Browse Tag: druk

When the heat is on. Een eerlijke leider begeeft niet onder druk.

In de afgelopen jaren zijn er heel wat voorbeelden in de media verschenen van leiders die het niet zo nauw nemen met de regeltjes. Fraude en corruptie zijn eerder regel dan uitzondering en het lijkt er vaak op dat mooie cijfers belangrijker gevonden worden dan werknemers en klanten. Door al deze voorbeelden is het wel meer dan eens duidelijk geworden dat immoreel gedrag in organisaties veelvoorkomend is en enorme gevolgen voor onze samenleving kan hebben. Het is dus belangrijk dat we begrijpen waarom een leider zich verlaagt tot allerlei laakbare gedragingen zoals het discrimineren van werknemers of het doorspelen van bedrijfsgeheimen.

Juist voor leiders is het zo belangrijk dat ze zich eerlijk en oprecht gedragen. Onderzoek laat namelijk zien dat werknemers vaak naar hun leider kijken om erachter te komen hoe ze zich moeten gedragen. Dus wanneer een leider zich eerlijk en oprecht gedraagt, zullen werknemers geneigd zijn om dit goede voorbeeld te volgen. Andersom geldt dit natuurlijk ook, wanneer een leider alleen maar uit is op zelfbejag is het niet verwonderlijk dat zijn of haar werknemers hetzelfde doen. Het is echter niet zo eenvoudig voor leiders om zich almaar netjes aan de regeltjes te houden. Leiders hebben veel verantwoordelijkheden en ze moeten veel beslissingen nemen die kunnen variëren van beslissingen met enorme consequenties tot kleine onbenulligheden. Ze moeten dus constant de keuze maken welke beslissingen hun aandacht nodig heeft en welke niet.

In dit onderzoek beargumenteerden we dat het juist deze constante druk is die ervoor zorgt dat leiders zich eerder zullen verlagen tot immoreel gedrag. Het blijkt namelijk zo te zijn dat het nemen van vele beslissingen en het functioneren in een veeleisende omgeving ervoor kan zorgen dat mensen minder zelfcontrole overhebben voor andere zaken. Vooral wanneer onze zelfcontrole ‘op’ is, is het moeilijk om almaar eerlijk en oprecht te zijn. Het is dus waarschijnlijk dat de constante druk waarmee een leider te maken heeft, er voor zorgt voor gedragingen zoals discriminatie, het  doorspelen van bedrijfsgeheimen, en diefstal.

Toch heeft niet iedere leider last van deze druk. Eerlijke leiders zijn meer gewoon om zich oprecht te gedragen; ze handelen als het ware ‘automatisch’ zo en het kost hen dus minder zelfcontrole om eerlijk en oprecht te zijn. We verwachtten dus dat leiders met hoge morele waarden niet te lijden hebben onder druk, terwijl leiders die het niet zo belangrijk vinden om eerlijk en oprecht te zijn meer immoreel gedrag laten zien onder druk.

Om dit te onderzoeken vroegen we aan 100 leiders in diverse bedrijven naar hun morele waarden (eerlijkheid, vriendelijk, gul, etc.) en in welke mate zij druk ervaarden. Daarnaast moesten zij voor diverse immorele gedragingen aangeven hoe vaak ze deze vertoonden. Omdat het altijd de vraag is of iemand eerlijk is wanneer je hem of haar vraagt om aan te geven hoe vaak ze slecht gedrag vertonen, contacteerden we ook een werknemer van elke leider en legden hem/haar dezelfde vraag voor.

Zoals we al verwachtten was het inderdaad zo dat leiders die meer druk ervaarden zich eerder slecht gedragen. Deze leiders werden bijvoorbeeld eerder onbeschoft en waren ook eerder geneigd om valse facturen in te dienen. Echter wanneer we ook keken naar iemands morele waarden bleek het zo te zijn dat dit alleen gold voor leiders die morele waarden niet zo belangrijk vonden. Zij lieten dus inderdaad meer immoreel gedrag zien onder druk.

Voor leiders met hoge morele waarden, daarentegen, maakte het niet uit of zij onder druk stonden of niet.

Referentie

  • Joosten, A., Van Dijke, M., Van Hiel, A., & De Cremer, D. (2014). Being “in Control” May Make You Lose Control: The Role of Self-Regulation in Unethical Leadership Behavior. Journal of Business Ethics, 121(1), 1-14.

