Komieken hebben psychotische persoonlijkheidstrekken.

Het eeuwenoude geloof dat waanzin en creativiteit nauw aan elkaar verbonden zijn blijft de publieke verbeelding in zijn greep houden. In recente jaren is het idee echter ook het onderwerp geworden van wetenschappelijk onderzoek waar, naast de traditionele associaties tussen “psychose en kunst” of “psychose en wetenschap”, nu ook het verband tussen “psychose en humor” de aandacht krijgt. Zo kunnen we lezen in een recent onderzoeksartikel dat “een ongewone persoonlijkheidsstructuur de sleutel zou kunnen zijn om anderen te doen lachen”.

Humor en psychose

Dit beweren wetenschappers nadat uit onderzoek was gebleken dat komieken significant hoger scoren op “psychotische persoonlijkheidstrekken” dan hun minder grappige medemensen. Deze onderzoeksbevinding staat centraal in een studie die recent werd gepubliceerd in The British Journal of Psychiatry waarbij onderzoekers 523 komieken rekruteerden en hen een vragenlijst voorlegden die de aanwezigheid van dergelijke “psychotische trekken” diende na te gaan in een gezonde populatie. De persoonlijkheidstrekken waarvan sprake betreffen ondermeer “ongewone ervaringen”, zoals het geloof in telepathie en paranormale gebeurtenissen, “cognitieve desorganisatie”, zoals moeilijkheden in het focussen van gedachten, “introverte anhedonie”, ofwel een verminderende mogelijkheid tot het beleven van sociaal of lichamelijk genot, en tenslotte de neiging tot het stellen van “impulsief en antisociaal gedrag”. De onderzoekers vonden dat komieken significant hoger scoren op al deze 4 persoonlijkheidstrekken wanneer vergeleken met de algemene populatie. Meest opvallend volgens de onderzoekers waren de hoge scores op “impulsieve non-conformiteit” en “introverte persoonlijkheidstrekken”.

Humor als vorm van zelfmedicatie

“De creatieve elementen die nodig lijken voor het produceren van humor zijn opvallend gelijkaardig aan de cognitieve stijl die kenmerkend is voor mensen met een psychose – zowel schizofrenie als bipolaire stoornis” stelt Gordon Claridge van het departement van experimentele psychologie van de Universiteit van Oxford die de studie leidde. “Hoewel een schizofrene psychotische stoornis zelf nadelig kan zijn voor humor, is een beperkte aanwezigheid van psychotische trekken mogelijk bevorderend om ongewone of verrassende zaken met elkaar in verband te brengen of om “out of the box” te denken” laat Claridge voorts weten. Komieken zouden aldus een ietwat teruggetrokken, introverte persoonlijkheid hebben wat ervoor zorgt dat ze niet meteen gericht zijn op het bevestigen van sociale verwachtingen. Zo beschouwd is komedie dan ook de perfecte uitlaatklep om dit non-conformisme te ventileren – “humor als een vorm van zelfmedicatie” aldus Claridge. Paul Jenkins, het hoofd van de stichting “Rethinking Mental Illness” – een organisatie die zich inzet voor het doorbreken van de stereotypieën en stigma’s die met psychiatrische stoornissen zijn verbonden – reageerde echter reeds met enig voorbehoud op deze resultaten in The Guardian: “dit zijn op zich interessante bevindingen, maar we moeten niettemin opletten voor het “waanzinnig creatief genie – stereotype”. Mentale stoornissen zoals schizofrenie kunnen iedereen overkomen, of men nu creatief is of niet” waarschuwt Jenkins. Of deze laatste controverse ook wetenschappelijk onderzoek zal doen ontstaan naar het verband tussen “komische wetenschap en politieke correctheid” zal nog moeten blijken.

Referentie

  • Ando, V., Claridge, G., & Clark, K. (2014). Psychotic Traits in Comedians. The British Journal of Psychiatry, 204(20).

Auteur: Jasper Feyaerts

Jasper Feyaerts is als doctoraatsassistent verbonden aan de Vakgroep Psychoanalyse & Raadplegingspsychologie. Zijn voornaamste interessegebied is het thema van subjectiviteit en hoe dit verschijnt in zowel psychoanalytisch, fenomenologisch als neuro-cognitief onderzoek. Daarnaast doet hij ook empirisch onderzoek naar de subjectieve ervaring van psychose in samenwerking met psychiatrische centra en patiënten.