Browse Tag: emoties

Lief zijn voor jezelf: Zelfcompassie als weg naar minder stress bij jongeren

Stel je voor: je hebt net een lange schooldag achter de rug, je hoofd zit vol huiswerk, en je piekert over een ruzie met een vriend. Herkenbaar? Voor veel jongeren stapelen stress en negatieve gedachten zich op, waardoor het moeilijk wordt om helder te denken en met emoties om te gaan. Maar hoe ga je hier het beste mee om, en waarom is het voor jongeren vaak zo moeilijk?


De uitdagingen van de adolescentie
De adolescentie is een spannende, maar vaak ook stressvolle periode. Jongeren maken ingrijpende fysieke, sociale en emotionele veranderingen door, die leiden tot intensere emoties en meer stress. Omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, zijn jongeren in deze fase extra kwetsbaar voor problemen zoals angst en depressie. Zonder goede handvaten om met deze stress om te gaan, kunnen deze moeilijkheden zich later in het leven ontwikkelen tot ernstigere problemen.


Wat is emotieregulatie?
Om goed om te gaan met negatieve emoties, gebruiken mensen verschillende strategieën, ook wel emotieregulatie genoemd. Deze strategieën helpen ons om te bepalen welke emoties we voelen en hoe we daarmee omgaan. Sommige strategieën zijn gezond en helpen ons vooruit, terwijl andere ons juist kunnen vastzetten in negatieve gevoelens. Voor jongeren is het enorm belangrijk om een gezonde emotieregulatie te ontwikkelen, vooral in een levensfase vol uitdagingen.


Zelfcompassie: De kracht van vriendelijkheid naar jezelf
Een van die gezonde strategieën is zelfcompassie. Zelfcompassie houdt in dat je vriendelijk bent voor jezelf in moeilijke tijden, dat je je eigen tekortkomingen ziet als een normaal deel van het mens-zijn, en dat je met een open en bewuste houding omgaat met negatieve ervaringen. Onderzoek toont aan dat volwassenen die zelfcompassie beoefenen minder last hebben van stress en psychische klachten. Maar hoe zit dat bij jongeren?


Wat leert de wetenschap ons?
Een recente studie onderzocht het effect van zelfcompassie bij jongeren door hen in twee groepen te verdelen: de ene groep volgde een korte training over zelfcompassie, terwijl de andere groep een training over zelfzorg kreeg. Een week later werden beide groepen aan een stressvolle taak onderworpen, waarbij hun emoties en stressniveaus werden gemeten.


Wat bleek? Jongeren die de training over zelfcompassie hadden gevolgd, voelden zich na de stressvolle taak positiever. Hoewel er geen grote verschillen waren in negatieve emoties of lichamelijke stressreacties tussen beide groepen, gaf de zelfcompassiegroep wel aan zich emotioneel beter te voelen.


Het belang van positieve gevoelens
Deze resultaten lijken misschien subtiel, maar ze tonen wel aan dat zelfs een korte training over zelfcompassie jongeren kan helpen om positiever om te gaan met stressvolle situaties. Het is misschien geen wondermiddel, maar het idee dat ‘lief zijn voor jezelf’ stress kan verlichten, is een waardevolle les. Bovendien zou een langere training deze effecten misschien kunnen versterken.

In een levensfase die gekenmerkt wordt door constante veranderingen en onzekerheid, kan zelfcompassie een mogelijk hulpmiddel zijn. Het zou jongeren kunnen helpen om op een gezonde manier met stress om te gaan en meer positieve emoties te ervaren, zelfs in moeilijke situaties.
Dus, in plaats van streng te zijn voor jezelf, geef jezelf de ruimte om lief te zijn voor jezelf.

Auteur

Annabel De Clercq studeerde in 2024 af als Master in de Psychologie en won de Mensenkennis trofee. De Mensenkennis Trofee is een scriptieprijs die afstuderende studenten psychologie aan de Universiteit Gent wil uitdagen om hun masterproef te vertalen naar een populairwetenschappelijk artikel.

