Browse Tag: dagdromen

Trop is teveel

Dagdromen is ok, dat gaven we eerder deze maand al mee. Toch is trop teveel, ook in dit geval.

Auteur: Maarten Van Praet

Maarten Van Praet is bedrijfspsycholoog en huiscartoonist van Mensenkennis.be. Hij werkt momenteel als analyst & marketing consultant bij Synthetron.

 

Dagdromen: het nut en de risico’s.

Het overkomt jou wellicht ook wel eens dat wanneer je naar een film kijkt op TV, je aandacht plots afdwaalt naar onderwerpen die niets met de film te maken hebben (fantasieën, herinneringen, dingen die je in de toekomst zouden kunnen overkomen,…). Wie heeft het niet eens voor dat je plots beseft bij het lezen van een boek, je je geen woord meer kan herinneren van wat er op de vorige pagina stond? Deze vaak voorkomende ervaringen worden gekenmerkt door een gebrek aan aandacht voor wat je op dat moment aan het doen bent of voor de omgeving waarin je je begeeft. We noemen ze “dagdromen”.

In de onderzoeksliteratuur is er steeds meer aandacht voor dit fenomeen en hoe het een impact kan hebben op het mentaal functioneren en welbevinden van mensen. Hoewel we vinden dat we vaak druk bezig en taakgericht zijn, toonden onderzoekers (Killingsworth & Gilbert, 2010) aan dat we beide de helft van de tijd (ca 47%) gedachten hebben die niet-gerelateerd zijn aan onze taken. De wetenschappelijke aandacht vloeit dus voort uit de vaststelling dat hoewel dagdromen kortstondig zijn, ze tegelijkertijd alomtegenwoordig zijn en misschien wel eens een functie zouden kunnen hebben…

De positieve functie van dagdromen

Waarom dagdromen we eigenlijk? Waarom spenderen we zoveel tijd aan het ons verliezen in een schijnbaar ongestructureerde gedachtestroom dan aan datgene waar we ons op dat ogenblik mee zouden moeten bezighouden? Eric Klinger, een pionier op vlak van onderzoek naar dagdromen, verwijst naar de mogelijk fundamentele functie van dagdromen waarbij ze ons helpen om belangrijke onvervulde doelen in ons leven niet uit het oog te verliezen. Laten we dit even illustreren: Jelle is helemaal niet tevreden met zijn job in de lokale supermarkt. Hij ziet zijn job niet echt als iets wat hij de komende jaren wil blijven doen en wil graag op zoek gaan naar nieuwe opportuniteiten. In dit voorbeeld is de doelstelling het vinden van een nieuwe uitdagende job. De kans is wellicht groot zijn dat Jelle’s dagdromen scenario’s zouden omvatten waarin Jelle actief is in een uitdagende nieuwe job. Het vaak voorkomen van dit soort dagdromen herinneren hem er aan om dit belangrijke doel niet uit het oog te verliezen. Met andere woorden, Jelle’s dagdromen spelen een belangrijke rol in het vers houden van een mentale agenda om belangrijke doelstellingen te kunnen realiseren. Dit mechanisme zou dan in stand gehouden worden tot zolang Jelle geen nieuwe uitdagende job vindt (bereiken van het doel) of tot zolang Jelle zijn mening over het al dan niet leuk vinden van zijn job niet bijstelt (loslaten van het doel). Vanuit een evolutionair perspectief bieden dagdromen op die manier een duidelijk voordeel omdat ze ons helpen om onze doelen te vervullen. Onderzoek toonde ook effectief aan dat dagdromen op die manier een positieve en adaptieve functie vervullen.

