenvoudig gezegd registreren hersenen geen negatieve informatie, “Niet tegen de boom rijden!”, “Het ongeval ontwijken!”, “Naast de keeper schieten!” wordt motorisch vertaald naar “Boom!” “Ongeval!” en “Keeper!”. Deze reflex is des te aanwezig in een stresserende situatie. Er zijn natuurlijk spelers die dermate stressbestendig zijn dat ze boven deze automatismen staan. Eden Hazard kijkt quasi altijd naar de keeper om de bal vervolgens in de andere hoek te plaatsen, zelfs bij een beslissende penalty in de 95ste minuut zoals dit weekend. Voor de mindere goden onder ons kan het fixatietruckje een goeie houvast zijn om de stress niet de bovenhand te laten nemen.

Het lijkt de speler voorts een gevoel van controle te geven wanneer hij zich voorstelt waar hij de bal zal plaatsen en daar zijn aandacht naartoe laat gaan. De bal er ook effectief trappen voelt minder aan als een uitdaging, in zijn hoofd is de goal al zo goed als gemaakt.

Conclusie

Hoewel penalties tot op bepaalde hoogte een loterij zijn, is erop trainen geen verloren moeite. Het simpele fixatietrukje kan al een impact hebben op de kansen van een speler die een penalty neemt. Ook durven trainers al eens het argument gebruiken dat de stress in de match niet kan nagebootst worden op training. Je kan daarom overwegen op penalties te trainen voor een zo groot mogelijk publiek of om de resultaten van penalty shoot-outs op training achteraf te communiceren.

Referenties

  • Jordet, G., Hartman, E., Visscher, C. & Lemmink, K.A.P.M. (2007). Kicks from the penalty maker in soccer: the role of stress, skill and fatiguefor kick outcomes. Journal of Sport Sciences, 25, 121-129.
  • Wood, G., & Wilson, M. R. (2012). Quiet-Eye training, perceived control and performing under pressure. Psychology of Sport and Exercise.
  • Hartman, J., G. & Sigmunstad, E. (2009). Temporal links to performing under pressure in international socces penalty shootouts. Psychology of Sport and Exercise.

Auteur: Karen De Visch

Karen De Visch is bedrijfspsychologe en werkt als researcher in ondernemerschap aan de Vlerick Business School. Op twitter vind je haar als @DeVisKar en ze is ook de drijvende kracht achter de @GAPugent tweets.