Browse Tag: sociale media

Sociale media en smartphones bannen of niet? Wat zegt onderzoek?

De invloed van sociale media en smartphones op ons welzijn is vandaag de dag een hot topic. Er wordt volop over gediscussieerd in talkshows, er worden artikels over geschreven in kranten en magazines en er wordt hevig over gedebatteerd in zowel het binnen- als buitenland. Hoewel er tot nu toe weinig overtuigend wetenschappelijk bewijs is voor de schadelijke impact ervan op ons welzijn, gaan er toch steeds meer stemmen op voor een verbod op deze technologieën. Maar is het verbieden van sociale media en smartphones echt haalbaar in een samenleving die steeds meer afhankelijk wordt van digitale media? Of is er vooral nood aan een meer genuanceerde aanpak, waarbij we jongeren op een verstandige manier leren omgaan met deze technologieën?


Ondanks dat sociale media en smartphones heel wat voordelen te bieden hebben, gaat het gebruik van deze technologieën ook vaak gepaard met nadelen. Vooral van dat laatste worden we ons als samenleving steeds meer bewust. In Australië werd er recent een wetsvoorstel goedgekeurd dat sociale media verbiedt voor kinderen en jongeren onder de 16 jaar (1). Ook dichter bij huis gaan er stemmen op om de minimumleeftijd voor sociale media op te trekken (2). Heel wat wetenschappers lijken zich toch wel wat vragen te stellen bij deze keuze. Er is geen consensus binnen het onderzoek over een negatief noch positief effect van sociale media op welzijn, en al zeker niet over een effect dat stabiel is voor alle jongeren. Het volledig verbieden van sociale media voor kinderen en jongeren in een maatschappij die sterk afhankelijk is van technologie kan bovendien onbedoelde negatieve gevolgen hebben. Zo sluit het kinderen en jongeren niet alleen uit van de voordelen van deze platformen te genieten, maar ontneemt het hen ook de kans om op een verantwoorde manier om te leren gaan met sociale media (3,4).
Los van een verbod op sociale media zijn er mensen die vrijwillig kiezen om tijdelijk geen sociale media te gebruiken om zo hun welzijn te verbeteren. We hebben onlangs onderzoek gedaan naar wat een korte pauze van sociale media met je doet. We verzamelden alle beschikbare studies over zogenaamde “social media detoxes” en analyseerden ze samen. Wat bleek? Zo’n tijdelijke pauze – meestal van ongeveer een week – had geen merkbaar effect op hoe goed mensen zich voelden, hoeveel negatieve emoties ze ervoeren en hoe tevreden ze waren met hun leven (5). Het (tijdelijk) verbieden van sociale media, of het nu gedwongen of vrijwillig is, lijkt dus geen effectieve manier te zijn om ons te wapenen tegen de schadelijke gevolgen ervan.


Wat met het smartphoneverbod op scholen?
In Vlaanderen kondigde kersvers Minister van Onderwijs Zuhal Demir onlangs een totaalverbod op smartphones aan (d.w.z., zowel tijdens als buiten de lessen) voor leerlingen uit het lager onderwijs en de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs als middel om de “concentratie, schoolresultaten en welbevinden van de leerlingen te verbeteren” (6). Als het om concentratie gaat, zijn zowel wetenschappers als leerlingen het eens dat het gebruik van smartphones tijdens de lessen het concentratievermogen van leerlingen kan verstoren (7,8). Of een totaalverbod ook daadwerkelijk het welzijn van leerlingen verbetert, blijft echter een andere vraag. Een recente studie uit The Lancet bestudeerde dit en vond geen relatie tussen een totaal smartphoneverbod op scholen en leerlingen hun welzijn (9). Dit roept de vraag op of een totaalverbod wel de oplossing is die we nodig hebben en of een gedeeltelijk verbod op smartphones geen beter alternatief is? Bovendien blijkt dat de meeste leerlingen zelf niet achter een dergelijk totaalverbod staan, maar liever ondersteund willen worden in het leren omgaan met hun smartphone (7). Dit verzoek lijkt in onze huidige digitale samenleving dan ook steeds relevanter te worden.