Referenties

Aldao, A. (2016). Introduction to the Special Issue: Emotion Regulation as a Transdiagnostic Process. Cognitive Therapy and Research, 40(3), 257–261. https://doi.org/10.1007/s10608-016-9764-2


Aldao, A., Nolen-Hoeksema, S., & Schweizer, S. (2010). Emotion-regulation strategies across psychopathology: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 30(2), 217–237. https://doi.org/10.1016/j.cpr.2009.11.004


De Veld, D. M. J., Riksen-Walraven, J. M., & De Weerth, C. (2012). The relation between emotion regulation strategies and physiological stress responses in middle childhood. Psychoneuroendocrinology, 37(8), 1309–1319. https://doi.org/10.1016/j.psyneuen.2012.01.004


Diedrich, A., Grant, M., Hofmann, S. G., Hiller, W., & Berking, M. (2014). Self-compassion as an emotion regulation strategy in major depressive disorder. Behaviour Research and Therapy, 58, 43–51. https://doi.org/10.1016/j.brat.2014.05.006


Gilbert, P., & Procter, S. (2006). Compassionate mind training for people with high shame and self-criticism: overview and pilot study of a group therapy approach. Clinical Psychology & Psychotherapy, 13(6), 353–379. https://doi.org/10.1002/cpp.507


Gross, J. J. (1998). The Emerging Field of Emotion Regulation: An Integrative Review. Review of General Psychology, 2(3), 271–299. https://doi.org/10.1037/1089-2680.2.3.271


Marsh, I. C., Chan, S. W. Y., & MacBeth, A. (2018). Self-compassion and Psychological Distress in Adolescents—a Meta-analysis. Mindfulness, 9(4), 1011–1027. https://doi.org/10.1007/s12671-017-0850-7


Neff, K. D. (2003). Self-Compassion: An Alternative Conceptualization of a Healthy Attitude Toward Oneself. Self and Identity, 2(2), 85–101. https://doi.org/10.1080/15298860309032


Paus, T., Keshavan, M. S., & Giedd, J. N. (2008). Why do many psychiatric disorders emerge during adolescence? Nature Reviews Neuroscience, 9(12), 947–957. https://doi.org/10.1038/nrn2513


Polanczyk, G. V., Salum, G. A., Sugaya, L., Caye, A., & Rohde, L. A. (2015). Annual Research Review: A meta-analysis of the worldwide prevalence of mental disorders in children and adolescents. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 56(3), 345–365. https://doi.org/10.1111/jcpp.12381


Schweizer, S., Gotlib, I. H., & Blakemore, S. (2020). The role of affective control in emotion regulation during adolescence. Emotion, 20(1), 80–86. https://doi.org/10.1037/emo0000695


Spear, L. P. (2009). Heightened stress responsivity and emotional reactivity during pubertal maturation: Implications for psychopathology. Development and Psychopathology, 21(1), 87–97. https://doi.org/10.1017/s0954579409000066

 

De kracht van een crisis

Heb je het gevoel dat je niet echt uitgerust maar eerder uitgeblust gestart bent aan dit nieuwe jaar? Of voelt je borstkas regelmatig gevuld met angst, alsof er onderhuids een trein vol emoties blijft razen die amper te stoppen valt? Crises zijn katalysators. Ze leggen ons bloot. We weten dan meestal niet goed wat we met deze kwetsbaarheid moeten doen en zoeken naar controle. Over onszelf en over anderen. Maar die krijgen we niet. In de plaats daarvan zijn we verkrampt bezig met overleven, heftig heen en weer schommelend, van een hyper- naar een zombietoestand, en terug. En hoe meer we van hetzelfde doen, hoe meer we van hetzelfde krijgen, met nog meer onrust als gevolg.


