Browse Tag: Testangst

Morgen solliciteren. Help, ik lijd aan extreme testangst.

Het is jou wellicht ook al overkomen. Sollicitatiestress. Je voelt de spanning, je slaapt niet goed die nacht, je piekert en je zweet wat meer dan anders. Volkomen normaal. Voor sommigen is solliciteren en getest worden echter een ware nachtmerrie. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen met extreme testangst niet evenveel kansen zouden hebben om hun vaardigheden te tonen, wat kan leiden tot inaccurate voorspellingen. Maar ook voor organisaties die een testangstige sollicitant (ten onrechte) afwijzen, kan het uitmonden in een nachtmerrie…

Angstgevoelens versus angstgedachten

Testangst manifesteert zich als een combinatie van fysiologische, gedragsmatige, en cognitieve reacties die ontstaan in testsituaties. Het is een subjectieve emotionele en cognitieve toestand voor of tijdens een evaluatie-moment (bv. een examen doen, het afleggen van een IQ-test, een sollicitatie, …), waarbij iemand hevige angst ervaart voor de test zelf, voor het falen en voor de eventuele negatieve gevolgen van het falen. Onderzoek heeft  uitgewezen dat testangst zowel een affectieve als een cognitieve component heeft.

De affectieve, emotionele, fysiologische component (“tension”) heeft te maken met spanningssymptomen, zoals hartkloppingen, zweten (“angstzweet”), duizeligheid, misselijkheid en beven.

De cognitieve component (“worry”) omvat negatieve gedachten over falen (“ik zal het niet kunnen”, “ik ben slecht aan het presteren”). Deze component zou verder bestaan uit zelf-gerefereerde cognities, namelijk vrezen voor het negatief oordeel van zichzelf (“ik zal me dom voelen”), versus ander-gerefereerde cognities (“de anderen zullen me dom vinden”). Vooral deze laatste zouden leiden tot slechtere testprestaties.

Beide componenten zijn natuurlijk sterk aan elkaar gerelateerd en kunnen elkaar ook wederzijds versterken. De negatieve gedachten zorgen ervoor dat men hartkloppingen krijgt en het feit dat men zich bewust is van die hartkloppingen en erover nadenkt, leidt op zijn beurt tot meer spanningssymptomen.

Testangst tijdens een sollicitatieproces: inaccurate voorspellingen

‘Test anxiety’ is al een oud onderzoeksonderwerp. In de jaren  ‘80 en ‘90 was al vaak aangetoond – vooral in een onderwijscontext – dat testangst een negatief effect had op testprestaties. De laatste 10 jaar pas werd testangst ook onderzocht in de context van sollicitaties, ook een setting waar er toch wel veel op het spel staat (‘high-stakes situaties’).

Vroeger ging binnen het domein van selectie de aandacht vooral naar de validiteit van selectie-instrumenten (interviews, cognitieve testen, assessment oefeningen): voorspellen deze instrumenten toekomstige jobprestaties? Gelukkig is er nu ook aandacht naar andere elementen zoals reacties van sollicitanten op die instrumenten (“Vinden sollicitanten het eerlijke en/of jobrelevante instrumenten?”) en mogelijke bias (“Leiden bepaalde instrumenten tot het benadelen van bepaalde groepen sollicitanten?”). Bias kan ertoe leiden dat bepaalde groepen minder goed scoren op een test, terwijl ze wel in de job goed zouden presteren. Veel aandacht ging echter naar bias op basis van demografische factoren zoals geslacht en ras en minder naar bias op basis van psychologische factoren. Ondertussen heeft onderzoek uitgewezen dat mensen met extreme testangst niet evenveel kansen zouden hebben om hun vaardigheden te tonen, wat kan leiden tot inaccurate voorspellingen.