Het is niet al goud dat blinkt…

Adaptieve cognitieve mechanismen kunnen echter ook een negatieve uitwerking hebben en dit geldt ook voor dagdromen. Heel wat onderzoek toonde aan dat dagdromen, in specifieke omstandigheden, met persoonlijke onrust en soms zelf met psychopathologie zoals depressie kan samengaan. Onderzoek aan de universiteit Gent (Marchetti, Koster, en De Raedt, 2013) toonde aan dat hoe meer personen dagdromen, hoe meer ze zelfkritisch en veroordelend over zichzelf denken. Dit kan dan op zijn beurt dan weer leiden tot een negatieve stemming. Dit mechanisme komt in het bijzonder voor bij die personen die al een zekere gevoeligheid hebben voor depressieve gevoelens. Dit zijn dan vaak personen waarbij matig negatieve stressoren (zoals een het horen van een droevig nummer op de radio) negatieve gedachten in gang kunnen zetten. Bij personen die deze gevoeligheid niet hebben, hoeven dagdromen niet per definitie een negatieve invloed te hebben. Toch maakt deze kennis duidelijk hoe, bijvoorbeeld in het geval van Jelle, deze gevoeligheid dagdromen “toxisch” kan maken: Als Jelle gevoelig is voor depressieve gevoelens, dan kan het herhaaldelijk dagdromen over een betere job hem aandachtig maken voor het feit dat hij momenteel niet gelukkig is in zijn huidige situatie. Misschien wil hij zijn huidige job wel goed doen, maar wordt hij (te) vaak afgeleid door dagdromen over een betere toekomst waarbij hij tegelijkertijd denkt dat ondanks zijn inspanningen er wellicht weinig zal veranderen. Zijn dagdromen zijn dan geen rustpunt meer waar hij zijn zorgen kan achterlaten maar verworden net tot een nieuwe bron van stress. Onder bepaalde omstandigheden kunnen dagdromen dus een negatieve impact hebben ook al is dat zeker niet voor iedereen het geval. Onderzoek bevestigt inderdaad dat depressie geassocieerd is met meer frequent dagdromen (Giambra and Traynor, 1978)

Onderzoek toont duidelijk aan dat dagdromen een positieve rol kunnen spelen bij het bereiken van belangrijke doelstellingen in ons leven. We moeten echter tevens aandacht hebben voor de rol die ze kunnen vervullen bij emotioneel kwetsbare individuen. Bij hen kunnen dagdromen een negatieve neerwaartse spiraal op vlak van emotionele onrust in gang zetten. Het verschil tussen nuttig versus problematisch dagdromen lijkt subtiel en een interessant domein voor verder onderzoek.

References

  • Giambra, L. M., & Traynor, T. D. (1978). Depression and Daydreaming – Analysis Based on Self-Ratings. Journal of Clinical Psychology, 34(1), 14-25. doi: 10.1037/0882-7974.4.2.136
  • Killingsworth, M. A., & Gilbert, D. T. (2010). A Wandering Mind Is an Unhappy Mind. Science, 330(6006), 932-932. doi: 10.1126/science.1192439
  • Klinger, E. (2013a). Goal Commitments and the content of thoughts and dreams: basic principles. Frontiers in Psychology, 4: 415, 1-17. doi: 10.3389/fpsyg.2013.00415
  • Marchetti, I., Koster, E. H. W., & De Raedt, R. (2013). Rest-related dynamics of risk and protective factors for depression: A behavioral study. Clinical Psychological Science, 1(4), 443-451. doi:10.1177/2167702613489668.

De auteur

Igor Marchetti is als post-doctoraal wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Psychopathology and Affective Neuroscience Lab (PANlab) van de universiteit Gent. Op vlak van onderzoek gaat zijn aandacht naar de relatie tussen rusttoestand, dagdromen en cognitieve kwetsbaarheid op vlak van depressie.

 

Maakt dagdromen jou gelukkiger?