Auteur: Anne Joosten

Anne Joosten is doctoraatsstudente in de Sociale Psychologie aan de Universiteit Gent. Haar onderzoek situeert zich in het domein van de sociale en de organisatie psychologie en focust daarbij  op de oorzaken van (on)ethisch gedrag in organisaties. Ze bestudeert onder andere de invloed van zelfcontrole en persoonlijkheid op (on)ethisch gedrag, verder onderzoekt ze welke invloed macht en leiderschap hebben hierop.

 

Tijd tekort? Geef er wat weg!

Druk, druk, druk…

We worden alsmaar ouder, we hebben toegang tot technologie die ons leven eenvoudiger en efficiënter maakt… en toch hebben we vaak het gevoel tijd tekort te komen. Hoe vaak beantwoord u zelf de vraag “hoe ist?” met een bijna automatische “druk, druk, druk”. We hebben het gevoel constant onder tijdsdruk te staan.

Die tijdsdruk is ook niet zo onschuldig als we misschien geneigd zijn te denken. Er is een hoop onderzoek naar verricht en hoewel een beetje druk op de ketel kan helpen, heeft een zwaardere tijdsdruk negatieve effecten op onze prestaties, creativiteit, rationele besluitvorming, algemene tevredenheid en sociaal gedrag. Eén van de zaken die leidt onder tijdsdruk is de neiging om onze medemens te helpen.

Bijvoorbeeld, in een experiment lieten onderzoekers priesterstudenten een spreekbeurt voorbereiden over de parabel van de barmhartige Samaritaan. De studenten moesten hun spreekbeurt gaan geven in een nabijgelegen gebouwtje en bij sommigen werden de omstandigheden zo gemanipuleerd dat ze zich moesten haasten om op tijd te komen. Wanneer de deelnemers dan werden geconfronteerd met een vreemdeling (een acteur) die hulp nodig had, lieten ze die vaker links liggen dan mensen die voldoende tijd hadden. Als u zich herinnert waarover de parabel van de barmhartige Samaritaan ook weer ging, weet u ook dat “ironie” wel in psychologen hun woordenboek staat.

Tegen-intuïtieve oplossingen

Recent onderzoek van Amerikaanse onderzoekers van Wharton, Yale en Harvard onderzocht hoe we onze percepties van tijdsdruk kunnen verminderen op enkele tegen-intuïtieve manieren. Centraal is het idee dat elk gedrag gevoelens van effectiviteit stimuleert, er ook voor zorgt dat we het gevoel hebben genoeg tijd te hebben. Je ziet je meester over je taken dus er is tijd genoeg.

In een eerste experiment werd nagekeken of tijd verkwanselen of tijd geven aan anderen een effect had op tijdpercepties. In de studie werd aan deelnemers gevraagd om een paar minuten te nemen om ofwel een briefje te schrijven naar een ziek kind ofwel gedurende dezelfde tijd de e’s te omcirkelen in een nonsens tekst. Mensen die het briefje hadden geschreven rapporteerden vervolgens vaker dat tijd geen probleem was in hun leven.

In een volgend onderzoek gingen de onderzoekers de effecten onderzoeken van tijd geven aan jezelf vs. tijd geven aan anderen. Deelnemers kregen op zaterdagochtend de instructie om tijd te besteden (iets dat nog niet gepland was). Ofwel aan zichzelf ofwel aan vrienden. Alweer toonden de resultaten dat mensen die tijd aan anderen hadden besteed meer het gevoel hadden dat ze minder tijdstekort ervaren in hun leven.

Tenslotte, werd het effect van tijd geven aan anderen vergeleken met extra tijd krijgen. Daarom werden aan deelnemers aan een experiment in twee groepen verdeeld: de ene groep kreeg te horen dat ze onverwacht sneller klaar waren en konden vertrekken, de andere werd gevraagd om een student van een lokale middelbare school te helpen door zijn opstel na te lezen en te verbeteren. Voor de deelnemers echt konden vertrekken werd hen nog gevraagd hoeveel tijd ze graag zouden investeren in (betaald) online onderzoek in de komende week. Deelnemers die de opstellen hadden verbeterd gaven niet enkel aan dat ze meer tijd zouden besteden aan onderzoek in de komende week, later bleek dat ze ook effectief meer tijd over hadden voor onderzoek.

