Browse Tag: keurmerk

Therapie met een keurmerk: psychoanalytische therapie krijgt het stempel van effectiviteit.

Therapie met een keurmerk: psychoanalytische therapie krijgt het stempel van effectiviteit

Psychologische problemen: zeker een kwart van de mensen daar in zijn of haar leven mee te maken (WHO, 2001). De markt wordt overspoeld met behandelvormen en oplossingen – van zelfhulp en kruidenpillen tot gesprekken, gedragstherapie en zelfs virtual reality. Maar wat werkt nu echt, en voor wie? Waar wend jij je toe als je kampt met psychologische klachten?

Keurmerk voor psychotherapie

Sinds de jaren ’90 wordt steeds meer gestreefd naar Evidence-Based Treatment: behandelingen waarvan de werkzaamheid wetenschappelijk is bewezen (Leichsenring et al., 2015).

Alleen als therapieën voldoen aan een aantal strenge criteria, krijgen ze het stempel ‘effectieve behandeling’. Dat kwaliteitskeurmerk is handig voor de patiënt om te vertrouwen op de werkzaamheid van een therapie, maar zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat behandelingen door de ziekteverzekering worden terugbetaald.

Wanneer krijgt een therapie nu een keurmerk? Logischerwijs moeten patiënten beter af zijn ná de therapie dan ervoor. Sterker nog: patiënten zouden méér moeten herstellen als zij de therapie hebben gevolgd dan als alleen de tijd zijn werk had gedaan. Die werkzaamheid moet bovendien blijken uit minimaal twee onafhankelijke wetenschappelijke studies, die zelf ook aan strenge eisen gebonden zijn (zie Chambless & Hollon, 1998). Bijna twintig jaar na het opstellen van deze kwaliteitseisen, is bewezen dat psychotherapie effectief is om een breed scala aan psychologische klachten te verhelpen, zoals depressie, angstklachten, trauma, eetproblemen, interpersoonlijke problemen, enzovoort.

Psychoanalytische therapie krijgt het stempel

Psychoanalytische en psychodynamische therapieën worden al anderhalve eeuw naar voren gebracht als effectieve behandelvorm voor allerlei psychologische problemen, zoals de klassieke hysterie en de melancholie in de Victoriaanse tijd, en depressie, angst en stressproblemen die we tegenwoordig veel tegen komen. Over die lange periode is de psychoanalyse met haar tijd meegegaan: de sofa is in veel gevallen uit de praktijk verdwenen, maar de onmisbare aandacht voor de interactie tussen de therapeut en de patiënt is nog altijd cruciaal in de spreekkamer. Psychoanalyse kijkt naar de relaties die mensen aangaan met hun omgeving, en de rol die ze daarin zelf nemen.

Dit jaar vergeleken Leichsenring en collega’s (2015) alle wetenschappelijke studies waarin de werkzaamheid van psychoanalytische therapieën werd onderzocht. Alleen als de onderzoeken voldeden aan de strenge eisen voor Evidence-Based Treatment, werden ze bestudeerd. Die eisen scherpten de auteurs zelfs nog aan, door striktere regels in te voeren voor de cijfers waaruit effectiviteit moet blijken. In totaal 39 onafhankelijke studies onderzochten samen bijna 2.100 patiënten, en toonden daarin de werkzaamheid aan. Meer bepaald wordt psychoanalytische therapie als effectief bestempeld voor depressie, sociale angst, borderline, diverse persoonlijkheidsstoornissen, pijnstoornissen, en anorexia nervosa. Ook voor rouwproblemen, paniekaanvallen en verslaving zijn er aanwijzingen voor effectiviteit, hoewel voor een keurmerk nog meer onderzoek nodig is.

En wat levert dat nu op?

Met zo’n grote groep mensen die met psychologische problemen te maken krijgt, wordt het steeds belangrijker gevonden dat psychotherapie kosteneffectief is. Dat wil zeggen: het moet meer opleveren dan het kost. Kort geleden onderzochten Abbass en collega’s (2015) hoe dat zit voor psychoanalytische therapie. Zij bekeken in Canada de zorgkosten van 890 patiënten, die een kortdurende psychoanalytische therapie hadden gevolgd voor verschillende psychologische klachten. Per patiënt bleek dat een behandeling gemiddeld $700 kost, maar dat in de drie jaar na het einde van de behandeling gemiddeld $12.000 aan zorgkosten is bespaard (alle kosten zouden in België iets lager liggen). Die zorgkosten zouden anders besteed zijn aan bezoeken aan huisartsen, specialisten en kinesisten, maar bijvoorbeeld ook aan het thuisblijven van de job (American Psychological Association, 2013). Opvallend was dat ook mensen met fysieke klachten, zoals fybromyalgie en prikkelbare darm syndroom, lagere zorgkosten hebben na het volgen van kortdurende psychoanalytische therapie.

Psychotherapie is dus werkzaam voor verschillende psychologische problemen, en op lange termijn scheelt dat bovendien zorgkosten. Daarmee kunnen we concluderen dat psychoanalytische therapie voor een hele reeks psychische problematieken – net als een aantal andere vormen van evidence-based therapie – terecht het keurstempel krijgt. Met (be)spaarzegels erbij.

Referenties

  • Abbass, A., Kisely, S., Rasic, D., Town, J. M., & Johansson, R. (2015). Long-term healthcare cost reduction with Intensive Short-term Dynamic Psychotherapy in a tertiary psychiatric service. Journal of Psychiatric Research, http://dx.doi.org/10.1016/j.jpsychires.2015.03.001.
  • American Psychological Association (2013). Recognition of psychotherapy effectiveness. Psychotherapy, 50, 102-109.
  • Chambless, D. L., & Hollon, S. D. (1998). Defining empirically supported therapies. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 66, 7–18.
  • Leichsenring, F., Leweke, F., Klein, S., & Steinert, C. (2015). The empirical status of psychodynamic therapy – an update: Bambi’s alive and kicking. Psychotherapy and psychosomatics, 84, 129-148.
  • World Health Organization (2001). The world health report 2001. Mental health: New understanding, new hope. Geneva: World Health Organization.

Auteur: Femke Truijens

Femke Truijens is doctoranda in klinische psychologie en wetenschapsfilosofie, onder supervisie van prof. dr. Mattias Desmet. Zij is verbonden aan de vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie van de Universiteit Gent. Deze vakgroep is een onderdeel van PSYNC, het consortium klinische psychologie.