Browse Tag: jongeren

Inclusieve scholen kunnen levens redden

Nieuw Europees onderzoek toont hoe onderwijs het verschil maakt voor LGBT+ jongeren

In een tijd waarin de rechten van LGBT+ personen in veel landen opnieuw onder druk staan, komt een grootschalige Europese studie met een duidelijke boodschap: scholen die actief inzetten op inclusie en positieve representatie van seksuele en genderdiversiteit dragen bij aan de mentale gezondheid van LGBT+ jongeren. En dat kan zelfs levens redden.

Minder depressie en suïcidaliteit dankzij inclusieve scholen

De studie, uitgevoerd bij bijna 18.000 LGBT+ jongeren uit 13 Europese landen – waaronder België – onderzocht hoe schoolpraktijken zoals inclusieve seksuele voorlichting, positieve representatie in de klas en ondersteunende leraren samenhangen met minder depressieve gevoelens, angst en suïcidale gedachten. Het resultaat is duidelijk: scholen die actief inzetten op inclusie zorgen voor minder mentale gezondheidsproblemen bij deze jongeren.

Minder stress, meer veiligheid

De onderzoekers baseerden zich op het bekende “Minority Stress Model” van Ilan Meyer dat stelt dat seksuele en genderminderheden extra psychologische stress ervaren door stigma en discriminatie. Dit kan zich uiten in drie vormen van stress:

  1. Externe stress – zoals pesten en uitsluiting.
  2. Verwachte stress – de voortdurende angst voor afwijzing of geweld.
  3. Geïnternaliseerd stigma – het overnemen van negatieve denkbeelden over jezelf.

Wat deze studie uniek maakt, is dat ze voor het eerst met data uit heel Europa kon aantonen dat inclusieve schoolpraktijken deze stressoren effectief verminderen. Ze maken scholen niet alleen fysiek maar ook psychologisch veiliger voor LGBT+ jongeren.

Wat werkt écht op school?

De studie identificeerde drie sleutelfactoren die het verschil maken:

  • Inclusieve seksuele opvoeding: Jongeren die leerden over verschillende seksuele oriëntaties en genderidentiteiten voelden zich minder gestigmatiseerd en rapporteerden minder mentale klachten.
  • Positieve representatie in de klas: Als LGBT+ personen zichtbaar waren in leerinhoud – bijvoorbeeld in geschiedenislessen of literatuur – én op een positieve manier, voelden jongeren zich meer gewaardeerd. Negatieve of zelfs neutrale representatie bleek juist schadelijk.
  • Ondersteunende leerkrachten: Leerkrachten die opkomen voor LGBT+ jongeren, ingrijpen bij pestgedrag en een veilige omgeving creëren, blijken cruciaal. Ze zorgen ervoor dat jongeren minder gepest worden en zich meer geaccepteerd voelen.

Niet neutraal, maar actief inclusief

Een opvallende conclusie van de studie is dat “neutraal” zijn als school – bijvoorbeeld door LGBT+ onderwerpen helemaal te vermijden – niet genoeg is. Jongeren die geen of neutrale informatie kregen, rapporteerden evengoed of zelfs meer mentale problemen dan jongeren in scholen met negatieve beeldvorming. Alleen een actief inclusieve aanpak werkt beschermend.

Urgente boodschap in een verontrustend klimaat

Deze bevindingen zijn niet zomaar een academische oefening. In veel Europese landen – ook binnen de EU – worden LGBT+ rechten beknot. Denk aan de Hongaarse “anti-LGBT-propagandawet” of anti-transwetten in delen van Italië en Polen. Ook in België en Nederland zien we toenemende meldingen van anti-LGBT+ geweld of pesterijen op school.

In dit klimaat is het belangrijker dan ooit dat scholen hun verantwoordelijkheid opnemen. De school is immers de plek waar jongeren een groot deel van hun tijd doorbrengen. Door in te zetten op inclusie kunnen scholen niet alleen sociale veiligheid bieden, maar ook letterlijk levens redden.