Van verbod naar regulering en educatie
Dat er tot nu toe geen sterk bewijs is voor de negatieve invloed van smartphones en sociale media op mensen hun welzijn, betekent niet dat gebruikers geen problemen kunnen ervaren. Zo weten we uit onderzoek dat digitale media ervoor kunnen zorgen dat mensen moeite hebben om zich te concentreren, de tijd uit het oog verliezen, blootgesteld worden aan schadelijke inhouden en dat digitale media de grenzen tussen sociale contexten (zoals werk en privé) kunnen doen vervagen (10). Als we kinderen en jongeren – en bij uitbreiding mensen van alle leeftijden – willen helpen een gezonde relatie met deze technologieën te leren ontwikkelen, is een meer doordachte en genuanceerde aanpak nodig dan het simpelweg verbannen van smartphones en sociale media uit onze samenleving. Vooral overheden en instanties zoals de Europese Unie kunnen hierin een cruciale rol spelen.


Ten eerste klinkt er vanuit het maatschappelijk en wetenschappelijk veld een duidelijke oproep om technologiebedrijven strenger te gaan reguleren. Zo pleiten zowel onderzoekers als experts op het gebied van digitaal welzijn voor een strengere regelgeving die gebruikers van sociale media beter beschermt tegen schadelijke inhouden zoals onrealistische schoonheidsidealen, haatberichten en cyberbullying. Ook wordt vanuit deze kringen gepleit voor het aan banden leggen van het zogenaamde addictive design (i.e. designaspecten en algoritmes die er specifiek op gericht zijn om gebruikers zo lang mogelijk op een platform te houden). Een design dat geschikt is voor alle leeftijden en dat gebruikers meer controle biedt, zou een waardevol alternatief kunnen zijn (3,4,8,11).


Ten tweede is er ook een belangrijke ondersteunende en meer educatieve rol weggelegd voor overheden en organisaties zoals de Europese Unie. Zij kunnen individuen en sociale omgevingen – zoals gezinnen, scholen en bedrijven – helpen om de nodige kennis en vaardigheden te verwerven waarmee ze zichzelf, hun kinderen, leerlingen en werknemers beter kunnen leren navigeren in de digitale wereld (4,8).
Kortom, de huidige wetenschappelijke stand van zaken geeft weinig aanleiding om sociale media en smartphones aan te wijzen als dé reden voor een verminderd welzijn bij jongeren. Het verbieden van deze technologieën is dan ook een oplossing die noch duurzaam, noch wenselijk is. De problemen die kinderen en jongeren vandaag de dag ervaren wanneer ze smartphones en sociale media gebruiken, vereisen een meer genuanceerde en doordachte aanpak die gericht is op het veranderen van addictive designaspecten en het bevorderen van kennis en digitale vaardigheden. Aangezien digitaliseren eerder zal toenemen dan afnemen, is het dan ook essentieel om de komende generaties hierop doordacht voor te bereiden.

Auteurs

Laura Lemahieu is doctoraatsonderzoeker bij de onderzoeksgroep MIOS van de Universiteit Antwerpen. Ze werkt mee aan het Disconnect to Connect-project en onderzoekt in het kader van haar doctoraat hoe de smartphonegewoontes van mensen het hen moeilijk kunnen maken om zich los te koppelen van deze apparaten en welke impact dit heeft op hun welzijn.

dr. Marijn Martens is een postdoctoraal onderzoeker bij de imec-onderzoeksgroep voor Media, Innovatie en Communicatietechnologieën (imec-mict-UGent). Hij behaalde een bachelor in Secundair Onderwijs: Natuurkunde – Wiskunde (Artevelde Hogeschool, 2015), een master in Communicatiewetenschappen met een specialisatie in Nieuwe Media en Samenleving (Universiteit Gent, 2017), en een doctoraat in Communicatiewetenschappen (Universiteit Gent, 2023) over de perceptie en evaluatie van algoritmische systemen die helpen bij beslissingen vanuit het standpunt van leken.

