Browse Tag: twitter

Sociale media maakt niet asociaal.

“Bewijs: nieuwe media maken ons asociaal” verkondigde De Redactie onlangs. In het NRC Handelsblad somde men op wat de effecten kunnen zijn van sociale media, en die opsomming was niet al te fraai: egotripperij wordt gestimuleerd, het kan geestesziekte uitlokken, het doet ons vervreemden van de realiteit en kan zelfs aanzetten tot terreur. Zij staan daarin niet alleen, je hoort wel vaker dat internet in het algemeen maar sociale media in het bijzonder ons dom en asociaal maken. Net zoals iemand excessief alcohol of drugs kan gebruiken, kan men ook ‘internetverslaafd’ of ‘Facebookverslaafd” zijn. Hoeveel waarheid zit er in deze uitspraken?

Sociale media: verslavend en asociaal

In de wetenschappelijke literatuur wordt verslaving gedefinieerd als een toestand waarin een individu fysiek en/of mentaal van een gewoonte of stof (drugs, alcohol…) afhankelijk is. Hierdoor kan men deze gewoonte of stof niet of heel moeilijk loslaten en kan het ten koste gaan van andere activiteiten. Uit een onderzoek bij en door eerstejaarsstudenten Psychologie blijkt dat ze inderdaad in zekere mate verslingerd zijn aan het internet en sociale media. Er werd specifiek onderzocht of hun internetgebruik kon begrepen worden in termen van verslaving en afhankelijkheid, bijvoorbeeld met items als “Vijf dagen zonder sociale media zou me gek maken”. Bijna 30% van de 250 studenten die deelnamen aan het onderzoek, gingen akkoord of helemaal akkoord met deze items. Dit wijst erop dat het gebruik van sociale media voor hen toch een effect heeft dat vergelijkbaar is met een verslaving.

Maar leidt deze verslaving ook tot een asociaal bestaan? Volgens deze resultaten niet: er is geen significante relatie tussen de afhankelijkheid van sociale media en alledaags contact met vrienden. Het lijkt er dus niet op dat het online contact een vervanging is van offline contact met anderen. Studenten gaan nog graag met vrienden op café, er zijn nog zekerheden in het leven.

All this technology is making us antisocial

‘Social self’

Uit eerder onderzoek komt naar voor dat mensen niet alles delen op sociale media. Dit wordt deels veroorzaakt door onze groeiende bezorgdheid rond privacy en het beeld dat (toekomstige) werkgevers kunnen krijgen op basis van onze online profielen. Een andere oorzaak is van psychologische aard: de ‘social self’.

We hebben allemaal verschillende rollen in het leven die op andere tijdstippen tot uiting komen: werknemer, partner, ouder, kind, vriend/vriendin… Het kan zijn dat we ons in de verschillende rollen anders gedragen en dat sommige rollen zelfs in conflict komen met elkaar. De rol van werknemer goed uitvoeren vereist dat u ’s avonds nog even snel een presentatie afwerkt, maar volgens de ouderagenda moet u om 20u aan de muziekschool staan. Op sociale media hebben we ook een rol te vervullen: de sociale rol. We maken een selectie van het beste materiaal dat (over ons) bestaat om ons als individu te vertegenwoordigen en hoe we onszelf liefst presenteren naar anderen toe. Dit zijn flatterende foto’s, “kijk-wat-ik-nu-meemaak” verhalen, interessante zaken delen en dergelijke meer. We stellen zo een sociaalgedreven rol samen die we vervullen op het internet: de social self. Op sociale media documenteren we dus niet louter de andere rollen (door foto’s en verhalen online te zetten). Een bijkomende rol kan voor stress zorgen, want ze kan – net zoals alle rollen in ons leven – in conflict komen met een andere. We vergeten ook makkelijk dat anderen deze selectie ook maken. Hoewel zij dus ook bewust de mindere kantjes in het leven achterwege laten, bekijken we hun social self alsof het een weerspiegeling is van de dagdagelijkse realiteit. De vergelijking van de social self van iemand anders met ons eigen leven maakt dus zelden gelukkig. Door deze vergelijking en omdat we onze ‘social self’ in stand moeten houden, heeft het gebruik van sociale media wel degelijk potentieel om effect te hebben op onze mentale en psychische gezondheid.

The reason we struggle with insecurity is because we compare our behind-the-scenes with everyone elses highlight reel. – Steven Furtick

Kortom, het gebruik van sociale media kan verslavend werken, maar maakt niet noodzakelijk asociaal. Een ‘social self’ onderhouden kan beslastend zijn, maar zonder Facebook raakt u niet aan uw Candy Crush levens. Het leven is geven en nemen, niet waar.

Referenties

  • Van Hiel, A. Jongeren en sociale media: verslavend maar niet asociaal. (2014).
  • Brunskill, D. Social media, social avatars and the psyche: is Facebook good for us? Australas Psychiatry, 21(6), 527-532.

Auteur: Karen De Visch

Karen De Visch is bedrijfspsychologe en werkt als researcher in ondernemerschap aan de Vlerick Business School.