Wat kunnen scholen doen?

De studie wijst op concrete acties:

  • Integreer positieve en diverse beelden van LGBT+ personen in het lesmateriaal.
  • Zorg dat seksuele voorlichting expliciet ingaat op verschillende seksuele oriëntaties en genderidentiteiten.
  • Investeer in training voor leerkrachten om inclusieve en ondersteunende relaties op te bouwen met álle jongeren.
  • Grijp in bij pestgedrag en werk aan een schoolcultuur waar diversiteit als een meerwaarde wordt gezien.

Conclusie: onderwijs als hefboom voor gelijke kansen

Onderwijs kan een krachtig tegenwicht bieden aan de polarisering in de maatschappij. De boodschap van deze studie is helder: als scholen investeren in inclusie, verminderen ze niet alleen pesten en angst, maar bouwen ze actief mee aan het welzijn en de weerbaarheid van LGBT+ jongeren. In een Europa waar inclusie niet meer vanzelfsprekend is, toont deze studie dat we niet bij de pakken hoeven neer te zitten. Verandering begint in de klas. Dit is geen kwestie van ideologie, maar van volksgezondheid en mensenrechten.

Auteurs

Prof. Alexis Dewaele is verbonden aan de vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Gent. Zijn expertise ligt op het snijvlak van seksuele gezondheid, mentale gezondheid en minderheidsstress bij LGBT+ personen. Hij coördineert het PSYNC-consortium ‘Samen-Werken voor Mentale Gezondheid’ en leidde meerdere studies over de impact van zichtbaarheid, copingstrategieën en discriminatie op het welzijn van seksuele minderheden.

Prof. Mieke Van Houtte is gewoon hoogleraar sociologie aan de Universiteit Gent. Haar onderzoek richt zich op de sociologie van onderwijs, met bijzondere aandacht voor hoe schoolstructuren en -culturen ongelijkheden reproduceren. Ze heeft uitgebreid gepubliceerd over de ervaringen van LGBT+ jongeren in het Vlaamse secundair onderwijs, waaronder hun gevoel van verbondenheid en schoolmotivatie. Haar werk benadrukt het belang van inclusieve schoolomgevingen voor het welzijn van seksuele minderheden.

Prof. Salvatore Ioverno is professor klinische psychologie aan de Roma Tre Universiteit in Italië. Zijn onderzoek richt zich op de mentale gezondheid van seksuele en genderminderheden, met een focus op de rol van inclusieve schoolpraktijken in Europa. Hij was hoofdonderzoeker van de grootschalige Europese studie die aantoonde dat positieve representatie van LGBT+ thema’s in de klas, inclusieve seksuele voorlichting en ondersteunende leraren bijdragen aan een betere mentale gezondheid van jongeren.

Referenties

Ioverno, S., Sherwood, S. H., Costa, S., Van Houtte, M., Dewaele, A., O’Higgins Norman, J., … & Russell, S. T. (2025). Linking inclusive school practices and mental health in sexual and gender minority youth in Europe. European child & adolescent psychiatry, 1-11.

Frost, D. M., & Meyer, I. H. (2023). Minority stress theory: Application, critique, and continued relevance. Current opinion in psychology, 51, 101579.

 

Sociale media en smartphones bannen of niet? Wat zegt onderzoek?

De invloed van sociale media en smartphones op ons welzijn is vandaag de dag een hot topic. Er wordt volop over gediscussieerd in talkshows, er worden artikels over geschreven in kranten en magazines en er wordt hevig over gedebatteerd in zowel het binnen- als buitenland. Hoewel er tot nu toe weinig overtuigend wetenschappelijk bewijs is voor de schadelijke impact ervan op ons welzijn, gaan er toch steeds meer stemmen op voor een verbod op deze technologieën. Maar is het verbieden van sociale media en smartphones echt haalbaar in een samenleving die steeds meer afhankelijk wordt van digitale media? Of is er vooral nood aan een meer genuanceerde aanpak, waarbij we jongeren op een verstandige manier leren omgaan met deze technologieën?