Een warme kerstboodschap

Deze studies tonen aan dat loont om tijd te geven. Niet alleen worden we er gelukkiger van en voelen we ons meer verbonden met anderen, we krijgen ook het gevoel dat we onze eigen taken beter aankunnen. Hierdoor leidt tijd geven tot het gevoel meer tijd te hebben. Tenminste, zolang u er niet mee overdrijft. Wanneer u zoveel tijd aan andere geeft dat u niet meer toekomt aan uw eigen leven, zullen de positieve effecten volledig omdraaien.  Alles met mate dus!

Wanneer kort voor de vakantie de deadlines u dreigen in te halen en u door de druk er niet meer in slaagt om ook maar iets gedaan te krijgen… Misschien is het dan toch nog een goede investering om tijd te maken om een collega te helpen, een vriend een plezier te doen of een glühwein te gaan drinken voor het goede doel. U krijgt meer terug dan vriendschap en gezelligheid.

Referenties

  • Mogilner, C., Chance, Z., & Norton, M. I. 2012. Giving time gives you time. Psychological Science, 23(10): 1233-1238.

Auteur

Bart Verwaeren (@BaVerwa) is bedrijfspsycholoog en doctoreert aan de UGent en Vlerick Business School, gefinancierd door het Interuniversitair Centrum voor Managementonderzoek. Zijn onderzoeksinteressen zijn de gedragsmatige effecten van rewards systemen, meer specifiek m.b.t. creativiteit en innovatie.

 

De psychologie bij het nemen van een penalty

In een voetbalmatch is een penalty de ultieme kans om een goal te scoren. Eender welke speler van het team mag vanaf 11 meter zijn kans wagen en hoeft enkel de keeper te passeren. Diezelfde speler heeft al van veel moeilijker posities kunnen scoren en zo’n penalty kan dus geen al te grote uitdaging zijn… in theorie. In de praktijk zien we dat een penalty scoren toch geen vanzelfsprekendheid is, zelfs al ben je regerend landskampioen. Supporters hebben hier vaak weinig begrip voor. Wetenschappers hebben een verklaring gezocht voor dit fenomeen.

Psychologie

Zij stelden vast dat er een aantal factoren meespelen bij het nemen van een penalty: geluk (bijvoorbeeld de keeper die naar de verkeerde hoek duikt), conditie (bijvoorbeeld hoe goed de geleverde inspanningen verteerd zijn door de speler), vaardigheden en ervaring (bijvoorbeeld een goeie traptechniek hebben) en de psychologische factoren (bijvoorbeeld stressbestendig zijn). Het zal je misschien niet verbazen dat de psychologische factoren de grootste invloed hebben.

Wanneer we kijken naar alle penalties die genomen zijn in de wereldbeker, de Europese kampioenschappen en de Copa America tussen 1976 en 2004, zien we duidelijk dat er meer penalties gemist worden naar het einde van het kampioenschap toe dan in het begin, wanneer er meer op het spel staat. Ook in het algemeen legt een wereldkampioenschap meer druk op de spelers dan in hun nationale competitie: gemiddeld 71% van de penalties wordt gescoord tegenover 85%. Waarom speelt de stress nu zo’n grote rol?

Stress

Het is niet zo dat een mens bij definitie slecht presteert onder druk. In tegendeel, er is een stabiele relatie gevonden tussen prestatie (zowel fysiek als mentaal) en arousal die de vorm van een omgekeerde U aanneemt: bij een ‘gemiddelde arousal’ wordt onze prestatie zelfs naar een hoger niveau getilt. Arousal kan geïnterpreteerd worden als de energie die je krijgt door bijvoorbeeld een deadline. Je kan een bepaald niveau van stress omzetten in positieve energie die een boost geeft aan je prestatie. Wanneer de druk en de arousal te groot worden, klappen we dicht, gaan we vermijdingsgedrag vertonen of geven we op. Het spreekt voor zich dat de prestatie daaronder zal lijden. Onderstaande figuur illustreert dit fenomeen.