Reden: Testangst zorgt voor cognitieve verstoring

Vanuit het ‘interferentie-perspectief’ stelt men dat zorgelijke gedachten, de preoccupatie om de storende fysiologische reacties de baas te kunnen (bv. proberen om de ademhaling onder controle te krijgen) ertoe leiden dat er geen aandacht meer gegeven kan worden aan de inhoud van de test. Men kan zich helemaal niet meer concentreren. Mensen met extreme testangst kunnen bijvoorbeeld aan niets anders meer denken dan aan het feit dat ze beter moeten nadenken, dat ze moeten stoppen met ‘flippen’, dat ze volledig aan het afgaan zijn, …

Schade voor de organisatie: testangst kan leiden tot negatieve reclame of indienen van een klacht        

De gevolgen voor de sollicitant zijn evident: zeer bekwame maar zeer testangstige sollicitanten worden fout ingeschat en worden ten onrechte afgewezen. Als kers op de taart: bij een volgende sollicitatie kan anticipatie-angst alles nog erger maken. “Ik zal me weer angstig voelen, ik zal weeral ‘flippen’ en falen.”

Maar ook als organisatie kan je hieronder lijden. Niet alleen heb je eventueel een talentvolle kandidaat afgewezen, onderzoek toont ook dat sollicitanten die testangst ervaren vaak het gevoel hebben minder vriendelijk en respectvol behandeld te zijn geweest (‘interpersoonlijke onrechtvaardigheid’), daardoor negatieve percepties ervaren over de organisatie, negatieve reacties uiten over de organisatie tegenover anderen, geen producten meer kopen van die organisatie en/of eerder geneigd zijn een klacht in te dienen wegens onrechtvaardige behandeling.

Testen in thuisomgeving een oplossing?

De laatste jaren is ‘Unproctored Internet Testing’ volop in opmars. Testen (ook cognitieve testen) worden vanop afstand, online, afgenomen, zodat de sollicitant thuis de test kan invullen waar en wanneer hij wil. Niet alleen heeft dit tal van efficiëntievoordelen en leidt het tot een positief imago, ook zou het de angst bij sollicitanten kunnen reduceren. Ze voelen zich thuis meer op hun gemak, meer ‘relax’. Omwille van veiligheidsredenen worden dan echter vaak verificatietesten afgenomen, waarbij sollicitanten nogmaals een deel van de test of een evenwaardige korte versie moeten afleggen in de organisatie zelf. Maar leidt dit niet tot nog meer angst? Niet alleen de angst om beduidend slechter te scoren op de verificatietest , maar ook de angst om gezien te worden als een mogelijke fraudeur (“ze zullen denken dat iemand anders de test thuis heeft ingevuld”).

Dan maar een ‘kalmeerpilleke’ nemen? Hmm, je zal je misschien rustiger voelen, maar tranquilizers leiden tot vermoeidheid, geheugenproblemen, verminderde concentratie, en … ook tot slechtere prestaties.

Ben jij zo iemand die lijdt aan extreme vormen van testangst? Dan ben je waarschijnlijk gebaat bij cognitieve gedragstherapie. Weet ook dat men meestal niet enkel op basis van testen een uitspraak zal doen over je geschiktheid. Uit het interview zal dan wellicht blijken dat je meer in je mars hebt dan dat de testen doen uitschijnen.

Referenties

  • Bonaccio, S., Reeve, C.L., & Winford, E.C. (2012). Test anxiety on cognitive ability test can result in differential predictive validity of academic performance. Personality & Individual differences, 52, 497-502.
  • Proost, K. (2008). Fearing the evaluative context of personnel selection: How bad can it get? Doctoraatsproefschrift.

Auteur

Helga Peeters is doctor in de Psychologie en sinds 2011 als docent en onderzoeker verbonden aan de opleiding Toegepaste Psychologie van Howest. Ze doceert onder andere Rekrutering & Selectie en Arbeids- en Organisatiepsychologie. Haar onderzoeksinteresses situeren zich ook in het domein van Rekrutering & Selectie (innovatieve selectiemethoden, reacties van sollicitanten, …).

Ze behaalde in 2006 haar doctoraat aan de vakgroep Personeelsbeleid, Arbeids- en Organisatiepsychologie van UGent. Haar doctoraatsonderzoek handelde over situationele testen, situationele en gedragsgerichte interviews en de effecten van faking en impression management.

Tussen 2006 en 2011 werkte ze als HR Research Expert bij Securex, waar ze vooral onderzoek deed naar werknemerstevredenheid, -motivatie, leiderschap en personeelsverloop.