Ondanks dat sociale media en smartphones heel wat voordelen te bieden hebben, gaat het gebruik van deze technologieën ook vaak gepaard met nadelen. Vooral van dat laatste worden we ons als samenleving steeds meer bewust. In Australië werd er recent een wetsvoorstel goedgekeurd dat sociale media verbiedt voor kinderen en jongeren onder de 16 jaar (1). Ook dichter bij huis gaan er stemmen op om de minimumleeftijd voor sociale media op te trekken (2). Heel wat wetenschappers lijken zich toch wel wat vragen te stellen bij deze keuze. Er is geen consensus binnen het onderzoek over een negatief noch positief effect van sociale media op welzijn, en al zeker niet over een effect dat stabiel is voor alle jongeren. Het volledig verbieden van sociale media voor kinderen en jongeren in een maatschappij die sterk afhankelijk is van technologie kan bovendien onbedoelde negatieve gevolgen hebben. Zo sluit het kinderen en jongeren niet alleen uit van de voordelen van deze platformen te genieten, maar ontneemt het hen ook de kans om op een verantwoorde manier om te leren gaan met sociale media (3,4).
Los van een verbod op sociale media zijn er mensen die vrijwillig kiezen om tijdelijk geen sociale media te gebruiken om zo hun welzijn te verbeteren. We hebben onlangs onderzoek gedaan naar wat een korte pauze van sociale media met je doet. We verzamelden alle beschikbare studies over zogenaamde “social media detoxes” en analyseerden ze samen. Wat bleek? Zo’n tijdelijke pauze – meestal van ongeveer een week – had geen merkbaar effect op hoe goed mensen zich voelden, hoeveel negatieve emoties ze ervoeren en hoe tevreden ze waren met hun leven (5). Het (tijdelijk) verbieden van sociale media, of het nu gedwongen of vrijwillig is, lijkt dus geen effectieve manier te zijn om ons te wapenen tegen de schadelijke gevolgen ervan.


Wat met het smartphoneverbod op scholen?
In Vlaanderen kondigde kersvers Minister van Onderwijs Zuhal Demir onlangs een totaalverbod op smartphones aan (d.w.z., zowel tijdens als buiten de lessen) voor leerlingen uit het lager onderwijs en de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs als middel om de “concentratie, schoolresultaten en welbevinden van de leerlingen te verbeteren” (6). Als het om concentratie gaat, zijn zowel wetenschappers als leerlingen het eens dat het gebruik van smartphones tijdens de lessen het concentratievermogen van leerlingen kan verstoren (7,8). Of een totaalverbod ook daadwerkelijk het welzijn van leerlingen verbetert, blijft echter een andere vraag. Een recente studie uit The Lancet bestudeerde dit en vond geen relatie tussen een totaal smartphoneverbod op scholen en leerlingen hun welzijn (9). Dit roept de vraag op of een totaalverbod wel de oplossing is die we nodig hebben en of een gedeeltelijk verbod op smartphones geen beter alternatief is? Bovendien blijkt dat de meeste leerlingen zelf niet achter een dergelijk totaalverbod staan, maar liever ondersteund willen worden in het leren omgaan met hun smartphone (7). Dit verzoek lijkt in onze huidige digitale samenleving dan ook steeds relevanter te worden.