Prof. dr. Ernst Koster is hoogleraar aan de afdeling Experimentele-Klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Gent. Hij is medeoprichter van het PANlab, een expertisecentrum voor cognitieve (neuro)wetenschap van affectieve stoornissen zoals depressie en angst, en onderzoekt cognitieve kwetsbaarheidsfactoren voor depressie en angst. Daarnaast heeft hij in dit verband de afgelopen jaren ook de effecten van het gebruik van sociale media en problematisch gamen als risicofactoren bestudeerd.

Referenties

  1. De Morgen. (28 november, 2024). Wereldprimeur in Australië: eerste verbod op sociale media voor kinderen onder 16 jaar goedgekeurd. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.demorgen.be/snelnieuws/wereldprimeur-in-australie-eerste-verbod-op-sociale-media-voor-kinderen-onder-16-jaar-goedgekeurd~b6c6e9ea/
  2. Nederlands Jeugdinstituut. (5 maart, 2025). Kamer wil minimumleeftijd voor sociale media. Geraadpleegd op 15 april 2025, van https://www.nji.nl/nieuws/kamer-wil-minimumleeftijd-sociale-media.
  3. Vandenbosch, L., Schreurs, L., Vanherle, R., Vanhoffelen, G., Beullens, K., Willems, T., Vandenabeele, J., & Michiels, R. (6 december, 2024). De zin en de onzin van het verbod op sociale media voor Australische adolescenten. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.kuleuven.be/child-youth/nl/blog/posts/socialemediaverbod
  4. Goodyear, V. A., James, C., Orben, A., Quennerstedt, M., Schwartz, G., & Pallan, M. (2025). Approaches to children’s smartphone and social media use must go beyond bans. BMJ, e082569. https://doi.org/10.1136/bmj-2024-082569
  5. Lemahieu, L., Vander Zwalmen, Y., Mennes, M., Koster, E. H. W., Vanden Abeele, M. M. P., & Poels, K. (2025). The effects of social media abstinence on affective well-being and life satisfaction: a systematic review and meta-analysis. Scientific Reports, 15, 1-14. https://doi.org/10.1038/s41598-025-90984-3
  6. Zuhal Demir. (20 december, 2024). Demir verbiedt smartphones in lager en middelbaar onderwijs: “Kwestie van gezond verstand”. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.zuhaldemir.be/nieuws/demir-verbiedt-smartphones-in-lager-en-middelbaar-onderwijs-kwestie-van-gezond-verstand
  7. Martens, M. (2 december, 2024). Waarom een algemeen smartphoneverbod op school geen goed idee is. De Morgen. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.demorgen.be/meningen/waarom-een-algemeen-smartphoneverbod-op-school-geen-goed-idee-is~b8d1c91b/
  8. Weiss, H. A., & Bonell, C. (2025). Smartphone use and mental health: Going beyond school restriction policies. The Lancet Regional Health – Europe, 51, 101237. https://doi.org/10.1016/j.lanepe.2025.101237
  9. Goodyear, V. A., Randhawa, A., Adab, P., Al-Janabi, H., Fenton, S., Jones, K., Michail, M., Morrison, B., Patterson, P., Quinlan, J., Sitch, A., Twardochleb, R., Wade, M., & Pallan, M. (2025). School phone policies and their association with mental wellbeing, phone use, and social media use (SMART Schools): A cross-sectional observational study. The Lancet Regional Health – Europe, 51. https://doi.org/10.1016/j.lanepe.2025.101211
  10. Vanden Abeele, M. M. P., Vandebosch, H., Koster, E. H. W., De Leyn, T., Van Gaeveren, K., de Segovia Vicente, D., Van Bruyssel, S., van Timmeren, T., De Marez, L., Poels, K., DeSmet, A., De Wever, B., Verbruggen, M., & Baillien, E. (2024). Why, how, when, and for whom does digital disconnection work? A process-based framework of digital disconnection. Communication Theory, 34(1), 3-17, https://doi.org/10.1093/ct/qtad016
  11. De Leyn, T., Verlinden, A., Lemahieu, L., Geldof, L., Mennes, M., Cocchi, A., Martens, M., & Abeele, M. V. (2024). Unburdening the (Dis)Connected Individual? A Digital Disconnection Policy Paradox in Flanders (Belgium). Media and Communication, 12. https://doi.org/10.17645/mac.8588
 