Er wordt ons zelden geleerd hoe we met onrust kunnen omgaan. Alsof het Leven ons niet te veel mag raken. De meesten van ons hebben ook niet geleerd om ongemak gewoon uit te zitten of erover te spreken. Eerder hoe ervan af te komen of te doen alsof het niet gebeurd is. Emoties ontsnappen aan onze controle, ze komen gewoon zomaar op. We vinden dat meestal onprettig en weten niet goed wat we moeten met het ongemak dat ze met zich meebrengen. We zoeken opnieuw controle, zetten anderen snel in hokjes maar hebben er zelf een hekel aan als wij diegenen zijn die in zo’n hokje worden weggezet. Wat als we vol vuur van mening mogen verschillen en tegelijk ook zoeken naar wat ons innig verbindt? Want we delen meer overeenkomsten dan verschillen.


Alles in het universum bestaat uit tegenpolen: warm en koud, pijn en plezier, licht en donker. Tegenpolen hebben elkaar nodig, ze houden elkaar in stand als twee uitersten op hetzelfde continuüm. Hoe zouden we weten of het goed met ons gaat als het nooit slecht met ons gaat? Hoe weten we wat we belangrijk vinden als we nooit meer ergens bang voor zouden zijn? De tegenpool van controle is dus niet loslaten maar nieuwsgierigheid, naar binnen en naar buiten. Het is de bereidheid om open te staan voor wat er is. Met een open, onderzoekende geest die met interesse reageert op onrust. Wat als we onszelf wat vaker het voordeel van de twijfel gunnen en niet meteen alles geloven wat we denken?

Met gemengde gevoelens leren omgaan
En als het gaat over het omgaan met pijn stuiten we opnieuw op een schijnbare tegenstelling: hoe beter we ons slecht durven voelen, hoe eerder we ons beter kunnen voelen. Pijn die je niet mag voelen, blijft namelijk langer hangen dan pijn die er wel mag zijn. Het gaat erom dit te kunnen ervaren zonder er volledig in op te gaan, om met gepaste aandacht niet te blijven vechten, vluchten of bevriezen, maar voelen. De oplossing is dat er vaak op dat moment geen oplossing is maar dat die vanzelf groeit, doordat we onszelf toestaan over tegenstrijdige dingen na te denken. Met gemengde gevoelens. Wat als we meer durven voelen wat er te voelen valt, ook als dat verwarrend of oncomfortabel is? Negatieve emoties houden niet op met bestaan als we ze onderdrukken. Ze vinden gewoon een andere manier om zich te uiten. En littekens zijn gevoelig maar ook sterker dan gewone huid.

Wat we accepteren, transformeert. Dat geldt voor een crisis, voor onrust, en voor onszelf. Veerkracht verwijst naar het tijdelijk verliezen van onze vorm én het herstel daarna. Naar het zo flexibel mogelijk omgaan met vaak verpletterende omstandigheden. In dat proces zit eveneens de enorme kracht van een metamorfose verborgen: wie zullen we zijn als we uit deze pijn tevoorschijn komen? Wat ons eerst achtervolgt, kan later kracht geven. Als acceptatie daarvan moeilijk is, is dat vaak omdat ons hoofd vertelt dat we de situatie niet aankunnen. Of het niet durven loslaten. De situatie kan ons echter pas loslaten als we zeggen: ‘Het is zoals het is, het raakt me enorm, maar ik kan daar nu niets aan veranderen.’ Dan pas komt er ruimte voor iets anders. Als een reservetank die we kunnen aanboren. Vooral als we denken dat we aan het einde van onze krachten zijn. En we krijgen niet wat we aankunnen maar we kunnen aan wat we krijgen. Beloofd.