Van verbod naar regulering en educatie
Dat er tot nu toe geen sterk bewijs is voor de negatieve invloed van smartphones en sociale media op mensen hun welzijn, betekent niet dat gebruikers geen problemen kunnen ervaren. Zo weten we uit onderzoek dat digitale media ervoor kunnen zorgen dat mensen moeite hebben om zich te concentreren, de tijd uit het oog verliezen, blootgesteld worden aan schadelijke inhouden en dat digitale media de grenzen tussen sociale contexten (zoals werk en privé) kunnen doen vervagen (10). Als we kinderen en jongeren – en bij uitbreiding mensen van alle leeftijden – willen helpen een gezonde relatie met deze technologieën te leren ontwikkelen, is een meer doordachte en genuanceerde aanpak nodig dan het simpelweg verbannen van smartphones en sociale media uit onze samenleving. Vooral overheden en instanties zoals de Europese Unie kunnen hierin een cruciale rol spelen.


Ten eerste klinkt er vanuit het maatschappelijk en wetenschappelijk veld een duidelijke oproep om technologiebedrijven strenger te gaan reguleren. Zo pleiten zowel onderzoekers als experts op het gebied van digitaal welzijn voor een strengere regelgeving die gebruikers van sociale media beter beschermt tegen schadelijke inhouden zoals onrealistische schoonheidsidealen, haatberichten en cyberbullying. Ook wordt vanuit deze kringen gepleit voor het aan banden leggen van het zogenaamde addictive design (i.e. designaspecten en algoritmes die er specifiek op gericht zijn om gebruikers zo lang mogelijk op een platform te houden). Een design dat geschikt is voor alle leeftijden en dat gebruikers meer controle biedt, zou een waardevol alternatief kunnen zijn (3,4,8,11).


Ten tweede is er ook een belangrijke ondersteunende en meer educatieve rol weggelegd voor overheden en organisaties zoals de Europese Unie. Zij kunnen individuen en sociale omgevingen – zoals gezinnen, scholen en bedrijven – helpen om de nodige kennis en vaardigheden te verwerven waarmee ze zichzelf, hun kinderen, leerlingen en werknemers beter kunnen leren navigeren in de digitale wereld (4,8).
Kortom, de huidige wetenschappelijke stand van zaken geeft weinig aanleiding om sociale media en smartphones aan te wijzen als dé reden voor een verminderd welzijn bij jongeren. Het verbieden van deze technologieën is dan ook een oplossing die noch duurzaam, noch wenselijk is. De problemen die kinderen en jongeren vandaag de dag ervaren wanneer ze smartphones en sociale media gebruiken, vereisen een meer genuanceerde en doordachte aanpak die gericht is op het veranderen van addictive designaspecten en het bevorderen van kennis en digitale vaardigheden. Aangezien digitaliseren eerder zal toenemen dan afnemen, is het dan ook essentieel om de komende generaties hierop doordacht voor te bereiden.

Auteurs

Laura Lemahieu is doctoraatsonderzoeker bij de onderzoeksgroep MIOS van de Universiteit Antwerpen. Ze werkt mee aan het Disconnect to Connect-project en onderzoekt in het kader van haar doctoraat hoe de smartphonegewoontes van mensen het hen moeilijk kunnen maken om zich los te koppelen van deze apparaten en welke impact dit heeft op hun welzijn.

dr. Marijn Martens is een postdoctoraal onderzoeker bij de imec-onderzoeksgroep voor Media, Innovatie en Communicatietechnologieën (imec-mict-UGent). Hij behaalde een bachelor in Secundair Onderwijs: Natuurkunde – Wiskunde (Artevelde Hogeschool, 2015), een master in Communicatiewetenschappen met een specialisatie in Nieuwe Media en Samenleving (Universiteit Gent, 2017), en een doctoraat in Communicatiewetenschappen (Universiteit Gent, 2023) over de perceptie en evaluatie van algoritmische systemen die helpen bij beslissingen vanuit het standpunt van leken.

Prof. dr. Ernst Koster is hoogleraar aan de afdeling Experimentele-Klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Gent. Hij is medeoprichter van het PANlab, een expertisecentrum voor cognitieve (neuro)wetenschap van affectieve stoornissen zoals depressie en angst, en onderzoekt cognitieve kwetsbaarheidsfactoren voor depressie en angst. Daarnaast heeft hij in dit verband de afgelopen jaren ook de effecten van het gebruik van sociale media en problematisch gamen als risicofactoren bestudeerd.