 

Het uiten van ergernissen op internetfora: Een uitlaatklep of een valstrik?

Het is een fenomeen van de laatste jaren: Misnoegde mensen die pro deo hun ergernis over de wereld uiten op internetfora en sociale media sites. Vaak zijn het reacties op een wereldschokkende gebeurtenis van de dag. Garanties op overbelaste servers zijn treinstakingen, politieke en/of economische impasses, de kroning van een koning, voetballers die in benevelde toestand achter het stuur kruipen, een opmerkelijke passage in een kookprogramma. Stuk voor stuk zijn het belangrijke nieuwsfeiten die niet voorbij kunnen gaan zonder dat menig medemens er zijn ongezouten mening over heeft kunnen geven.

Een uitlaatklep via internetfora

Wat drijft mensen om nieuwssites af te dweilen en er hun woede en frustratie uit vrije wil te delen met anderen? Een mogelijkheid is dat mensen het beschouwen als een uitlaatklep. Zoals sommigen hun irritaties botvieren op een boksbal, zoeken anderen hun toevlucht tot fora om er de ergernissen van zich af te schrijven. Het uiten van opgekropte woede om zo de interne psychologische druk te verminderen is in de psychoanalyse bekend onder de noemer ‘catharsis’.

Is het een effectieve manier om met frustraties om te gaan?

Een recente studie heeft onderzocht wat de effecten zijn van deze online catharsis. Mensen kregen op een website de ontstemde reacties te zien van anderen over een bepaald fenomeen. Nadien kregen ze vijf minuten de tijd om zelf een gelijkaardige reactie te schrijven. Wat bleek? Het geluksniveau van mensen daalde zienderogen nadat ze de negatieve posts van anderen hadden gelezen. Wanneer men vervolgens zelf een reactie had gepost, schoot hun eigen woedegevoel de hoogte in.

Los van de informatieve waarde van dergelijke posts worden we er niet gelukkiger van; noch door ze te lezen, noch door ze zelf te schrijven.

Ook de boksring helpt ons niet

Betekent dit nu dat we met zijn allen naar de boksring moeten om onze frustraties te kanaliseren? Onderzoek suggereert dat dit evenmin het geval is. Zo heeft een studie teruggevonden dat het zich afreageren op een boksbal na de confrontatie met een frustrerende gebeurtenis tot meer woede en agressie leidt achteraf dan helemaal niks doen.

Hoewel zich afreageren op een boksbal en negatieve reacties posten op internetfora op het eerste zicht fundamenteel verschillende reacties lijken, leiden ze beide tot hetzelfde gevolg. Beide agressieve gedragingen zorgen immers voor een blijvende focus op de frustraties an sich. Op die manier blijven de negatieve gedachten fris in het geheugen en herkauwen mensen voortdurend de negatieve gebeurtenis die heeft geleid tot de gedachten. Onafhankelijk van het feit dat lichamelijke beweging goed is voor onze gezondheid, helpt het dus niet om om te gaan met de frustraties die we op dat moment hebben.

De oplossing: gestructureerde reflectie

Recent onderzoek geeft aan dat op een gestructureerde manier schrijven over de gebeurtenissen die hebben geleid tot persoonlijke frustraties the way to go is om negatieve emoties te verwerken. Op die manier verkrijgt men een beter zelfinzicht en kan men op een constructieve manier op zoek gaan naar oplossingen voor de frustraties.

Wanneer je dus geïrriteerd thuis komt van het werk, neem dan een vel papier en sta even stil bij wat er precies gebeurd is die dag of week, wat beter of slechter kon zijn gegaan en hoe je in de toekomst anders met dergelijke situaties zou kunnen omgaan. Je zal je beslist beter voelen dan wanneer je je iPad bij de hand neemt en de reacties op de nieuwsitems van de dag begint door te nemen.

Referenties

  • Bushman, B. J. (2002). Does venting anger feed or extinguish the flame? Catharsis, rumination, distraction, anger, and aggressive responding. Personality and Social Psychology Bulletin, 28, 724-731.
  • Kray, L. J., George, L. G., Lijenquist, K. A., Galinsky, A. D., Tetlock, P. E., & Roese, N. J. (2010). From what might have been to what must have been: Counterfactual thinking creates meaning. Journal of Personality and Social Psychology, 98, 106-118.
  • Lyubomirsky, S., Sousa, L., & Dickerhoof, R. (2006). The costs and benefits of writing, talking, and thinking about life’s triumphs and defeats. Journal of Personality and Social Psychology, 90, 692-708.
  • Martin, R. C., Coyier, K. R., VanSistine, L. M., & Schroeder, K. L. (2013). Anger on the Internet: The Perceived value of rant-sites. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 16, 119-122.

Auteur: Bernd Carette

Bernd Carette is doctoraatsstudent in de Bedrijfspsychologie aan de Universiteit Gent (FPPW). Zijn onderzoek situeert zich hoofdzakelijk in het veld van Training & Development. Hij bestudeert het proces van ervaringsleren en besteedt hierbij onder meer aandacht aan de faciliterende rol die de organisatie hierin kan spelen.