Vertel jouw verhaal
En eigenlijk weten we diep vanbinnen best wel dat we goed genoeg zijn. Meer nog, we zijn de som van al onze schijnbare tegenstrijdigheden. We zijn aarzelend, rommelig, onvoorspelbaar, bang, gewoontjes, nonchalant, chaotisch, egoïstisch, twijfelend en kwetsbaar. Maar ook magisch. Moedig. Vernieuwend. Uniek. Met ruimte om te ontwikkelen. En sowieso genoeg.
Schommel dus liever even uit.
Ontspan je kaken.
Ontspan je geest.
Haal diep adem.
Wees stil.
Ga naar je binnenste binnen.
Zoek zin om je te verdiepen in je eigen verhaal.
Vanaf het begin.
Luister naar wat je jezelf te vertellen hebt.
Wat wil je?
Geef jezelf nu wat je vroeger gemist hebt.
Wees nu wie jij toen nodig had.
Deel deze ervaring met mensen die het gewicht van je verhaal kunnen dragen. Niet de critici die aan de zijlijn met de vinger wijzen als je struikelt. En elk verhaal doet ertoe. Ook dat van jou. En alles wat we tegen elkaar vertellen, drijft op een nog veel grotere stroom van woordeloze verbondenheid. Vanuit intimiteit. En een gedeelde menselijkheid. Want gedeelde verhalen tellen dubbel.

Auteursinfo
Dr. Els Heene is klinisch psycholoog en psychotherapeut, en auteur van het pas uitgebrachte boek “Binnenin beginnen: waar gebeurde verhalen over wat therapie met je doet”. Ze werkt in een klinische praktijk (Mentaal Beter) in Zeeland, en is sinds 1996 als docent en coördinator verbonden aan de Universiteit Gent.

“Binnenin beginnen: waar gebeurde verhalen over wat therapie met je doet.” Uitgeverij Manteau / Standaard Uitgeverij nv, vanaf 8 februari verkrijgbaar.

Referenties
Grant, A. (2021). Weten wat je niet weet. A.W. Bruna Uitgevers B.V, Amsterdam
Hayes, S.C., & Smith, S. (2005). Get out of your mind & into your life: the New Acceptance & Commitment Therapy. New Harbinger, Oakland.
Tallis, F. (2020). Leven. Wat de grootste psychologen ons vertellen over geluk, onbehagen en zingeving. Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen.

 

Angst bij jongeren: gevoelens de baas?!

Het kleine meisje dat graag bij haar mama in bed wil slapen, de tiener die gilt omdat ze een spin gezien heeft, de adolescent die niet naar school wil omdat hij een belangrijke presentatie moet geven… Herkenbaar?

Alle jongeren ervaren weleens angst. Is dat echter een probleem? En zo ja, kunnen we daar iets aan doen?

Angst bij jongeren

Angst is op zich een adaptieve en nuttige reactie, het zorgt ervoor dat je alert ben voor mogelijke gevaren. Dit maakt dat je op tijd en gepast kan reageren indien nodig. Angst kan echter ook dermate groot zijn dat het voor problemen zorgt in het dagelijkse leven. Onderzoek in Nederland toont aan dat tot 28% van de jongeren te kampen krijgen met een angststoornis (Ormel et al., 2014). Dit is niet alleen erg veel, voorgaand onderzoek vertelt ons helaas ook dat deze jongeren een 2 tot 3 keer meer kans hebben om als volwassene terug emotionele problemen te ervaren (Pine et al., 1998). Dit maakt het erg belangrijk om onderzoek te doen naar de mechanismen die een rol kunnen spelen bij angst bij jongeren en naar beloftevolle interventies.

Angst in de hersenen

In de hersenen bevindt zich een angstnetwerk dat actief wordt bij het ervaren van een bedreiging. Een heel belangrijke hersenregio hierin is de amygdala. Dit gebied is eigenlijk onze angstthermometer en gaat sterk reageren op gevaarlijke situaties. De amygdala is verbonden met hypothalamus die (met behulp van adrenaline en cortisol) een hele reeks van lichamelijke reacties opstart. Zo kan angst ervoor zorgen dat je begint te zweten, je hart sneller gaat kloppen, je hersenen meer bloed krijgen, etc. Hierbij is het echter belangrijk om te weten dat de amygdala geen onderscheid kan maken tussen feit en fictie. Dit maakt dat als je denkt dat je in gevaar bent, je lichaam ook zo gaat reageren! Dit maakt dat gedachten, interpretaties en herinneringen dus ook angst kunnen uitlokken.