Referenties

  1. De Morgen. (28 november, 2024). Wereldprimeur in Australië: eerste verbod op sociale media voor kinderen onder 16 jaar goedgekeurd. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.demorgen.be/snelnieuws/wereldprimeur-in-australie-eerste-verbod-op-sociale-media-voor-kinderen-onder-16-jaar-goedgekeurd~b6c6e9ea/
  2. Nederlands Jeugdinstituut. (5 maart, 2025). Kamer wil minimumleeftijd voor sociale media. Geraadpleegd op 15 april 2025, van https://www.nji.nl/nieuws/kamer-wil-minimumleeftijd-sociale-media.
  3. Vandenbosch, L., Schreurs, L., Vanherle, R., Vanhoffelen, G., Beullens, K., Willems, T., Vandenabeele, J., & Michiels, R. (6 december, 2024). De zin en de onzin van het verbod op sociale media voor Australische adolescenten. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.kuleuven.be/child-youth/nl/blog/posts/socialemediaverbod
  4. Goodyear, V. A., James, C., Orben, A., Quennerstedt, M., Schwartz, G., & Pallan, M. (2025). Approaches to children’s smartphone and social media use must go beyond bans. BMJ, e082569. https://doi.org/10.1136/bmj-2024-082569
  5. Lemahieu, L., Vander Zwalmen, Y., Mennes, M., Koster, E. H. W., Vanden Abeele, M. M. P., & Poels, K. (2025). The effects of social media abstinence on affective well-being and life satisfaction: a systematic review and meta-analysis. Scientific Reports, 15, 1-14. https://doi.org/10.1038/s41598-025-90984-3
  6. Zuhal Demir. (20 december, 2024). Demir verbiedt smartphones in lager en middelbaar onderwijs: “Kwestie van gezond verstand”. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.zuhaldemir.be/nieuws/demir-verbiedt-smartphones-in-lager-en-middelbaar-onderwijs-kwestie-van-gezond-verstand
  7. Martens, M. (2 december, 2024). Waarom een algemeen smartphoneverbod op school geen goed idee is. De Morgen. Geraadpleegd op 10 april 2025, van https://www.demorgen.be/meningen/waarom-een-algemeen-smartphoneverbod-op-school-geen-goed-idee-is~b8d1c91b/
  8. Weiss, H. A., & Bonell, C. (2025). Smartphone use and mental health: Going beyond school restriction policies. The Lancet Regional Health – Europe, 51, 101237. https://doi.org/10.1016/j.lanepe.2025.101237
  9. Goodyear, V. A., Randhawa, A., Adab, P., Al-Janabi, H., Fenton, S., Jones, K., Michail, M., Morrison, B., Patterson, P., Quinlan, J., Sitch, A., Twardochleb, R., Wade, M., & Pallan, M. (2025). School phone policies and their association with mental wellbeing, phone use, and social media use (SMART Schools): A cross-sectional observational study. The Lancet Regional Health – Europe, 51. https://doi.org/10.1016/j.lanepe.2025.101211
  10. Vanden Abeele, M. M. P., Vandebosch, H., Koster, E. H. W., De Leyn, T., Van Gaeveren, K., de Segovia Vicente, D., Van Bruyssel, S., van Timmeren, T., De Marez, L., Poels, K., DeSmet, A., De Wever, B., Verbruggen, M., & Baillien, E. (2024). Why, how, when, and for whom does digital disconnection work? A process-based framework of digital disconnection. Communication Theory, 34(1), 3-17, https://doi.org/10.1093/ct/qtad016
  11. De Leyn, T., Verlinden, A., Lemahieu, L., Geldof, L., Mennes, M., Cocchi, A., Martens, M., & Abeele, M. V. (2024). Unburdening the (Dis)Connected Individual? A Digital Disconnection Policy Paradox in Flanders (Belgium). Media and Communication, 12. https://doi.org/10.17645/mac.8588
 