Hoe ga je om met online posts over zelfverwonding? Vier cruciale tips voor sociale mediagebruikers

Wist je dat
… meer dan 10% van de Vlamingen aangeeft zichzelf ooit te hebben verwond (met de intentie zichzelf pijn te doen)? Vooral jongeren lopen een risico om hiermee te starten, maar het komt voor in alle leeftijdsgroepen. Sociale media kunnen een rol spelen bij zelfverwondend gedrag. Wat doe je wanneer je online in aanraking komt met berichten hierover? We delen graag wat achtergrond over wat zelfverwondend gedrag inhoudt en de rol van die sociale media. Daarna krijg je concrete tips voor gepaste acties en reacties.

Wat je verder moet weten
Over zelfverwondend gedrag
Wie zichzelf verwondt ziet dat vaak als een manier om met moeilijke emoties om te gaan. Iemand brengt het eigen lichaam opzettelijk fysieke schade aan, met de bedoeling zichzelf pijn te doen, en zonder de intentie zichzelf van het leven te benemen (zoals bij een zelfmoordpoging). Zelfverwondend gedrag wijst vaak op emotionele moeilijkheden en moet altijd ernstig genomen worden. Het kan immers ook samengaan met of evolueren naar zelfmoordgedachten of –pogingen.
Over de rol van sociale media
Motivatie om online te posten
Vaak doen jongeren al aan zelfverwonding vooraleer ze daar ook online actief rond worden. Jongeren gebruiken sociale media om twee redenen, namelijk om inzicht te krijgen in hun zelfverwonding en om ervaringen te delen met elkaar. Op die manier willen ze de isolatie en het stigma in de offline wereld doorbreken.
Negatieve effecten
Jongeren die berichten te zien krijgen rond zelfverwonding ervaren vaak angst of ongemak. Bij kwetsbare jongeren bestaat verder ook het risico dat zulke verhalen hen aanzetten om dat gedrag te kopiëren. De uitwisseling onder jongeren brengt dus risico’s met zich mee, maar heeft gelukkig ook voordelen.
Positieve effecten
Online contact met jongeren in een gelijkaardige situatie zorgt namelijk voor emotionele steun en sociale verbondenheid. Een online community kan ook ervaringen delen die de nadruk leggen op herstel. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het vermogen om momenten van crisis en zelfverwondend gedrag te boven te komen. Zulke berichten kunnen een positieve invloed hebben op kwetsbare jongeren en beschermend werken.
Hoe reageer je best op online berichten over zelfverwondend gedrag?
Over de rol van sociale media op zelfverwondend gedrag is weinig geweten. Toch kunnen we een aantal aanbevelingen meegeven. Daarmee kan ook jij helpen om te bouwen aan een online omgeving die aandacht heeft voor dit risicogedrag.

  1. Onderschat of minimaliseer zelfverwondend gedrag niet, ook niet online.
  2. Zie je posts rond zelfverwondend gedrag of deelt een jongere zo’n bericht met je? Probeer dan in gesprek te gaan en doe dat steeds op een steunende en constructieve manier. Verwijs door naar betrouwbare kanalen zoals awel.be, jac.be, clbchat.be of zelfmoord1813.be (wanneer er ook sprake is van zelfmoordgedachten of –gedrag).
  3. Reageert iemand niet en maak je je zorgen? Op verschillende sociale netwerken kan je verontrustende inhoud melden.
  4. Verspreid zelf geen berichten van anderen over zelfverwondend gedrag, zelfs niet met een waarschuwing. Ook met zo’n ‘trigger warning’ kan een post schadelijk zijn.

