De paradox van het nieuwe werken: feit of fictie?
“Er is tegenwoordig heel wat gedoe voor of tegen het nieuwe werken. Voorstanders pleiten er voor om medewerkers vrij te laten kiezen waar, wanneer en hoe ze willen werken. Medewerkers de vrijheid bieden om thuis te werken lijkt dus een essentieel aspect in dit verhaal. Maar wat zijn nu werkelijk de positieve of negatieve gevolgen van thuiswerken?”
Het nieuwe werken: voor- en tegenstanders, ook onder wetenschappers
Ook binnen de wetenschap zorgde thuiswerken het voorbije decennium voor de nodige controverse. Wetenschappers spreken zelfs over de paradox van het thuiswerken. Voorstanders stellen dat thuiswerkers meer autonomie en een betere balans tussen het werk en de privésfeer ervaren, waardoor ze meer tevreden zijn met het werk, beter presteren en minder stress ervaren. Tegenstanders vrezen dat het isolement van thuiswerkers de relatie met de leidinggevende en collega’s schaadt en een domper legt op hun carrièrekansen.
Wat is de staat van de kennis rond thuiswerken?
Ravi Gajendran en David Harrison, onderzoekers aan de Pennsylvania State University, brachten in 2007 aan de hand van een meta-analyse deze discussie dichter bij de ontknoping. Zij verzamelden 46 goed uitgevoerde studies die allen samen de effecten van thuiswerken bij maar liefst 12.883 werknemers onderzochten. Alles samengenomen, lijkt er geen fundament te bestaan voor de thuiswerkparadox.
Thuiswerkers genieten inderdaad van een hogere autonomie en een betere balans tussen werk en privé. Dat laatste geldt vooral als werknemers meerdere dagen per week thuis achter het scherm zitten. Ze zijn meer tevreden, presteren beter en zijn loyaler aan hun werkgever. Beter nog, thuiswerkers rapporteren nu net een betere relatie met hun leidinggevende. En hun carrière lijkt er al helemaal niet onder te lijden, wat de argumenten van de doemdenkers dus weerlegt. Een mogelijke verklaring is dat thuiswerkers extra inspanningen doen om hun leidinggevende op de hoogte te houden van de vooruitgang die ze boeken, terwijl hun leidinggevende zelf hen nauwer opvolgt en duidelijkere doelen formuleert.
Het enige tegenargument dat enigszins recht blijft staan, is dat matig tot veel thuiswerken tot minder hechte relaties met de collega’s leidt. Het effect is echter klein.
Thuiswerken, een wondermiddel?
Hoe dan ook, thuiswerken is misschien sowieso niet het wondermiddel die sommigen het toedichten. Het sterkste effect van thuiswerken bedraagt .39 (Cohen’s d), namelijk op de autonomie die men ervaart. Ruw geschat, betekent dit dat thuiswerkers gemiddeld genomen beter af zijn dan 65% van de niet-thuiswerkers.
Dit lijkt veel, maar schijn bedriegt. U moet er immers van uit gaan dat, thuiswerker of niet, een gemiddeld werknemer sowieso beter af is dan 50% van de werknemers. Erg ver zijn we dus niet van kop of munt verwijderd, zeker als je bedenkt dat de andere effecten van thuiswerken nog kleiner zijn. Maar als je kleine effecten omzet in gewonnen euro’s, dan is thuiswerken misschien wel weer de moeite. Die berekening moet ik u schuldig blijven.
Thuiswerken loont, voor zij die dit het minst nodig hebben
Een recentere studie werpt het idee op dat thuiswerken misschien vooral positief blijkt voor werknemers die vooraf al niet danig veel te lijden hadden onder de balans werk-privé. Net voor die werknemers die de sterkste baten zouden moeten ondervinden, bijvoorbeeld werknemers met grote gezinnen, lijkt thuiswerken niet het verwachte soelaas te bieden. Daarbij, we staan meestal stil bij de mate waarin ons werk ons privéleven verstoort. Naarmate thuiswerken de norm wordt, moeten we ons misschien vaker afvragen hoe ons privéleven ons werk bemoeilijkt.
Auteur: Cédric Velghe
Cédric Velghe (@cedricvelghe) is een doctoraatstudent in de Bedrijfspsychologie aan de Universiteit Gent (FPPW) en is verbonden aan de VIGOR Innovation Research Group. Naast zijn onderzoek wil hij vooral ook een brug slaan tussen wetenschap en praktijk. Als auteur, spreker of adviesverlener streeft hij erna om de wetenschappelijke stand van zaken te vertalen naar gebruiksklare aanbevelingen en oplossingen, maar ook wel kritische kanttekeningen en ontmaskeringen.