Lief zijn voor jezelf: Zelfcompassie als weg naar minder stress bij jongeren

Stel je voor: je hebt net een lange schooldag achter de rug, je hoofd zit vol huiswerk, en je piekert over een ruzie met een vriend. Herkenbaar? Voor veel jongeren stapelen stress en negatieve gedachten zich op, waardoor het moeilijk wordt om helder te denken en met emoties om te gaan. Maar hoe ga je hier het beste mee om, en waarom is het voor jongeren vaak zo moeilijk?


De uitdagingen van de adolescentie
De adolescentie is een spannende, maar vaak ook stressvolle periode. Jongeren maken ingrijpende fysieke, sociale en emotionele veranderingen door, die leiden tot intensere emoties en meer stress. Omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, zijn jongeren in deze fase extra kwetsbaar voor problemen zoals angst en depressie. Zonder goede handvaten om met deze stress om te gaan, kunnen deze moeilijkheden zich later in het leven ontwikkelen tot ernstigere problemen.


Wat is emotieregulatie?
Om goed om te gaan met negatieve emoties, gebruiken mensen verschillende strategieën, ook wel emotieregulatie genoemd. Deze strategieën helpen ons om te bepalen welke emoties we voelen en hoe we daarmee omgaan. Sommige strategieën zijn gezond en helpen ons vooruit, terwijl andere ons juist kunnen vastzetten in negatieve gevoelens. Voor jongeren is het enorm belangrijk om een gezonde emotieregulatie te ontwikkelen, vooral in een levensfase vol uitdagingen.


Zelfcompassie: De kracht van vriendelijkheid naar jezelf
Een van die gezonde strategieën is zelfcompassie. Zelfcompassie houdt in dat je vriendelijk bent voor jezelf in moeilijke tijden, dat je je eigen tekortkomingen ziet als een normaal deel van het mens-zijn, en dat je met een open en bewuste houding omgaat met negatieve ervaringen. Onderzoek toont aan dat volwassenen die zelfcompassie beoefenen minder last hebben van stress en psychische klachten. Maar hoe zit dat bij jongeren?


Wat leert de wetenschap ons?
Een recente studie onderzocht het effect van zelfcompassie bij jongeren door hen in twee groepen te verdelen: de ene groep volgde een korte training over zelfcompassie, terwijl de andere groep een training over zelfzorg kreeg. Een week later werden beide groepen aan een stressvolle taak onderworpen, waarbij hun emoties en stressniveaus werden gemeten.


Wat bleek? Jongeren die de training over zelfcompassie hadden gevolgd, voelden zich na de stressvolle taak positiever. Hoewel er geen grote verschillen waren in negatieve emoties of lichamelijke stressreacties tussen beide groepen, gaf de zelfcompassiegroep wel aan zich emotioneel beter te voelen.


Het belang van positieve gevoelens
Deze resultaten lijken misschien subtiel, maar ze tonen wel aan dat zelfs een korte training over zelfcompassie jongeren kan helpen om positiever om te gaan met stressvolle situaties. Het is misschien geen wondermiddel, maar het idee dat ‘lief zijn voor jezelf’ stress kan verlichten, is een waardevolle les. Bovendien zou een langere training deze effecten misschien kunnen versterken.

In een levensfase die gekenmerkt wordt door constante veranderingen en onzekerheid, kan zelfcompassie een mogelijk hulpmiddel zijn. Het zou jongeren kunnen helpen om op een gezonde manier met stress om te gaan en meer positieve emoties te ervaren, zelfs in moeilijke situaties.
Dus, in plaats van streng te zijn voor jezelf, geef jezelf de ruimte om lief te zijn voor jezelf.