Dit interesseert je misschien ook
Ook rond zelfmoord en sociale media zijn er belangrijke aandachtspunten. In ‘Hoe post je veilig over zelfmoord?’ geeft het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie concrete tips.

Auteurs
Julie Van Gestel (stagiaire) en Tom Van Daele (onderzoeksleider) zijn verbonden aan de Expertisecel Psychologie, Technologie & Samenleving van de Thomas More-hogeschool. Eva Dumon is als wetenschappelijk medewerkster verbonden aan het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie van de Universiteit Gent.

Referenties

  • Lavis, A., & Winter, R. (2020). #Online harms or benefits? An ethnographic analysis of the positives and negatives of peer-support around self-harm on social media. The Journal of Child Psychology and Psychiatry, 61(8), 842–854. https://doi.org/10.1111/jcpp.13245
  • Biernessera, C., Sewall, C. J. R., Brent, D., Bear, T., Mair, C., & Trauth, J. (2020). Social media use and deliberate self-harm among youth: A systematized narrative review. Children and Youth Services Review, 116, 1-15. https://doi.org/10.1016/j.childyouth.2020.105054
  • Zelfmoord1813. (2019, Februari 10). Zelfverwonding factsheet. Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie. https://www.zelfmoord1813.be/sites/default/files/Zelfverwonding.pdf
  • Zelfmoord1813. (2016, Oktober 13). Omgaan met zelfbeschadiging: Een gids voor ouders en hulpverleners. Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie. https://www.zelfmoord1813.be/publicaties/producten/omgaan-met-zelfbeschadiging-een-gids-voor-ouders-en-hulpverleners
  • Candice, L., Odgers, & Jensen, M.R. (2020). Annual Research Review: Adolescent mental health in the digital age: facts, fears, and future directions. The Journal of Child Psychology and Psychiatry, 61(3), 336–348. https://doi.org/10.1111/jcpp.13190
  • Picardo, J., McKenzie, S.K., Collings, S., & Jenkin, G. (2020). Suicide and self-harm content on Instagram: A systematic scoping review. PLOS ONE, 15(9): e0238603. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0238603
  • Williams, J. (2020, Oktober 15). Social media and self-harm in young people: help or hindrance? The Mental Elf. https://www.nationalelfservice.net/mental-health/self-harm/social-media-self-harm/
  • Jones, P.J., Bellet, B.W., & McNally, R.J. (2020). Helping or Harming? The Effect of Trigger Warnings on Individuals With Trauma Histories. SAGE jounals, 8(5), 905-917. https://doi.org/10.1177%2F2167702620921341
 

Sociale media maakt niet asociaal.

“Bewijs: nieuwe media maken ons asociaal” verkondigde De Redactie onlangs. In het NRC Handelsblad somde men op wat de effecten kunnen zijn van sociale media, en die opsomming was niet al te fraai: egotripperij wordt gestimuleerd, het kan geestesziekte uitlokken, het doet ons vervreemden van de realiteit en kan zelfs aanzetten tot terreur. Zij staan daarin niet alleen, je hoort wel vaker dat internet in het algemeen maar sociale media in het bijzonder ons dom en asociaal maken. Net zoals iemand excessief alcohol of drugs kan gebruiken, kan men ook ‘internetverslaafd’ of ‘Facebookverslaafd” zijn. Hoeveel waarheid zit er in deze uitspraken?