Dagdromen (mind wandering)

Iedereen kent het gevoel wel: hoewel je je eigenlijk zou moeten focussen op je werk, dwalen je gedachten af. Je begint te dagdromen over wat je die avond nog gepland hebt, hapjes en een leuke film of toch je gaan moeten haasten om nog boodschappen te doen of de kinderen ophalen bij het kinderdagverblijf. Het laten afdwalen van gedachten, weg van de activiteit waar je eigenlijk mee bezig bent, is een belangrijke vaardigheid: het laat mensen toe te leren, te redeneren, en te plannen. Dat het met momenten functioneel is daar zijn we het wel over eens, maar wat wij ons in deze blog post afvragen is of dagdromen mensen ook gelukkiger maakt.

Dagdromen en geluk

Onderzoekers aan de Harvard Universiteit hebben dit fenomeen onderzocht met de specifieke vragen:

  1. Hoe veel wordt er afgedwaald?
  2. Waaraan denken mensen het meest?
  3. Maakt het afdwalen van gedachten mensen gelukkiger of net ongelukkiger?

Deze vragen werden onderzocht bij meer dan 5000 mensen uit 8 verschillende landen via een iPhone applicatie. Tijdens de dag rapporteerden de personen waar ze op dat moment mee bezig waren, waaraan ze dachten, en hoe gelukkig ze hun op dat moment voelden.

mind wandering

Uit het onderzoek bleek dat de deelnemers bijna de helft van de tijd (46.9%) aan iets dachten waar ze niet mee bezig waren. Bovendien vond men dat mensen, gemiddeld genomen, een lager geluksgevoel rapporteren op het moment dat hun gedachten aan het afdwalen zijn.

In de figuur wordt de relatie van het afdwalen van gedachten en het subjectieve geluksgevoel duidelijk. De X-as geeft het gerapporteerde geluksgevoel weer, en de items (of bollen) verwijzen naar de activiteit die deelnemers rapporteerden (hoe groter de bol, hoe vaker deze gerapporteerd werd). Uit de figuur kan men afleiden dat deelnemers tijdens het werk en het reizen de laagste geluksgevoelens rapporteerden. Sociale activiteiten zoals praten/kletsen maakten hen het meest gelukkig. De auteurs concluderen dan ook dat het afdwalen van gedachten eigen is aan de mens, maar dat het ook een zware kost meebrengt in de vorm van een lager geluksgevoel.

Geluksgevoel vooral bepaald door waar je aan denkt, niet wat je doet

Graag wil ik ook het positieve uit het onderzoek benadrukken. Het onderzoek toont namelijk ook aan dat je geluksgevoel niet zo zeer wordt bepaald door wat je doet (slechts 3,2% van de verschillen in geluksgevoel tussen mensen werd verklaard door de gerapporteerde activiteit), maar meer afhangt van waar je aan denkt (verklaarde 17,7% van de verschillen in geluksgevoel tussen mensen). Dus geef je eigen geluksgevoel een boost en leef in het moment, geef je volle aandacht aan datgene waar je mee bezig bent, en trakteer jezelf af en toe eens op een momentje wegdromen over een goed glas wijn, een fijn gesprek, of dat parelwitte zandstrand met kristal blauwe zee.

Referentie

  • Killingsworth, M. A., & Gilbert, D. T. (2010). A Wandering Mind is an Unhappy Mind. Science, 330, p. 932.

Auteur: Alexander Buijsrogge

Alexander Buijsrogge is doctoraatsonderzoeker aan de Universiteit Gent op de vakgroep Personeel, Arbeid, en Organisatie psychologie. Zijn onderzoek focus ligt op discriminatie in selectie en rekrutering, en in zijn onderzoek probeert Alexander verschillende domeinen van de psychologie (sociale-, cognitieve-, en A&O psychologie) te combineren. Daarnaast is Alexander op dit moment bestuurslid van pHResh, het netwerk voor PhD studenten met interesse in Human Resource Management en/of Organisational Behavior, en organiseert workshops en meetings. Als zelfbenoemde professionele positivist pakt Alexander de kansen en mogelijkheden die op zijn pad komen, en raadt hij iedereen aan dit ook te doen.