Auteur

Annabel De Clercq studeerde in 2024 af als Master in de Psychologie en won de Mensenkennis trofee. De Mensenkennis Trofee is een scriptieprijs die afstuderende studenten psychologie aan de Universiteit Gent wil uitdagen om hun masterproef te vertalen naar een populairwetenschappelijk artikel.

Referenties

Aldao, A. (2016). Introduction to the Special Issue: Emotion Regulation as a Transdiagnostic Process. Cognitive Therapy and Research, 40(3), 257–261. https://doi.org/10.1007/s10608-016-9764-2


Aldao, A., Nolen-Hoeksema, S., & Schweizer, S. (2010). Emotion-regulation strategies across psychopathology: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 30(2), 217–237. https://doi.org/10.1016/j.cpr.2009.11.004


De Veld, D. M. J., Riksen-Walraven, J. M., & De Weerth, C. (2012). The relation between emotion regulation strategies and physiological stress responses in middle childhood. Psychoneuroendocrinology, 37(8), 1309–1319. https://doi.org/10.1016/j.psyneuen.2012.01.004


Diedrich, A., Grant, M., Hofmann, S. G., Hiller, W., & Berking, M. (2014). Self-compassion as an emotion regulation strategy in major depressive disorder. Behaviour Research and Therapy, 58, 43–51. https://doi.org/10.1016/j.brat.2014.05.006


Gilbert, P., & Procter, S. (2006). Compassionate mind training for people with high shame and self-criticism: overview and pilot study of a group therapy approach. Clinical Psychology & Psychotherapy, 13(6), 353–379. https://doi.org/10.1002/cpp.507


Gross, J. J. (1998). The Emerging Field of Emotion Regulation: An Integrative Review. Review of General Psychology, 2(3), 271–299. https://doi.org/10.1037/1089-2680.2.3.271


Marsh, I. C., Chan, S. W. Y., & MacBeth, A. (2018). Self-compassion and Psychological Distress in Adolescents—a Meta-analysis. Mindfulness, 9(4), 1011–1027. https://doi.org/10.1007/s12671-017-0850-7


Neff, K. D. (2003). Self-Compassion: An Alternative Conceptualization of a Healthy Attitude Toward Oneself. Self and Identity, 2(2), 85–101. https://doi.org/10.1080/15298860309032


Paus, T., Keshavan, M. S., & Giedd, J. N. (2008). Why do many psychiatric disorders emerge during adolescence? Nature Reviews Neuroscience, 9(12), 947–957. https://doi.org/10.1038/nrn2513


Polanczyk, G. V., Salum, G. A., Sugaya, L., Caye, A., & Rohde, L. A. (2015). Annual Research Review: A meta-analysis of the worldwide prevalence of mental disorders in children and adolescents. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 56(3), 345–365. https://doi.org/10.1111/jcpp.12381


Schweizer, S., Gotlib, I. H., & Blakemore, S. (2020). The role of affective control in emotion regulation during adolescence. Emotion, 20(1), 80–86. https://doi.org/10.1037/emo0000695


Spear, L. P. (2009). Heightened stress responsivity and emotional reactivity during pubertal maturation: Implications for psychopathology. Development and Psychopathology, 21(1), 87–97. https://doi.org/10.1017/s0954579409000066

 

We should talk about sexting… again.

Moeten we het echt nog eens over sexting hebben? Sexting, datgene wat volwassenen meer doen dan jongeren, maar waar haast enkel over gesproken wordt wanneer deze laatste het doen. Zijn de contouren van het debat, dat vorige week naar aanleiding van de column van Mia Doornaert in De Standaard nog eens opflakkerde, nog niet voldoende uitgetekend? Het team contra haalt argumenten aan van gebrek aan privacy en foto’s die vaker wel dan niet publiek lijken te worden gemaakt. Het team pro wijst erop dat jongeren vooral positieve redenen hebben om aan sexting te doen, en dat er ook manieren zijn om dit op een veilige manier te doen. Beide kampen hebben een punt, al kunnen ze elkaar maar moeilijk vinden.

Continue Reading