Waarom tast een teveel aan stress waarschijnlijk onze prestatie aan? Enerzijds weten we dat spanning een effect heeft op lichaam en geest. We kunnen ons niet zo goed concentreren als we zouden willen en stress kan verlammend werken. Dit zijn twee zaken die voor een penaltynemer fataal zijn. Anderzijds zorgt stress ervoor dat we ons oncomfortabel voelen in een situatie en dat we die liefst zo snel mogelijk willen beëindigen. Op WK’s, EK’s en Champions Leagues van de voorbije jaren zagen we dat hoe sneller een speler naar de bal toeloopt na het fluitsignaal van de scheidsrechter, hoe groter zijn kans op falen was. Spelers die in minder dan 200 miliseconden reageerden, scoorden slechts in 57% van de gevallen. Bij spelers die meer dan 1 seconde de tijd namen, raakt de bal in 80% van de gevallen de netten. Naast de hoger omschreven effecten van stress, heeft het hier dus nog een bijkomende invloed: hoe belangrijker de penalty, hoe meer spanning op de schouders van de speler rust, hoe groter zijn onbehaaglijk gevoel zal zijn en hoe groter dus ook de impuls om de penalty zo snel mogelijk te zetten om er vanaf te zijn.

Je aandacht richten op wat je wil bereiken

Dus, louter wat meer tijd nemen is het geheim voor een goeie penalty? Niet echt. Het is niet puur het verstrijken van tijd dat het positieve effect lijkt te hebben. We zien namelijk ook dat het nadelig is wanneer de scheidsrechter de reden is voor uitstel van het trappen en niet de speler – zelfs als de totale vertreken tijd even lang is. Het causale verband ligt vermoedelijk andersom: meer tijd zorgt niet voor een betere penalty, een betere penalty zetten vereist waarschijnlijk iets meer tijd.

Onderzoekers vonden dat er meer kans is op een penaltygoal als de speler even bewust focust op de plaats in de goal waar hij de bal wil schieten. Logisch, zegt u? In tegendeel: in de praktijk kijken spelers naar de bal of, vaker, naar de keeper. Dit zorgt ervoor dat je je acties ook onbewust naar de keeper zal richten, en niet naar de vrije ruimte in de goal. Daarom geeft men bijvoorbeeld bij slip- en rijvaardigheidscursussen ook de raad altijd te fixeren op het punt waar je auto moet belanden, en niet op de boom of het ongeval voor je. Eenvoudig gezegd registreren hersenen geen negatieve informatie, “Niet tegen de boom rijden!”, “Het ongeval ontwijken!”, “Naast de keeper schieten!” wordt motorisch vertaald naar “Boom!” “Ongeval!” en “Keeper!”. Deze reflex is des te aanwezig in een stresserende situatie. Er zijn natuurlijk spelers die dermate stressbestendig zijn dat ze boven deze automatismen staan. Eden Hazard kijkt quasi altijd naar de keeper om de bal vervolgens in de andere hoek te plaatsen, zelfs bij een beslissende penalty in de 95ste minuut zoals dit weekend. Voor de mindere goden onder ons kan het fixatietruckje een goeie houvast zijn om de stress niet de bovenhand te laten nemen.

Het lijkt de speler voorts een gevoel van controle te geven wanneer hij zich voorstelt waar hij de bal zal plaatsen en daar zijn aandacht naartoe laat gaan. De bal er ook effectief trappen voelt minder aan als een uitdaging, in zijn hoofd is de goal al zo goed als gemaakt.

Conclusie

Hoewel penalties tot op bepaalde hoogte een loterij zijn, is erop trainen geen verloren moeite. Het simpele fixatietrukje kan al een impact hebben op de kansen van een speler die een penalty neemt. Ook durven trainers al eens het argument gebruiken dat de stress in de match niet kan nagebootst worden op training. Je kan daarom overwegen op penalties te trainen voor een zo groot mogelijk publiek of om de resultaten van penalty shoot-outs op training achteraf te communiceren.

Referenties

  • Jordet, G., Hartman, E., Visscher, C. & Lemmink, K.A.P.M. (2007). Kicks from the penalty maker in soccer: the role of stress, skill and fatiguefor kick outcomes. Journal of Sport Sciences, 25, 121-129.
  • Wood, G., & Wilson, M. R. (2012). Quiet-Eye training, perceived control and performing under pressure. Psychology of Sport and Exercise.
  • Hartman, J., G. & Sigmunstad, E. (2009). Temporal links to performing under pressure in international socces penalty shootouts. Psychology of Sport and Exercise.

Auteur: Karen De Visch

Karen De Visch is bedrijfspsychologe en werkt als researcher in ondernemerschap aan de Vlerick Business School. Op twitter vind je haar als @DeVisKar en ze is ook de drijvende kracht achter de @GAPugent tweets.