Sociale media: verslavend en asociaal

In de wetenschappelijke literatuur wordt verslaving gedefinieerd als een toestand waarin een individu fysiek en/of mentaal van een gewoonte of stof (drugs, alcohol…) afhankelijk is. Hierdoor kan men deze gewoonte of stof niet of heel moeilijk loslaten en kan het ten koste gaan van andere activiteiten. Uit een onderzoek bij en door eerstejaarsstudenten Psychologie blijkt dat ze inderdaad in zekere mate verslingerd zijn aan het internet en sociale media. Er werd specifiek onderzocht of hun internetgebruik kon begrepen worden in termen van verslaving en afhankelijkheid, bijvoorbeeld met items als “Vijf dagen zonder sociale media zou me gek maken”. Bijna 30% van de 250 studenten die deelnamen aan het onderzoek, gingen akkoord of helemaal akkoord met deze items. Dit wijst erop dat het gebruik van sociale media voor hen toch een effect heeft dat vergelijkbaar is met een verslaving.

Maar leidt deze verslaving ook tot een asociaal bestaan? Volgens deze resultaten niet: er is geen significante relatie tussen de afhankelijkheid van sociale media en alledaags contact met vrienden. Het lijkt er dus niet op dat het online contact een vervanging is van offline contact met anderen. Studenten gaan nog graag met vrienden op café, er zijn nog zekerheden in het leven.

All this technology is making us antisocial

‘Social self’

Uit eerder onderzoek komt naar voor dat mensen niet alles delen op sociale media. Dit wordt deels veroorzaakt door onze groeiende bezorgdheid rond privacy en het beeld dat (toekomstige) werkgevers kunnen krijgen op basis van onze online profielen. Een andere oorzaak is van psychologische aard: de ‘social self’.

We hebben allemaal verschillende rollen in het leven die op andere tijdstippen tot uiting komen: werknemer, partner, ouder, kind, vriend/vriendin… Het kan zijn dat we ons in de verschillende rollen anders gedragen en dat sommige rollen zelfs in conflict komen met elkaar. De rol van werknemer goed uitvoeren vereist dat u ’s avonds nog even snel een presentatie afwerkt, maar volgens de ouderagenda moet u om 20u aan de muziekschool staan. Op sociale media hebben we ook een rol te vervullen: de sociale rol. We maken een selectie van het beste materiaal dat (over ons) bestaat om ons als individu te vertegenwoordigen en hoe we onszelf liefst presenteren naar anderen toe. Dit zijn flatterende foto’s, “kijk-wat-ik-nu-meemaak” verhalen, interessante zaken delen en dergelijke meer. We stellen zo een sociaalgedreven rol samen die we vervullen op het internet: de social self. Op sociale media documenteren we dus niet louter de andere rollen (door foto’s en verhalen online te zetten). Een bijkomende rol kan voor stress zorgen, want ze kan – net zoals alle rollen in ons leven – in conflict komen met een andere. We vergeten ook makkelijk dat anderen deze selectie ook maken. Hoewel zij dus ook bewust de mindere kantjes in het leven achterwege laten, bekijken we hun social self alsof het een weerspiegeling is van de dagdagelijkse realiteit. De vergelijking van de social self van iemand anders met ons eigen leven maakt dus zelden gelukkig. Door deze vergelijking en omdat we onze ‘social self’ in stand moeten houden, heeft het gebruik van sociale media wel degelijk potentieel om effect te hebben op onze mentale en psychische gezondheid.

The reason we struggle with insecurity is because we compare our behind-the-scenes with everyone elses highlight reel. – Steven Furtick

Kortom, het gebruik van sociale media kan verslavend werken, maar maakt niet noodzakelijk asociaal. Een ‘social self’ onderhouden kan beslastend zijn, maar zonder Facebook raakt u niet aan uw Candy Crush levens. Het leven is geven en nemen, niet waar.

Referenties

  • Van Hiel, A. Jongeren en sociale media: verslavend maar niet asociaal. (2014).
  • Brunskill, D. Social media, social avatars and the psyche: is Facebook good for us? Australas Psychiatry, 21(6), 527-532.

Auteur: Karen De Visch

Karen De Visch is bedrijfspsychologe en werkt als researcher in ondernemerschap aan de Vlerick Business School.