Emotieregulatie

Het feit dat gedachten onze gevoelens kunnen veranderen, kunnen we echter ook in ons voordeel gebruiken! Een ander belangrijk deel van de hersenen, de prefrontale cortex, is onder meer verantwoordelijk voor cognitieve controle processen zoals emotieregulatie: het reguleren of trachten te veranderen van onze gevoelens. Er zijn erg veel verschillende emotieregulatiestrategieën die mensen gebruiken in een poging controle te krijgen over hun gevoelens (bijv. Ochsner, Silvers  & Buhle, 2012). Hoewel het afhankelijk is van de situatie of een bepaalde strategie voordelig dan wel nadelig is, worden sommige strategieën in het algemeen toch als adaptiever gezien dan anderen. Een voorbeeld van een maladaptieve strategie is supressie, waarbij je gevoelens of de uiterlijke tekenen ervan gaat onderdrukken. Een voorbeeld van een adaptieve strategie is cognitieve herinterpretatie. Bij deze strategie ga je met behulp van gedachten je gevoelens proberen te controleren. Wanneer je bijvoorbeeld erg bang bent van een spin, kan het behulpzaam zijn om te denken dat jij vele malen groter bent dan de spin en dat de spin waarschijnlijk ook bang is van jou. Bij sociale angst, zoals het spreken voor een klas, kan het bijvoorbeeld helpen om te denken dat je goed voorbereid bent en je leerstof goed kent.

Baas over eigen gevoel!

Het herkennen van en goed omgaan met gevoelens kan een waardevol deel van therapie zijn. Nele De Witte heeft dan ook in samenwerking met haar promotor en copromotor een werkboekje ontwikkeld dat gericht is op omgaan met gevoelens. In dit boekje wordt er stil gestaan bij de ervaring van gevoelens, de wisselwerking tussen gevoelens en gedachten en hoe gedachten gebruikt kunnen worden om gevoelens te veranderen. Momenteel wordt er onderzocht of jongeren met verhoogde angst via dit boekje cognitieve herinterpretatie kunnen aanleren. Daarnaast gaat men ook kijken of de jongeren bij het gebruiken van deze strategie erin slagen hun lichamelijke reactie (hartslag, zweetproductie, etc.) bij negatieve afbeeldingen onder controle kunnen krijgen.

 

Auteur

Nele De Witte is als doctorandus, onder supervisie van prof. dr. Sven Mueller en Prof. Dr. Caroline Braet, verbonden aan de vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Gent. Deze vakgroep is een onderdeel van PSYNC, het consortium klinische psychologie.

Referenties

  • Ormel, J., Raven, D., van Oort, F., Hartman, C. A., Reijneveld, S. A., Veenstra, R., . . . Oldehinkel, A. J. (2014). Mental health in Dutch adolescents: a TRAILS report on prevalence, severity, age of onset, continuity and co-morbidity of DSM disorders. Psychol Med, 1-16. doi: 10.1017/S0033291714001469
  • Pine, D. S., Cohen, P., Gurley, D., Brook, J., & Ma, Y. (1998). The risk for early-adulthood anxiety and depressive disorders in adolescents with anxiety and depressive disorders. Arch Gen Psychiatry, 55(1), 56-64.
  • Ochsner, K. N., Silvers, J. A., & Buhle, J. T. (2012). Functional imaging studies of emotion regulation: a synthetic review and evolving model of the cognitive control of emotion. Year in Cognitive Neuroscience, 1251, E1-E24. doi: DOI 10.1111/j.1749-6632.2012.06751.x
 

Niets is zo erg (of leuk!) als we zelf denken.

Eerder deze maand kon je lezen dat mensen eigenlijk slecht zijn in hun eigen gevoelens voorspellen. Dat kan ervoor zorgen dat iets eigenlijk beter meevalt dan verwacht, maar ook het omgekeerde kan gebeuren. Daarvan geeft huiscartoonist Maarten deze maand een illustratie.

Auteur: Maarten Van Praet

Maarten Van Praet is bedrijfspsycholoog en huiscartoonist van Mensenkennis.be. Hij werkt momenteel als analyst & marketing consultant bij Synthetron.